Uitspraak Nº 200.246.266. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2020-02-11

ECLIECLI:NL:GHARL:2020:1172
Date11 Febrero 2020
Docket Number200.246.266
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.246.266

(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht: NL18.13)

arrest van 11 februari 2020

in de zaak van

Stichting Het Utrechts Monumentenfonds,

gevestigd te Utrecht,

appellante,

in eerste aanleg: gedaagde,

hierna: UMF,

advocaat: mr. M.P.H. van Wezel,

tegen:

1 [geïntimeerde1] ,

wonende te [A] , hierna ook te noemen: [geïntimeerde1] ,

2. [geïntimeerde2],

wonende te [A] , hierna ook te noemen: [geïntimeerde2] ,

3. [geïntimeerde3],

wonende te [A] , hierna ook te noemen: [geïntimeerde3] ,

4. [geïntimeerde4],

wonende te [A] , hierna ook te noemen: [geïntimeerde4] ,

5. [geïntimeerde5],

wonende te [A] , hierna ook te noemen: [geïntimeerde5] ,

6. [geïntimeerde6],

wonende te [A] , hierna ook te noemen: [geïntimeerde6] ,

7. [geïntimeerde7],

wonende te [A] , hierna ook te noemen: [geïntimeerde7] ,

8. [geïntimeerde8],

wonende te [A] , hierna ook te noemen: [geïntimeerde8] ,

9. [geïntimeerde9],

wonende te [A] , hierna ook te noemen: [geïntimeerde9] ,

10. [geïntimeerde10],

wonende te [A] , hierna ook te noemen: [geïntimeerde10] ,

11. [geïntimeerde11],

wonende te [A] , hierna ook te noemen: [geïntimeerde11] ,

geïntimeerden,

in eerste aanleg: eisers,

hierna allen samen ook te noemen: de erfpachters,

geïntimeerden sub 1 tot en met 8 samen te noemen: [geïntimeerden] c.s.,

advocaat: mr. E.J. Elferink.

1 Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van het vonnis van 25 juni 2018 dat de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht heeft gewezen.

2 Het geding in hoger beroep
2.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding in hoger beroep,

- de memorie van grieven,

- de memorie van antwoord met producties.

2.2

Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

3 De vaststaande feiten
3.1.

Het hof gaat in hoger beroep uit van de volgende feiten:

3.1.1.

Geïntimeerden zijn allen erfpachters van percelen in [A] waarvan UMF eigenaar en erfverpachter is.

3.1.2.

[geïntimeerden] en [geïntimeerde2] zijn erfpachters van het perceel [a-straat] 329 sinds 21 december 1992. [geïntimeerde3] is erfpachter van het perceel [b-straat] 39 sinds 2 april 2002. [geïntimeerde4] en [geïntimeerde5] zijn erfpachters van het perceel [c-straat] 5 sinds 3 augustus 1992. [geïntimeerde6] is erfpachter van het perceel [b-straat] 39a sinds 16 juni 1998. [geïntimeerde7] is erfpachter van de percelen [d-straat] 327 A en [d-straat] 327 B sinds 7 december 1998. [geïntimeerde8] is erfpachter van het perceel [e-straat] 108 sinds 12 november 1987. [geïntimeerde9] en [geïntimeerde10] zijn erfpachters van het perceel [a-straat] 327c sinds 6 januari 2015. [geïntimeerde11] is erfpachter van het perceel [a-straat] 327 sinds 13 november 2015.

3.1.3.

Voor alle percelen geldt dat het recht van erfpacht eeuwigdurend is. De erfpachters betalen per perceel een jaarlijks bedrag aan canon aan het UMF.

3.1.4.

Voor het perceel van [geïntimeerden] en [geïntimeerde2] geldt onder meer de volgende erfpachtvoorwaarde (daterend van 28 december 1979) over de canon:

"9. b. Het Fonds is bevoegd om de vijf jaar, derhalve voor het eerst per een januari negentienhonderd vijf en tachtig de canon te verhogen met het bedrag dat het Fonds meer terzake van het in erfpacht uitgegevene aan lasten heeft dan de tot dan toe geldende canon opbrengt."

3.1.5.

Voor het perceel van [geïntimeerde3] geldt onder meer de volgende erfpachtvoorwaarde (daterend van 13 december 1973) over de canon:

"6. c. Na verloop van vijf jaar, en wel met ingang van het kalenderjaar negentienhonderd negen en zeventig wordt de canon verhoogd tot een bedrag van tweeduizend vierhonderd gulden per jaar. Nadien zal verhoging uitsluitend kunnen worden verlangd, na overleg met de erfpachter, indien de eigenares van de grond (het Fonds) kan aantonen dat de eigenaarslasten, voortvloeiende uit de eigendom van het in erfpacht uit gegeven onroerend goed de daaruit voortkomende baten overtreffen."

Voor het perceel van [geïntimeerde6] geldt een vrijwel gelijkluidende erfpachtvoorwaarde (daterend van 4 december 1973) over de canon.

3.1.6.

Voor het perceel van [geïntimeerde4] en [geïntimeerde5] geldt onder meer de volgende erfpachtvoorwaarde (daterend van 1 juni 1977) over de canon:

"Verhoging der canon zal uitsluitend kunnen worden verlangd, na overleg met de erfpachter, indien de eigenares van de grond (het Fonds) kan aantonen dat de eigenaarslasten, voortvloeiende uit de eigendom van het in erfpacht uitgegeven onroerend goed de daaruit voortkomende baten overtreffen."

Voor de percelen van [geïntimeerde7] en van [geïntimeerde8] geldt een vrijwel gelijkluidende erfpachtvoorwaarde (respectievelijk daterend van 20 december 1979 en 22 december 1977).

3.1.7.

Ten aanzien van het perceel van [geïntimeerde9] en [geïntimeerde10] geldt de volgende (op 5 januari 2015 gewijzigde) erfpachtvoorwaarde over de canon:

"Met ingang van een januari tweeduizend negentien (01-01-2019) zal de canon repeterend elke vijf jaar achteraf worden aangepast aan het Consumentenprijsindexcijfer reeks alle huishoudens (2006 = 100). De gewijzigde canon wordt berekend volgens de formule: de gewijzigde canon is gelijk aan de geldende canon op de wijzigingsdatum, vermenigvuldigd met het indexcijfer van de kalendermaand die ligt vier kalendermaanden voor de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT