Uitspraak Nº 200.240.908_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2019-01-24
ECLI | ECLI:NL:GHSHE:2019:211 |
Docket Number | 200.240.908_01 |
Date | 24 Enero 2019 |
Court | Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland) |
Afdeling civiel recht
Uitspraak: 24 januari 2019
Zaaknummer: 200.240.908/01
Zaaknummer eerste aanleg: 6572518 OV VERZ 18-196
in de zaak in hoger beroep van:
[appellant] ,
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
hierna te noemen: de rechthebbende,
advocaat: mr. J.H.P.M. Verhagen,
als belanghebbende wordt aangemerkt:
[de bewindvoerder] h.o.d.n. [Welzijn] Welzijn,
in hoedanigheid van bewindvoerder over de (toekomstige) goederen van de rechthebbende,
kantoorhoudende te [kantoorplaats] ,
hierna te noemen: de bewindvoerder.
Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda van 15 maart 2018.
Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 8 juni 2018, heeft de rechthebbende verzocht voormelde beschikking te vernietigen en alsnog het inleidend verzoek (tot opheffing van het bewind) toe te wijzen, althans een zodanige beslissing te nemen als het hof rechtens juist acht.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van:
- de brief van de advocaat van de rechthebbende d.d. 6 juli 2018, ingekomen ter griffie op 9 juli 2018, met producties.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 29 november 2018. Bij die gelegenheid zijn gehoord:
-
-
de rechthebbende bijgestaan door zijn advocaat, mr. Verhagen;
-
-
de heer [de informant] (hierna: de sociaal begeleider van de rechthebbende), die als informant is gehoord.
De bewindvoerder is niet verschenen.
De kantonrechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, heeft bij beschikking van 8 juli 2015 een bewind ingesteld over de (toekomstige) goederen van de rechthebbende met benoeming van [de bewindvoerder] h.o.d.n. [Welzijn] Welzijn tot bewindvoerder.
Bij de bestreden beschikking heeft de kantonrechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, het verzoek van de rechthebbende tot opheffing van het bewind afgewezen.
De rechthebbende kan zich met deze beslissing niet verenigen en hij is hiervan in hoger beroep gekomen.
De rechthebbende voert in het beroepschrift, zoals aangevuld ter zitting - kort samengevat - het volgende aan.
De rechthebbende is zeer goed in staat om...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT