Uitspraak Nº 200.230.952/01. Gerechtshof Amsterdam, 2019-05-21

ECLIECLI:NL:GHAMS:2019:1814
Docket Number200.230.952/01
Date21 Mayo 2019
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummer: 200.230.952/01

zaaknummer rechtbank Amsterdam: 5128394 CV EXPL 16-17673

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 21 mei 2019

inzake

WONINGSTICHTING EIGEN HAARD,

gevestigd te Amsterdam,

appellante,

advocaat: mr. J. Groenewoud te Amsterdam,

t e g e n

[geïntimeerde] ,

wonend te [woonplaats] ,

geïntimeerde,

advocaat: mr. B.G.M.C. Peters te Amsterdam.

1 Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna Eigen Haard en [geïntimeerde] genoemd.

Eigen Haard is bij dagvaarding van 10 mei 2017 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam (hierna: de kantonrechter) van 6 maart 2017, onder bovenvermeld zaaknummer gewezen tussen Eigen Haard als eiseres en [geïntimeerde] als gedaagde.

Eigen Haard en [geïntimeerde] hebben hierna achtereenvolgens en respectievelijk een memorie van grieven en een memorie van antwoord ingediend.

Partijen hebben de zaak ter terechtzitting van 22 november 2018 door hun hiervoor genoemde advocaten aan de hand van aan het hof overgelegde pleitnotities doen bepleiten.

Nadat partijen vergeefs schikkingsonderhandelingen hadden gevoerd, heeft Eigen Haard een akte uitlating genomen, waarna [geïntimeerde] – onder overlegging van producties – een antwoordakte heeft genomen.

Ten slotte is arrest gevraagd.

Eigen Haard heeft geconcludeerd dat het hof bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard arrest het bestreden vonnis zal vernietigen en haar vorderingen, zoals in appel gewijzigd, zal toewijzen.

[geïntimeerde] heeft geconcludeerd tot, kort gezegd, bekrachtiging van het bestreden vonnis, met beslissing over de proceskosten.

Partijen hebben bewijs van hun stellingen aangeboden.

2 De feiten

De kantonrechter heeft onder 1.1 tot en met 1.22 van het bestreden vonnis een aantal feiten opgesomd waarvan zij bij de beoordeling is uitgegaan. Met grief I komt Eigen Haard op tegen onderdelen van de vaststellingen onder 1.20 en 1.22. Zij stelt – ten aanzien van 1.20 – dat niet [geïntimeerde] maar zijzelf de gemeente Amsterdam (verder: de gemeente) heeft verzocht “mee te denken over een oplossing”. [geïntimeerde] betwist dat. Voor de beoordeling van de zaak mist deze kwestie elke relevantie, reden waarom hierop niet verder wordt ingegaan. Verder stelt Eigen Haard – ten aanzien van 1.22 – dat de elektrische installatie van de hennepteelt aanvankelijk was afgekeurd. Wat daarvan zij (ook dit is voor de beoordeling niet van belang), Eigen Haard bestrijdt niet dat die installatie op 27 januari 2017 aan de Nen-normen voldeed. De bestreden vaststelling is dus correct. De vastgestelde feiten zijn (voor het overige) niet in geschil en dienen derhalve ook het hof tot uitgangspunt.

3 De beoordeling
3.1.

In dit geding gaat het, samengevat, om het volgende. [geïntimeerde] huurt sinds 10 januari 1997 van Eigen Haard de woning aan de [adres] (verder: de woning). In november 1992 is hij besmet geraakt met het Hiv-virus. Vanaf 1994 gebruikt hij medicijnen tegen het virus die voor hem van levensbelang zijn maar als bijwerking onder meer misselijkheid en braken hebben. Ter onderdrukking van die bijwerkingen gebruikt hij vijf gram cannabis per dag. Vanaf juli 2014 kweekt [geïntimeerde] zelf hennep in de woning omdat hij de aanschaf van voor hem geschikte medicinale cannabis via de apotheker niet langer kon financieren en deze kosten niet door zijn zorgverzekeraar (behoeven te) worden vergoed. Op 3 december 2014 zijn bij een politieonderzoek in de woning 24 hennepplanten en/of -stekjes alsmede een kweekomgeving aangetroffen. Naar aanleiding hiervan is [geïntimeerde] strafrechtelijk vervolgd voor, kort gezegd, het opzettelijk aanwezig hebben van voormelde planten/ stekjes. Bij (kennelijk onherroepelijk) vonnis van de rechtbank Amsterdam van 10 februari 2016 is [geïntimeerde] ter zake ontslagen van rechtsvervolging, kort gezegd vanwege een overmacht-noodtoestand. Niet lang na deze uitspraak is hij weer hennepplanten in de woning gaan telen. Hij heeft 51 hennepplanten (zeventien in bloei, zeventien om te groeien en zeventien stekjes) nodig om voortdurend voldoende cannabis te hebben. Hij heeft 45 verschillende variëteiten planten, waarvan de cannabis verschillende uitwerkingen op hem heeft en die hij voor verschillende klachten gebruikt.

In de eerste aanleg van dit geding vorderde Eigen Haard, kort gezegd, een verklaring voor recht dat het [geïntimeerde] niet is toegestaan in de woning hennep te kweken, alsmede de veroordeling van [geïntimeerde] tot het verwijderen van alle...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT