Uitspraak Nº 200.245.687. Gerechtshof Amsterdam, 2020-07-14

ECLIECLI:NL:GHAMS:2020:1957
Date14 Julio 2020
Docket Number200.245.687
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)
GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummer : 200.245.687/01

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/623702/ HA ZA 17-159

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 14 juli 2020

inzake

[appellant] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellant,

advocaat: mr. J.G.A. Linssen te Tilburg,

tegen

VERENIGING BUMA,

gevestigd te Hoofddorp,

geïntimeerde,

advocaat: mr. S.R.M.T. Janssen te Hoofddorp.

1 Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna [appellant] en Buma genoemd.

[appellant] is bij dagvaarding van 18 mei 2018 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 21 februari 2018, onder bovenvermeld zaaknummer gewezen tussen [appellant] als eiser en Buma als gedaagde.

Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:

  • -

    akte van de zijde van [appellant] houdende deponering DVD met film- en geluidsopnames;

  • -

    memorie van grieven, met producties;

  • -

    memorie van antwoord, met producties.

Partijen hebben hun zaak ter zitting van het hof van 26 november 2019 doen bepleiten, [appellant] door mr. Linssen voornoemd en Buma door mr. Janssen voornoemd, ieder aan de hand van aan het hof overgelegde pleitnotities. [appellant] heeft bij die gelegenheid nog producties in het geding gebracht.

Ten slotte is arrest gevraagd.

[appellant] heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en zijn vordering alsnog bij arrest – uitvoerbaar bij voorraad – zal toewijzen met bepaling dat Buma al datgene wat [appellant] uit hoofde van dat vonnis heeft voldaan aan [appellant] zal terugbetalen en met veroordeling van Buma in de kosten van beide instanties, met nakosten en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening van het arrest.

Buma heeft geconcludeerd, zakelijk samengevat, tot bekrachtiging van het bestreden vonnis, met – uitvoerbaar bij voorraad - veroordeling van [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep.

Partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

2 Feiten

De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2, 2.1 tot en met 2.23, de vaststaande feiten vermeld die zij bij de beoordeling van de zaak tot uitgangspunt heeft genomen. Grief 1 is (onder meer) gericht tegen het door de rechtbank onder 2.16 vermelde feit dat de door Buma verleende licentie aan de Efteling valt onder de blanket-license / brancheovereenkomst die Buma heeft gesloten met Koninklijk Horeca Nederland (hierna: KHN). Het hof zal daar bij de beoordeling onder 3 op ingaan. Dit laatste geldt ook voor de in grief 1 en (deels) in de grieven 2, 3 en 8 door [appellant] geuite bezwaren tegen onderdelen van de door de rechtbank in een aantal rechtsoverwegingen (van het bestreden vonnis onder 4) voorts nog als vaststaand aangenomen feiten, bij de formulering van de in het kader van de beoordeling gehanteerde uitgangspunten.

De feiten vermeld in het bestreden vonnis onder 2 zijn voor het overige in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die volgen uit de niet weersproken stellingen van partijen dan wel de niet (voldoende) bestreden inhoud van producties waarnaar zij ter staving van hun stellingen verwijzen, komen deze feiten neer op het volgende.

2.1.

[appellant] is componist en muziekproducent.

2.2.

Buma is een auteursrechtenorganisatie, die collectief de belangen behartigt van bij haar aangesloten componisten, tekstdichters en muziekuitgevers met betrekking tot de openbaarmaking van hun werken, of te wel een collectieve beheersorganisatie (hierna: CBO). Buma verleent in dat kader licenties voor het openbaar maken van muziekwerken, tegen betaling van een vergoeding die volgens vastgestelde formules wordt berekend. Buma hanteert voor de incassering voor het muziekgebruik verschillende tarieven, waaronder het Algemeen Tarief Muziekgebruik (ATM), het Tarief Mechanische Achtergrondmuziek (TMA), het Tarief Mechanische Achtergrondmuziek Horeca (TMAH) en het Tarief Kermis.

2.3.

Het ATM is blijkens de folder uit 2011 (overgelegd in hoger beroep) van toepassing:

  1. Op uitvoeringen waarbij muziek ten gehore wordt gebracht door één of meer uitvoerende kunstenaars;

  2. Op uitvoeringen waarbij muziek langs mechanische weg ten gehore wordt gebracht, voor zover het geen achtergrondmuziek betreft;

  3. Op elke vorm van muziekgebruik waarvoor geen speciaal tarief van Buma geldt.

In de folder van 2017 (overgelegd in eerste aanleg) is het als volgt verwoord:

“Het Algemeen Tarief Muziekgebruik is van toepassing op Muziekgebruik in de vorm van uitvoeringen door één (of meer) uitvoerende kunstenaar(s) en/of door middel van Geluidsapparatuur, ook wanneer dat Muziekgebruik geschiedt binnen een evenement dat niet in het bijzonder op dat Muziekgebruik is gericht.

Het Algemeen Tarief Muziekgebruik is niet van toepassing wanneer een Speciaal Tarief van Buma van toepassing is. In alle gevallen waarin onduidelijkheid mocht bestaan over het toepasselijk tarief voor Muziekgebruik geldt het Algemeen Tarief Muziekgebruik.”

Bij het ATM wordt de verschuldigde (licentie)vergoeding berekend aan de hand van een degressief percentage van de recette (7 tot 2%), het totaalbedrag aan gages of uitkoopsommen (al naar gelang welke van deze bedragen het hoogste is). Daarbij geldt een minimumvergoeding per vierkante meter per dag / uitvoering. In 2011 respectievelijk 2017 bedroeg deze laatste vergoeding € 23,95 / € 25,64 voor 50 m2 oplopend tot € 87,41 / € 93,66 voor 1000 m2. Voor muziekgebruik in de open lucht wordt uitgegaan van een minimumoppervlakte van 700 m2 (in 2011 € 67,37 en in 2017 € 72,17 per dag / uitvoering).

2.4.

Het TMA is volgens de tarieftekst 2011 en 2017 van toepassing op

“elke vorm van Achtergrondmuziek die door middel van Geluidsapparatuur ten gehore wordt gebracht, tenzij een Speciaal Tarief Achtergrondmuziek van toepassing is.”

Voorts wordt in de folder van 2017 het navolgende vermeld:

“(…)

1. Definities

Achtergrondmuziek: “muziek die ten gehore wordt gebracht op een constant en niet op de voorgrond tredend geluidsniveau, welke muziek er toe dient om sfeer te verhogen (voornamelijk) door stilte te doorbreken”.

(…)

7 Bepalen van de vergoeding
Bij overeenkomsten worden verschuldigde prijzen vastgesteld op basis van de oppervlakte en de volgende categorie indeling:

Onder categorie A vallen:
Kunstijsbanen, muziek aan de gevel en/of in de portiek van een individuele winkel, winkelcentra, straten, galerijen, passages, amusementshallen, zorginstellingen (zoals verpleeghuizen, ziekenhuizen, bejaardenhuizen.), alle overige exploitaties waarop conform artikel 3 het Tarief Mechanische Achtergrondmuziek van toepassing is.

Onder categorie B vallen uitsluitend:

Winkels (met uitzondering van zelfbedieningsbedrijven, supermarkten en warenhuizen), fancy-fairs, tentoonstellingen, stands, natuurijsbanen, toonbankzaken, videotheken, sportterreinen, stadions (geen (ijsstadions) en sporthallen, sportruimten zonder horecavoorziening, vliegtuigen, treinen, autobussen, wachtruimten zonder horecavoorziening, zwem- en saunabaden, benzine-stations, parkeergarages.”

In de oudere tarieftekst van 2011 is onder 9 een zelfde categorie indeling vermeld, waaraan vervolgens nog is toegevoegd:

“Alle overige exploitaties met mechanische achtergrondmuziek behoudens die genoemd in punt 11 vallen onder categorie A.”

en onder 11:

“11. Het Tarief Mechanische Achtergrondmuziek is in ieder geval niet van toepassing op:

* muziek waarop wordt gedanst;

* muziek die wordt verzorgd door een disc-jockey;

* muziekgebruik tijdens filmvoorstellingen en overige audiovisuele presentaties.”

De tarieven worden berekend op basis van vierkante meter; in categorie A zijn de tarieven grofweg het dubbele van die in categorie B. Het laagste tarief, van toepassing t/m 100 vierkante meter in categorie A, bedroeg in 2011 € 406,16 en in 2017 € 434,91 per jaar en in categorie B € 203,08 respectievelijk € 217,46.

2.5.

Het TMAH geldt volgens de tarieftekst 2017 voor:

“ elke vorm van Achtergrondmuziek die door middel van Geluidsapparatuur ten gehore wordt gebracht in een Horecabedrijf. Dit tarief geldt ook voor andere publiek toegankelijke ruimten, als daar eet-/drinkwaren worden verstrekt en deze ter plaatse kunnen worden gebruikt.”

Ook hier is het tarief gebaseerd op de oppervlakte van de ruimte waarin de muziek te beluisteren valt, te beginnen met een tarief op jaarbasis van € 80,31 voor een oppervlakte t/m 30 m2, € 513,59 t/m 100 m2 vervolgens oplopend tot € 1.383,43 voor 500 m2, daarna te verhogen met een opslag van € 217,46 voor ieder 100 m2 daarboven.

2.6.

Het Tarief Kermis geldt voor het muziekgebruik in kermisattracties, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen kleine, middelgrote en grote exploitaties, in 2017 bedroeg dit: € 217,46, € 326,19 respectievelijk € 434,91 per kalenderjaar.

2.7.

Voor muziekgebruik dat valt onder het TMA, TMAH en Tarief Kermis verleent Buma een zogenaamde “blanket license”, een licentie die het gehele repertoire van Buma omvat. Daarvoor geldt een vaste (jaarlijkse) vergoeding die is gebaseerd op de oppervlakte van de ruimte of locatie waarin de muziek te beluisteren is, als hiervoor onder 2.4. t/m 2.6 weergegeven.

Met betrekking tot de wijze van berekening van de vierkante meters is in de tarieftekst van het TMA (zowel 2011 als 2017), voor zover van belang, het volgende opgenomen

“(…)

Voorbeelden inzake oppervlaktebepaling en categorie-indeling

(…)

Galerijen, straten, passages en winkelcentra

Berekend wordt de bruto oppervlakte van de ruimte waarin de muziek te beluisteren is. Is de muziek uitsluitend langs de gevels hoorbaar, dan moet om de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT