Uitspraak Nº 200.227.594_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2019-03-12

ECLIECLI:NL:GHSHE:2019:973
Date12 Marzo 2019
Docket Number200.227.594_01
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht

zaaknummer 200.227.594/01

arrest van 12 maart 2019

in de zaak van

1 [appellant] ,
wonende te [woonplaats] ,

2. [appellante] ,
wonende te [woonplaats] ,

appellanten,

hierna tezamen in mannelijk enkelvoud ook aan te duiden als [appellant] ,

advocaat: mr. M.W.J. Jongmans te 's-Hertogenbosch,

tegen

Bouw- en Ontwikkelingsmaatschappij [bouw- en ontwikkelingsmaatschappij] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,

[bouw en ontwikkeling] Bouw en Ontwikkeling B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,

geïntimeerden,

hierna aan te duiden als [geintimeerde 1] en [geintimeerde 2] ,

niet verschenen,

op het bij exploot van dagvaarding van 8 november 2017 ingeleide hoger beroep van het vonnis van 9 augustus 2017, door de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's Hertogenbosch, gewezen tussen [appellant] als eisers in conventie, verweerders in reconventie, en [geintimeerde 1] en [geintimeerde 2] als gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie.

1 Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/311064/HA ZA 16-510)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis en het daaraan voorafgegane comparitievonnis van 26 oktober 2016.

2 Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding in hoger beroep met grieven en met wijziging van eis;

  • -

    de conclusie van eis;

  • -

    de akte overlegging producties van 21 november 2017 van [appellant] ;

  • -

    het op 21 november 2017 tegen [geintimeerde 1] en [geintimeerde 2] verleende verstek.

Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3 De beoordeling
3.1.

In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.

  1. Tussen [appellant] en [geintimeerde 1] is op 29 oktober 2013 een koopovereenkomst (hierna: de koopovereenkomst) tot stand gekomen met betrekking tot meerdere appartementsrechten (welke worden samengevoegd tot één appartement), rechtgevende op het gebruik van een woning en berging en een onverdeeld aandeel in de mandeligheid rechtgevende op het gebruik van meerdere parkeerplaatsen. [appellant] wordt in de koopovereenkomst aangeduid met Verkrijger.

  2. Artikel 2 van de koopovereenkomst bepaalt - kort gezegd - dat de koopsom € 255.000,= bedraagt en dat [appellant] deze verschuldigd is aan [geintimeerde 1] , en dat de aanneemsom € 235.000,= bedraagt, welke door of vanwege de aannemer overeenkomstig de aannemingsovereenkomst aan [appellant] in rekening zal worden gebracht.

  3. Onder de ‘Begripsbepalingen’ van de koopovereenkomst staat onder b.: “Aannemer”:

nader te bepalen en onder c:”Aannemingsovereenkomst”: de tussen de Verkrijger en de Aannemer te sluiten aannemingsovereenkomst.

Artikel 10 van de koopovereenkomst luidt: “Deze Overeenkomst vormt tezamen met de tussen Verkrijger en de Aannemer te sluiten Aannemingsovereenkomst een onverbrekelijk geheel.”

Aan de overeenkomst zijn onder meer de volgende bijlagen gehecht:

- Bijlage 1: tekening appartement d.d. 29 oktober 2013

- Bijlage 3: technische omschrijving

- Bijlage 4: AV koopovereenkomst appartement.

Tussen [appellant] en [geintimeerde 1] is op 4 november 2013 een tweede overeenkomst tot stand gekomen waarbij [appellant] aan [geintimeerde 1] opdracht geeft een woonappartement met berging te realiseren. De aanneemsom bedroeg € 235.000,=. [appellant] wordt in deze overeenkomst opdrachtgever genoemd en [geintimeerde 1] of een nader door haar te noemen meester, wordt aannemer genoemd.

[appellant] en [geintimeerde 2] hebben op of omstreeks 18 februari 2014 een akte ondertekend waarin staat dat [appellant] aan [geintimeerde 2] opdracht geeft het gebouw waarvan het aan [appellant] verkochte appartementsrecht deel uitmaakt (af) te bouwen.

De bouw is gestart op 7 april 2014. Op 17 juli 2015 heeft een vooropname van het appartement plaatsgevonden. Op 31 juli 2015 heeft [appellant] de sleutels van het appartement ontvangen en is dit in gebruik genomen.

3.2.1.

In de onderhavige procedure vordert [appellant] in conventie als staat te lezen in r.o. 3.1 van het bestreden vonnis. In verband met de wijziging van eis in hoger beroep volstaat het hof met een verwijzing naar deze overweging. Ook voor de onderbouwing door [appellant] van de verschillende posten van zijn vordering verwijst het hof – voor zover die hierna niet zal worden aangehaald - naar het vonnis waarvan beroep.

3.2.2.

[geintimeerde 1] en [geintimeerde 2] hebben in eerste aanleg gemotiveerd verweer gevoerd. Dat verweer zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen. Zij hebben in reconventie gevorderd als staat te lezen in het petitum onder de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie.

3.2.3.

Nadat een comparitie van partijen was gelast en op 10 mei 2017 gehouden, heeft de rechtbank de vorderingen van [appellant] in conventie afgewezen, de vorderingen van [geintimeerde 1] en [geintimeerde 2] in reconventie – voor zover gelet op het deels voorwaardelijk karakter daarvan aan de orde - toegewezen tot een bedrag van € 17.898,93 en voor het overige afgewezen. In conventie en in reconventie is [appellant] veroordeeld in de proceskosten, inclusief nakosten.

3.3.1.

[appellant] heeft in hoger beroep 15 grieven aangevoerd. Blijkens de inleiding op de grieven richt het hoger beroep zich tegen hetgeen de rechtbank heeft overwogen en besloten in de rechtsoverwegingen 2, 5.1.1, 5.2, 5.4 tot en met 5.6, 5.8, 5.9, 5.11, 5.14, 5.16, 5.18, 5.20, 5.24, 5.25, 5.27 (eerste twee en laatste twee alinea’s), 5.28 tot en met 5.30, 5.32 en 6.1 tot en met 6.6 (memorie van grieven, 124). [appellant] heeft geconcludeerd tot gedeeltelijke vernietiging van het beroepen vonnis en vordert thans in hoger beroep dat het hof bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

I. zal verklaren voor recht dat de van [appellant] gevorderde meerwerkfacturen (zoals opgesomd in het bestreden vonnis in r.o. 5.26) ongegrond zijn, althans onverschuldigd, althans slechts verschuldigd tot een in goede justitie te betalen bedrag;

II. [geintimeerde 1] en [geintimeerde 2] hoofdelijk te veroordelen, althans [geintimeerde 1] , althans [geintimeerde 2] , om aan [appellant] (in totaal) € 54.249,87 te betalen, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 23 november 2015, althans vanaf 2 maart 2016, althans vanaf de datum van dagvaarding, tot de dag der algehele betaling, bestaande dit bedrag uit

 minderwerk althans schade € 18.784,87

 tekortschietende parkeerbeugels € 1.990,00

 tekortschietende verwarming € 23.500,00

 vervanging garderobemeubel € 1.000,00

 tekortschietende binnendeuren € 8.188,50

 buitengerechtelijke incassokosten € 786,50 +

totaal € 54.249,87;

III. [geintimeerde 2] te veroordelen tot betaling aan [appellant] van een bedrag van € 18.865,= als met [geintimeerde 2] overeengekomen boete bij overschrijding van de bouwtermijn;

IV. [geintimeerde 1] te veroordelen tot betaling aan [appellant] van een bedrag van € 22.638,= als met [geintimeerde 1] overeengekomen boete bij overschrijding van de bouwtermijn;

V. [geintimeerde 1] en [geintimeerde 2] te veroordelen tot terugbetaling aan [appellant] van al hetgeen [appellant] ter uitvoering van het bestreden vonnis aan hen heeft voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van betaling tot aan de dag van terugbetaling;

VI. [geintimeerde 1] en [geintimeerde 2] te veroordelen in de kosten van beide instanties, met inbegrip van de nakosten en te vermeerderen met de rente over de nakosten, wanneer die niet binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis [het hof leest: arrest] zullen zijn voldaan.

3.3.2.

Ten opzichte van het petitum onder de dagvaarding in eerste aanleg heeft [appellant] zijn eis gewijzigd. De gewijzigde eis is opgenomen onder de grieven, die als onderdeel van de appeldagvaarding aan [geintimeerde 1] en [geintimeerde 2] zijn betekend. Zij hebben geen verweer gevoerd tegen de wijziging van eis en het hof acht deze ook niet in strijd met een goede procesorde. Recht zal daarom worden gedaan op de gewijzigde eis. Het hof zal daarbij achtereenvolgens de navolgende onderwerpen behandelen:

  1. de kwalificatie van de rechtsverhouding tussen partijen (grieven 1 en 2);

  2. de gevorderde boetes (grieven 3, 4 en 5);

  3. afwijkingen van de koop- c.q. aannemingsovereenkomst (grieven 6, 7, 8 en 9, alsmede losse opmerkingen in de memorie van grieven);

  4. meerwerk (grief 10);

  5. het opschortingsrecht van [appellant] (grief 11);

  6. overige kwesties van procedurele aard (grieven 12 en 13);

  7. de proceskosten (grief 14);

  8. resumé en conclusie.

Grief 15 is een zogenaamde veeggrief, gericht tegen het dictum van het vonnis in eerste aanleg. De grief mist zelfstandige betekenis en zal dus verder niet apart bij de beoordeling worden betrokken.

a. a) de kwalificatie van de rechtsverhouding tussen partijen (grieven 1 en2)

3.4

De grieven 1 en 2 hebben betrekking op de kwalificatie van de rechtsverhouding tussen partijen. Het hof zal deze tezamen behandelen. De grieven zijn gericht tegen het oordeel van de rechtbank dat tussen [appellant] en [geintimeerde 1] geen aannemingsovereenkomst tot stand was gekomen, althans dat dat niet blijkt uit de akte van 4 november 2013 die door [geintimeerde 1] is opgesteld en tegen het oordeel dat tussen partijen geen “groep van overeenkomsten” of meerpartijenovereenkomst tot stand is gekomen (r.o. 5.1.1).

3.5.

Het hof overweegt ten aanzien van de rechtsverhouding tussen partijen als volgt.

Tussen [appellant] en [geintimeerde 1] is niet in geding dat zij in een daartoe opgemaakte onderhandse akte, waarin zij respectievelijk zijn aangeduid als ‘Verkrijger’ en ‘Verkoper’, het navolgende hebben afgesproken:

...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT