Uitspraak Nº 200.236.629_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2020-12-17

ECLIECLI:NL:GHSHE:2020:3920
Docket Number200.236.629_01
Date17 Diciembre 2020
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Team familie- en jeugdrecht

Uitspraak: 17 december 2020

Zaaknummer: 200.236.629/01

Zaaknummer eerste aanleg: C/02/299946 FA RK 15-3534

in de zaak in hoger beroep van:

[de vader] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellant,

hierna te noemen: de vader,

advocaat: mr. E.E. Sprenkeling,

tegen

[de moeder] ,

wonende te [woonplaats] ,

verweerster,

hierna te noemen: de moeder,

advocaat: mr. N.A. Boelhouwer.

In zijn hoedanigheid als omschreven in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:

de Raad voor de Kinderbescherming,

regio Zuidwest Nederland, locatie [locatie] ,

hierna te noemen: de raad.

Deze zaak betreft de minderjarige:

- [minderjarige] (hierna te noemen: [minderjarige] ), geboren op [geboortedatum] 2008 te [geboorteplaats] .

9 De beschikking van 10 oktober 2019

Bij die beschikking heeft het hof bepaald dat de vader en [minderjarige] , tot hierop door het hof nader is beslist, voorlopig gerechtigd zijn tot contact met elkaar gedurende eenmaal per drie weken van vrijdagmiddag na school tot zondag 11.00 uur.

Bij die beschikking heeft het hof voorts de raad verzocht om aan het hof een nader rapport en advies uit te brengen omtrent het verloop van voornoemde voorlopige regeling tussen de vader en [minderjarige] en het hof nader te adviseren omtrent een definitieve regeling.

Het hof heeft iedere verdere beslissing omtrent de definitieve regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken tussen de vader en [minderjarige] aangehouden tot 10 juli 2020 pro forma.

10. Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

10.1.

Het hof heeft kennisgenomen van de inhoud van:

- het (nadere) rapport van de raad d.d. 22 september 2020;

- het V8-formulier ingediend door de advocaat van de vader op 24 september 2020;

- het V6-formulier ingediend door de advocaat van de moeder op 1 oktober 2020.

10.2.

Nu partijen bij voormelde V-formulieren het hof hebben bericht dat zij zich met de door de raad geadviseerde definitieve regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken tussen de vader en [minderjarige] kunnen verenigen, zal het hof deze zaak op de stukken afdoen.

11 De verdere beoordeling
11.1.

De raad heeft in het (nadere) rapport van 22 september 2020 – samengevat – het hof als volgt geadviseerd.

Er dient een definitieve regeling inzake de verdeling van de zorg- en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT