Uitspraak Nº 200.247.395_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2019-01-31

ECLIECLI:NL:GHSHE:2019:325
Docket Number200.247.395_01
Date31 Enero 2019
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Team familie- en jeugdrecht

Uitspraak : 31 januari 2019

Zaaknummer : 200.247.395/01

Zaaknummer 1e aanleg : C/01/334921 / JE RK 18-840

in de zaak in hoger beroep van:

Raad voor de Kinderbescherming,

regio Zuidoost Nederland, locatie [locatie] ,

appellant,

hierna te noemen: de raad.

Als belanghebbenden worden aangemerkt:

- [vader] , hierna te noemen: de vader;

- [moeder] , hierna te noemen: de moeder.

1 Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 5 juli 2018.

2 Het geding in hoger beroep
2.1.

Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 4 oktober 2018, heeft de raad verzocht voormelde beschikking – naar het hof begrijpt gedeeltelijk – te vernietigen en alsnog het inleidend verzoek van de raad om te komen tot een ondertoezichtstelling van de hierna te noemen minderjarige [minderjarige] voor de duur van één jaar toe te wijzen.

2.2.

Er is geen verweerschrift ingekomen.

2.3.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 8 januari 2019. Bij die gelegenheid is gehoord:

- de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad] .

2.3.1.

De vader en de moeder zijn, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.

2.3.2.

Het hof heeft de minderjarige [minderjarige] in de gelegenheid gesteld zijn mening kenbaar te maken. Hij heeft hiervan geen gebruik gemaakt.

2.4.

Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:

  • -

    het inleidend verzoek van de raad met bijlagen, ingekomen op 18 oktober 2018;

  • -

    de brief van de raad d.d. 3 januari 2019.

3 De beoordeling
3.1.

Uit het inmiddels door echtscheiding ontbonden huwelijk van de moeder en de vader is – voor zover hier van belang – op [geboortedatum] 2001 te [geboorteplaats] [minderjarige] (ook te noemen: [minderjarige] ) geboren. Het ouderlijk gezag over [minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.

3.2.

Bij de bestreden beschikking heeft de rechtbank, voor zover thans van belang, het verzoek van de raad tot ondertoezichtstelling van [minderjarige] afgewezen.

3.3.

De raad kan zich met deze beslissing niet verenigen en hij is hiervan in hoger beroep gekomen.

3.4.

De raad voert in het beroepschrift, zoals aangevuld ter zitting, kort samengevat, het volgende aan. Sinds de bestreden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT