Uitspraak Nº 200.247.934/02. Gerechtshof Den Haag, 2020-04-28
ECLI | ECLI:NL:GHDHA:2020:855 |
Date | 28 Abril 2020 |
Docket Number | 200.247.934/02 |
Court | Gerechtshof Den Haag (Nederland) |
Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.247.934/02
Rolnummer rechtbank : 6717787 \ RL EXPL 18-4809
inzake
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
hierna te noemen: [appellant] ,
advocaat: mr. K. Bingöl te Den Haag,
tegen
1. [bewindvoerder] , handelend onder de naam SEN Bewind & Budgetbeheer, in haar hoedanigheid van beschermingsbewindvoerder over de (toekomstige) goederen van
[geïntimeerde sub 2] en [geïntimeerde sub 3] ,
kantoorhoudende te Den Haag,
wonende te [woonplaats] ,
3. [geïntimeerde sub 3] ,wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerden,
hierna te noemen: [geïntimeerde sub 2] c.s., of afzonderlijk huurders ( [geïntimeerde sub 2] en [geïntimeerde sub 3] ) en de bewindvoerder,
advocaat: mr. J.P.L.C. Dijkgraaf te Den Haag.
1. Voor het verloop van het geding tot aan het tussenarrest van 30 oktober 2018 verwijst het hof naar dat arrest. De in dat arrest bevolen comparitie heeft plaatsgevonden op 28 november 2018 en is voortgezet op 30 januari 2019. Van die comparitie zijn processen-verbaal opgemaakt die zich bij de stukken bevinden. [appellant] heeft vervolgens bij memorie van grieven vier grieven tegen het bestreden vonnis aangevoerd en toegelicht. Die grieven zijn door [geïntimeerde sub 2] c.s. bij memorie van antwoord met producties weersproken. De zaak is vervolgens op 17 september 2019 ambtshalve geroyeerd en op 15 oktober 2019 weer geïntroduceerd. [appellant] heeft vervolgens op 5 november 2019 een akte met één productie genomen. Ten slotte is arrest bepaald.
2. Het hof gaat uit van de volgende feiten.
a. Huurders huren sinds 1 februari 2014 van [appellant] de woning aan de [adres] te [plaatsnaam] (hierna: de woning). De overeengekomen huurprijs bedraagt € 650,- per maand, te vermeerderen met een maandelijks voorschot van € 250,- voor gas, water en elektra.
Bij uitspraak van de Huurcommissie van 16 juli 2015 (verzonden op 21 juli 2015) heeft de Huurcommissie de huurprijs voor de woning vastgesteld op € 459,49 per maand.
Bij beschikkingen van 25 februari 2016 zijn de goederen die (zullen) toebehoren aan huurders onder bewind gesteld en is de bewindvoerder in die hoedanigheid aangesteld.
Bij inleidende dagvaarding heeft [appellant] gevorderd de huurovereenkomst te ontbinden en huurders te veroordelen tot ontruiming van de woning. Voorts heeft hij gevorderd huurders te veroordelen tot betaling van € 8.442,32 te vermeerderen met wettelijke rente, alsmede tot betaling van € 900,90 per maand, te vermeerderen met de wettelijke huurverhoging, vanaf 31 oktober 2017 tot aan de dag der ontruiming, en in de kosten van het geding.
Bij verstekvonnis van 5 december 2017 zijn deze vorderingen toegewezen.
Huurders hebben verzet ingesteld tegen het verstekvonnis en in reconventie gevorderd dat [appellant] wordt veroordeeld tot betaling van € 5.577,34, te vermeerderen met wettelijke...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT