Uitspraak Nº 200.226.705/01. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2018-11-06

ECLIECLI:NL:GHARL:2018:9671
Date06 Noviembre 2018
Docket Number200.226.705/01
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.226.705/01

(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 5742202 / MC EXPL 17-2204)

arrest van 6 november 2018

in de zaak van

1 [appellant1] ,

wonende te [A] ,

hierna: [appellant1],

2. [appellante2] ,

wonende te [B] ,

hierna: [appellante2],

3. [appellante3] ,

wonende te [B] ,

hierna: [appellante3] ,

appellanten,

in eerste aanleg: gedaagden,

hierna gezamenlijk te noemen: [appellanten] c.s.,

advocaat: mr. E.G. Gosselink, kantoorhoudend te Almere,

tegen

Altera Vastgoed N.V.,

gevestigd te Amstelveen,

geïntimeerde,

in eerste aanleg: eiseres,

hierna: Altera,

advocaat: mr. E.A.J.M. van de Wijngaard, kantoorhoudend te Rosmalen.


Het hof neemt het tussenarrest van 12 december 2017 hier over.

1 De verdere procedure in hoger beroep
1.1

In genoemd tussenarrest is een comparitie van partijen gelast. Deze comparitie heeft op 30 januari 2018 plaatsgevonden. Het proces-verbaal van de comparitie bevindt zich bij de stukken.

1.2

Vervolgens hebben [appellanten] c.s. een memorie van grieven (met producties) genomen en heeft Altera een memorie van antwoord (met producties) genomen.

1.3

Ten slotte hebben partijen de processtukken ingediend, waarna arrest is bepaald.

1.4

[appellanten] c.s. hebben niet op de door Altera in de memorie van antwoord overgelegde producties kunnen reageren. Het hof zal deze producties om die reden buiten beschouwing laten. Uit wat hierna volgt, zal blijken dat Altera daardoor niet in haar belangen wordt geschaad.

1.5

De vordering van [appellanten] c.s. in hoger beroep strekt tot vernietiging van het vonnis van de kantonrechter te Almere van 26 juli 2017, met afwijzing van de oorspronkelijke vorderingen van Altera en veroordeling van haar in de kosten in beide instanties.

2 De vaststaande feiten
2.1

Het hof gaat uit van de volgende feiten.

2.2

[appellant1] is de vader van [appellante3] en de schoonvader van [appellante2] . [appellante3] heeft een zoon, [C] (hierna: [C] ).

2.3

[appellanten] c.s. zijn op 16 juli 2006 een schriftelijk vastgelegde huurovereenkomst aangegaan met het Pensioenfonds Detailhandel, de rechtsvoorganger van Altera, betreffende de woning aan de [a-straat 1] te [B] (hierna: de huurwoning). In de huurovereenkomst worden de “algemene bepalingen huurovereenkomst woonruimte van

30 juli 2003” (hierna: algemene huurvoorwaarden) op de overeenkomst van toepassing verklaard en verklaren [appellanten] c.s. een exemplaar van deze algemene huurvoorwaarden te hebben ontvangen.

2.4

Uit een uittreksel uit de basisadministratie personen van de gemeente Hilversum blijkt dat [appellant1] vanaf 15 april 2009 ingeschreven heeft gestaan op het adres [b-straat 2] te [D] en nadien is ingeschreven op het adres [c-straat 3] te [A] .

2.5

Op 21 november 2016 is door de politie een in werking zijnde hennepkwekerij c.q. hennepdrogerij geconstateerd in de huurwoning.

2.6

Eind 2016, begin 2017 is een huurachterstand ontstaan. Tot en met februari 2017 bedroeg de achterstand € 3.554,28, vier maanden huur.

2.7

In correspondentie tussen (de gemachtigde van) [appellanten] c.s. en Verwey Vastgoed, de door Altera aangestelde beheerder, begin 2017, hebben [appellanten] c.s. zich op het standpunt gesteld dat zij al geruime tijd geen huurders meer zijn van de huurwoning en dat zij de huurovereenkomst al jaren geleden hebben opgezegd en zich ook al jaren geleden hebben uitgeschreven van het adres van de huurwoning.

2.8

In een brief van 26 januari 2017 aan [appellanten] c.s. heeft de advocaat van (de beheerder van) Altera aangegeven dat Altera de huurovereenkomst wil ontbinden vanwege de aangetroffen hennepkwekerij en heeft zij hen in de gelegenheid gesteld de huurovereenkomst op te zeggen.

2.9

De huur van de huurwoning is gedurende een aantal jaren door [C] betaald, die ook op het adres van de huurwoning staat ingeschreven.

2.10

Begin 2017 stonden [appellante2] en [appellante3] niet ingeschreven op het adres van de huurwoning.

3 De vorderingen en de beslissing in eerste aanleg
3.1

Altera heeft ontbinding van de huurovereenkomst met [appellanten] c.s. en ontruiming van de huurwoning...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT