Uitspraak Nº 200.234.357_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2020-03-10
ECLI | ECLI:NL:GHSHE:2020:882 |
Docket Number | 200.234.357_01 |
Date | 10 Marzo 2020 |
Court | Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland) |
Team handelsrecht
zaaknummer 200.234.357/01
arrest van 10 maart 2020
in de zaak van
[appellant] ,
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
advocaat: mr. J.B. Maliepaard te Bleiswijk,
tegen
Dexia Nederland B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
op het bij exploot van dagvaarding van 8 februari 2018 ingeleide hoger beroep van het vonnis van 23 november 2017, door de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats Eindhoven, gewezen tussen appellant (hierna [appellant] ) als eiser in conventie, verweerder in reconventie, en geïntimeerde (hierna Dexia) als gedaagde in conventie, eiseres in reconventie.
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-
-
de dagvaarding in hoger beroep;
-
-
de memorie van grieven, met producties, tevens houdende wijziging van eis;
-
-
de memorie van antwoord, met producties;
-
-
de akte van [appellant] ;
-
-
de antwoordakte van Dexia.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.
Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken het volgende vast (vonnis, 2).
-
Dexia Bank Nederland N.V. is na een fusie met haar aandeelhoudster verdwenen als rechtspersoon. Dexia is haar rechtsopvolgster onder algemene titel. Dexia is tevens de rechtsopvolgster onder algemene titel van onder meer Bank Labouchère N.V. en Legio Lease B.V. (hierna: Labouchère of Legio-Lease). Waar hierna sprake is van Dexia worden haar rechtsvoorgangsters daaronder mede begrepen.
-
[appellant] heeft als lessee leaseovereenkomsten gesloten met Legio-Lease, te weten:
Contract Datum Naam Leasesom Looptijd Termijnbedrag
[contractnummer 1] 04-03-1998 WinstVerDriedubbelaar € 21.568,75 36 mnd € 115,96
[contractnummer 2] 07-04-1999 SpaarExtra € 5.445,36 240 mnd € 22,69
[contractnummer 3] 11-10-1999 KortingKado € 14.951,57 120 mnd € 68,97
[contractnummer 4] 20-10-1999 KortingKado € 10.034,20 120 mnd € 46,29
[contractnummer 5] 15-12-1999 KortingKado € 4.968,70 120 mnd € 22,92
[contractnummer 6] 02-03-2000 KortingKado € 19.594,72 120 mnd € 90,39
[contractnummer 7] 15-06-2000 WinstVerDriedubbelaar € 10.725,31 36 mnd € 115,09
[contractnummer 8] 13-07-2000 Legio BespaarPlan € 18.676,82 60 mnd € 113,64. -
[appellant] heeft tijdig een opt-out verklaring ingediend en is daarmee niet gebonden aan de op 25 januari 2007 door het gerechtshof Amsterdam algemeen verbindend verklaarde WCAM overeenkomst met Dexia.
-
[appellant] was ten tijde van het aangaan van voormelde overeenkomsten gehuwd met [ex-echtgenote van appellant] .
-
Bij brief van 15 september 2004 schrijft de echtgenote van [appellant] aan Dexia:
“In de afgelopen jaren zijn tussen mijn echtgenoot (...) en uw bank (c.q. uw rechtsvoorgangers) een aantal effectenleasecontracten tot stand gekomen. Het gaat daarbij — voorzover ik kan nagaan — om de volgende contracten: (...)
[contractnummer 6]
[contractnummer 7]
[contractnummer 8] .
De door mijn echtgenoot (...) getekende contracten zijn zonder mijn toestemming
gesloten, hoewel zij op grond van artikel 1:88 BW mijn toestemming behoefden.
Nu mijn toestemming ontbreekt beroep ik mij op de vernietigingsgrond als
opgenomen in artikel 1:89 BW, hetgeen tot gevolg heeft dat alle zonder mijn
toestemming gesloten overeenkomsten met terugwerkende kracht geacht moeten
worden niet tot stand te zijn gekomen.
Op grond van het bovenstaande verzoek ik u dan ook en voor zover nodig sommeer ik u de door mijn echtgenoot (...) betaalde termijnen terug te storten op het u bekende rekeningnummer, zijnde de rekening waarvan de termijnen automatisch door u zijn geïncasseerd.” -
Bij brief van 19 juli 2005 schrijft de echtgenote van [appellant] aan Dexia:
“Betreft: Contracten ten name van (…) [appellant] , nrs. [contractnummer 1] , [contractnummer 2] ,
[contractnummer 3] , [contractnummer 4] , [contractnummer 5]
Geachte dames en heren,
Mij is onlangs gebleken dat door mijn echtgenoot bovengenoemde contracten bij u zijn afgesloten.
Ik heb daarvoor geen toestemming verleend en ik vernietig hierbij de contracten op
grond van de artikelen 1:88 lid 1 sub d en 89 BW.
Ik verzoek u van het bovenstaande goede nota te nemen.”
Bij inleidende dagvaarding heeft [appellant] , met producties, in conventie gevorderd dat de rechter, bij vonnis voor zover rechtens toelaatbaar uitvoerbaar bij voorraad:
1. zal verklaren voor recht dat de overeenkomsten in het geding rechtsgeldig
zijn vernietigd en Dexia zal veroordelen om al hetgeen door [appellant] krachtens die
overeenkomsten aan Dexia is betaald, aan [appellant] terug te betalen, vermeerderd
met de wettelijke rente daarover telkens vanaf de dag van de door [appellant] gedane
betalingen dan wel vanaf een door de rechtbank te bepalen datum tot aan die der
voldoening;
2. Dexia zal veroordelen om binnen twee weken na betekening van het
vonnis te bewerkstelligen dat de registratie van [appellant] bij het Bureau Krediet
Registratie wordt doorgehaald en dat de aan die registratie gekoppelde
achterstandscodering ongedaan wordt gemaakt, op straffe van een dwangsom van
€ 500,- voor iedere dag dat Dexia daarmee in gebreke blijft met een maximum van
€ 20.000,-;
3. Dexia zal veroordelen tot betaling van de door [appellant] aan Leaseproces
verschuldigde buitengerechtelijke kosten op basis van de offerte van Leaseproces,
althans van een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag;
4. Dexia zal veroordelen in de kosten van het geding, waarvan het salaris
gemachtigde voorwaardelijk wordt gevorderd, namelijk voor het gevat Dexia niet
veroordeeld zou worden om de volledige sub 3 genoemde kosten van Leaseproces
aan [appellant] te voldoen.
Bij conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie, met producties, heeft Dexia
verweer gevoerd in conventie en geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen van
[appellant] en heeft zij in reconventie gevorderd dat de rechtbank bij vonnis voor zover
mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
zal verklaren voor recht dat de tussen Dexia en [appellant] gesloten overeenkomsten met nummers [contractnummer 1] , [contractnummer 2] , [contractnummer 3] , [contractnummer 4] , [contractnummer 5] , [contractnummer 6] , [contractnummer 7] en [contractnummer 8] rechtsgeldig tot stand gekomen zijn, niet zijn vernietigd en niet bloot staan aan vernietiging op enige grond waarop van de zijde van [appellant] een beroep kan worden gedaan;
alles met veroordeling van [appellant] in de proceskosten in conventie en in reconventie.
[appellant] heeft in reconventie verweer gevoerd.
De kantonrechter heeft bij het bestreden vonnis als volgt beslist:
“in conventie:
verklaart voor recht dat de overeenkomsten in het geding met nummers [contractnummer 7]
en [contractnummer 8] rechtsgeldig zijn vernietigd en veroordeelt Dexia om al hetgeen door [appellant]
krachtens die overeenkomsten aan Dexia is betaald, aan [appellant] terug te betalen, met dien
verstande dat daarop in mindering strekt wat Dexia aan [appellant] heeft betaald uit hoofde
van deze overeenkomsten, en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 september 2004
over dat saldo en vervolgens steeds vanaf de datum waarop een betaling is ontvangen, over
die betaling, tot aan de dag van voldoening;
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
verklaart dit vonnis, voor zover het de veroordeling betreft, uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde;
in reconventie:
verklaart voor recht dat de tussen Dexia en [appellant] gesloten overeenkomsten met
nummers [contractnummer 1] , [contractnummer 2] , [contractnummer 3] , [contractnummer 4] , [contractnummer 5] en [contractnummer 6] rechtsgeldig
tot stand gekomen zijn, niet zijn vernietigd en niet bloot staan aan vernietiging op enige
grond waarop van de zijde van [appellant] een beroep kan worden gedaan;
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst af het meer of anders gevorderde.”
[appellant] heeft in hoger beroep vier grieven aangevoerd. Hij heeft (kennelijk) geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden vonnis, tot toewijzing van zijn (in hoger beroep als na te melden gewijzigde) vorderingen en tot algehele afwijzing van de vorderingen van Dexia.
De gewijzigde vorderingen luiden als volgt:
“dat het uw Hof behage om bij arrest, alles voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
het gewezen vonnis van de Rechtbank Oost-Brabant, sector kanton, locatie Eindhoven van 23 november 2017, zaak- en rolnummer 5369489/ 16-10088 te vernietigen — behoudens voor zover daarin werd beslist dat de overeenkomsten met de contractnummers [contractnummer 7] en [contractnummer 8] tijdig werden vernietigd - en, opnieuw recht doende:
- ter zake de overeenkomsten [contractnummer 1] , [contractnummer 2] , [contractnummer 3] , [contractnummer 4] , [contractnummer 5] en [contractnummer 6] te verklaren voor recht dat deze rechtsgeldig zijn vernietigd ex artikel 1:88 en 89 BW en Dexia te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [appellant] te voldoen al hetgeen aan Dexia is betaald onder deze overeenkomsten, vermeerderd met de wettelijke rente daarover telkens vanaf de dag van elk van de betalingen aan Dexia tot aan die der uiteindelijke algehele voldoening;
- ter zake de overeenkomsten [contractnummer 7] en [contractnummer 8] Dexia te veroordelen de wettelijke rente te vergoeden telkens vanaf de dag van elk van...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT