Uitspraak Nº 200.238.759/01 NOT en 200.241.279/01 NOT. Gerechtshof Amsterdam, 2018-11-27

ECLIECLI:NL:GHAMS:2018:4429
Docket Number200.238.759/01 NOT en 200.241.279/01 NOT
Date27 Noviembre 2018
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)

beslissing

___________________________________________________________________ _ _

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht

zaaknummers : 200.238.759/01 NOT en 200.241.279/01 NOT

nummers eerste aanleg : SHE/2017/85 en SHE/2017/110

beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 27 november 2018

inzake

[naam] ,

wonend te [plaats] ,

appellant,

tegen

[naam] ,

notaris te [plaats] ,

geïntimeerde.

1 Het geding in hoger beroep
1.1.

Appellant (hierna: klager) heeft op 24 april 2018 een beroepschrift - met bijlagen - bij het hof ingediend tegen de beslissingen van de kamer voor het notariaat in het ressort 's‑Hertogenbosch (hierna: de kamer) met voormelde nummers, beide van 26 maart 2018 (ECLI:NL:TNORSHE:2018:4 en ECLI:NL:TNORSHE:2018:3). De kamer heeft in de bestreden beslissing met nummer SHE/2017/85 de klacht van klager tegen geïntimeerde (hierna: de notaris) ongegrond verklaard en in de bestreden beslissing met nummer SHE/2017/110 klager niet‑ontvankelijk verklaard in zijn klacht tegen de notaris.

1.2.

De notaris heeft op 24 juli 2018 een verweerschrift in beide zaken bij het hof ingediend.

1.3.

Klager heeft op 30 augustus 2018 nadere stukken ingediend.

1.4.

De zaken zijn gelijktijdig behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 13 september 2018. Klager en de notaris zijn verschenen en hebben het woord gevoerd; klager aan de hand van een aan het hof overgelegde pleitnota.

1.5.

Ter zitting heeft klager nog nadere stukken overgelegd. De notaris heeft hiertegen bezwaar gemaakt aangezien deze stukken geen verband houden met hem of met de klachten. Het hof heeft daarop ter zitting beslist dat op deze stukken acht wordt geslagen, omdat deze kort en eenvoudig te doorgronden zijn. Het hof heeft de notaris de gelegenheid geboden behoorlijk van die stukken kennis te nemen en zich deugdelijk voor te bereiden op een verweer daartegen en heeft daartoe de mondelinge behandeling voor een leespauze geschorst.

1.6.

Het hof heeft de mondelinge behandeling geschorst, nadat klager tijdens de terechtzitting een verzoek had ingediend tot wraking van mrs. J.H. Lieber, J.W.M. Tromp en B.J.M. Gehlen. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

1.7.

Het wrakingsverzoek is aansluitend behandeld. Bij beslissing van 13 september 2018 heeft de wrakingskamer van het gerechtshof Amsterdam het verzoek tot wraking van voormelde raadsheren afgewezen.

1.8.

De mondelinge behandeling van de zaken is daarop direct voortgezet, waar klager is verschenen. De notaris is niet verschenen.

2 Stukken van het geding

Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie in beide zaken en de hiervoor vermelde stukken.

3 Feiten
3.1.

Het hof verwijst voor de feiten naar hetgeen de kamer in de bestreden beslissingen heeft vastgesteld. Klager heeft tegen de vaststelling van die feiten bezwaar gemaakt. Het hof zal hiermee (voor zover relevant) bij de beoordeling rekening houden.

3.2.

Het gaat in deze zaak - in de kern - om het volgende.

3.2.1.

Klager heeft twee broers, [naam] (hierna: [broer 1] ) en [naam] (hierna: [broer 2] ). Hun moeder is op [datum] 2011 overleden. Op [datum] 2011 is hun vader overleden. Klager en zijn broers zijn de enige erfgenamen in de nalatenschap van hun vader. Zij hebben deze nalatenschap zuiver aanvaard. Tot deze nalatenschap behoorde onder andere een in Spanje ( [plaats] ) gelegen onroerende zaak (hierna: de woning). De broers zijn ieder voor een/derde onverdeeld aandeel gerechtigd - tot de woning -.

3.2.2.

Bij beschikking van 9 december 2013 heeft de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam (hierna: de kantonrechter) - voor zover hier van belang - op het verzoek van [broer 1] een beheersregeling ten aanzien van de woning vastgesteld als bedoeld in artikel 3:168 lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW).

3.2.3.

Bij beschikking van 11 december 2014 heeft de kantonrechter op het verzoek van [broer 1] en [broer 2] voormelde beheersregeling aangevuld en de notaris als bewindvoerder van de woning benoemd. Klager heeft tegen deze beschikking hoger beroep ingesteld.

3.2.4.

Bij brief van 15 januari 2015 heeft de notaris (onder meer) het volgende aan de kantonrechter bericht:

“(…)

Reeds bij het starten van mijn werkzaamheden heeft [klager] schriftelijk (per mail) aangegeven dat hij zich niet wenst te conformeren aan de beschikking en mijn benoeming tot bewindvoerder niet accepteert. (…)

Ik kan niet anders concluderen dan dat ik mijn taak als bewindvoerder niet kan uitvoeren doordat ik geen enkele medewerking krijg van [klager] .

(…)”

3.2.5.

Bij e‑mailbericht - met bijlagen - van 23 juli 2015 heeft klager klachten ingediend tegen (onder meer) de notaris. Deze (eerste) klacht (SHE/2015/67) tegen de notaris had - kort gezegd - betrekking op enerzijds zijn betrokkenheid bij de afwikkeling van de nalatenschappen van de ouders van klager en anderzijds op de handelwijze van de notaris als bewindvoerder. In verband met zijn functie als bewindvoerder verweet klager de notaris - in de kern - dat hij:

  1. voorafgaand aan (het voorstel tot) zijn benoeming ten onrechte geen contact met klager had opgenomen om te verifiëren of hij daarmee instemde en hem vooraf niet had geïnformeerd over zijn capaciteiten en het door hem gehanteerde tarief;

  2. zijn benoeming tot bewindvoerder had moeten weigeren omdat hij de Spaanse taal onvoldoende beheerste en de drie broers het niet eens waren over de benoeming;

  3. niet onpartijdig was omdat hij voorbarige conclusies trok en zijn andere broer(s) bevoordeelde;

  4. klager ten onrechte geen duidelijkheid verschafte over de vraag of hij al dan niet was afgetreden als bewindvoerder.

3.2.6.

Op 24 juli 2015 heeft klager op voet van artikel 4:164 lid 2 BW bij de kantonrechter een verzoek ingediend tot ontslag van de notaris als bewindvoerder.

3.2.7.

Bij brief van 12 februari 2016 heeft de notaris dit hof (onder meer) het volgende bericht:

“(…) Hierbij bericht ik U dat ik momenteel bereid ben om bewindvoerder (…) te blijven op basis van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT