Uitspraak Nº 200.250.384/01. Gerechtshof Amsterdam, 2020-11-03

ECLIECLI:NL:GHAMS:2020:2930
Docket Number200.250.384/01
Date03 Noviembre 2020
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)
GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummer : 200.250.384/01

zaaknummer rechtbank Amsterdam : 6215837 CV EXPL 17-18240

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 3 november 2020

inzake

1 [appellant sub 1] ,

wonend te [woonplaats] ,

2. [appellant sub 2]

wonend te [woonplaats] ,

3. [appellant sub 3]

wonend te [woonplaats] ,

appellanten,

advocaat: mr. G.R. Derksen te Enschede,

tegen

STICHTING AUTORITEIT FINANCIELE MARKTEN,

gevestigd te Amsterdam,

geïntimeerde,

advocaat: mr. A. van der Kolk te Rotterdam.

1 Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna [appellanten] en AFM genoemd.

[appellanten] zijn bij dagvaarding van 12 oktober 2018 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam (hierna: de kantonrechter), van 27 juli 2018, onder bovenvermeld zaaknummer gewezen tussen [appellanten] als eisers en AFM als gedaagde (hierna: het bestreden vonnis).

Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:

- memorie van grieven, met wijziging van eis, tevens met incidentele vordering op basis van artikel 843a Rv, met producties;

- memorie van antwoord, tevens antwoordconclusie in het incident ex artikel 843a Rv, met producties.

Partijen hebben de zaak ter zitting van 27 november 2019 doen bepleiten, [appellanten] door mr. Derksen voornoemd en mr. C. Beltman, advocaat te Enschede, en AFM door mr. Van der Kolk voornoemd, ieder aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd.

Ten slotte is arrest gevraagd.

[appellanten] hebben - naar het hof begrijpt - geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en uitvoerbaar bij voorraad -: in het incident op basis van artikel 843a Rv:

AFM zal veroordelen een afschrift over te leggen van de aanvangshaalbaarheidstoets zoals die door Pensioenfonds AFM is uitgevoerd voorafgaand aan (dan wel naar aanleiding van) de wijziging van Pensioenregeling 2014 naar Pensioenregeling 2016, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,- per dag, vanaf de dag dat het in dezen te wijzen arrest wordt betekend tot aan de dag dat daaraan is voldaan en,

AFM zal veroordelen in de kosten van het incident;

in de hoofdzaak:

primair:

zal verklaren voor recht dat de eenzijdige wijziging door AFM van Pensioenregeling 2014 naar Pensioenregeling 2016 niet rechtsgeldig is geweest en daarmee geen rechtsgevolg heeft gehad;

AFM zal veroordelen tot nakoming van de pensioenovereenkomst met [appellanten] zoals die luidde tot 1 januari 2016, dus op basis van Pensioenregeling 2014, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag, vanaf de dag dat het in dezen te wijzen arrest wordt betekend tot aan de dag dat daaraan is voldaan;

subsidiair:

zal verklaren voor recht dat de wijziging van Pensioenregeling 2014 naar Pensioenregeling 2016 nietig is voor wat betreft het punt van de afschaffing van de onvoorwaardelijke indexatie van tot 1 januari 2016 door [appellanten] opgebouwde pensioenaanspraken;

AFM zal veroordelen tot nakoming van de pensioenovereenkomst met [appellanten] met inachtneming van de verklaring voor recht als geformuleerd onder sub (III), op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag, vanaf de dag dat het in dezen te wijzen arrest wordt betekend tot aan de dag dat dit deugdelijk wordt nagekomen;

zowel primair als subsidiair:

AFM zal veroordelen in de proceskosten, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep;

AFM zal veroordelen om aan [appellanten] terug te betalen al hetgeen [appellanten] uit hoofde van het bestreden vonnis aan AFM hebben betaald, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag dat is betaald tot aan de dag van terugbetaling;

althans zodanig uitspraak te doen als het hof juist acht.

AFM heeft geconcludeerd in het incident tot afwijzing van de vorderingen van [appellanten] met - uitvoerbaar bij voorraad - veroordeling van [appellanten] in de kosten, en in de hoofdzaak tot bekrachtiging van het bestreden vonnis, met uitvoerbaar bij voorraad veroordeling van [appellanten] in de proceskosten - naar het hof begrijpt - in hoger beroep.

Beide partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

2 Feiten

De kantonrechter heeft in het vonnis onder 1.1 tot en met 1.14 de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.

2.1

AFM houdt als gedragstoezichthouder toezicht op de financiële markten: sparen, beleggen, verzekeren en lenen.

2.2

Appelanten zijn op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam voor AFM, in de functie van senior toezichthouder. [appellant sub 1] , geboren [geboortedatum] 1967, is in dienst sinds 1 september 2006, [appellant sub 2] , geboren [geboortedatum] 1982, is in dienst sinds 1 maart 2013 en [appellant sub 3] , geboren op [geboortedatum] 1972, is in dienst sinds 15 maart 2013.

2.3

In artikel 4 van de arbeidsovereenkomst van [appellanten] is bepaald dat [appellanten] deelnemen aan de collectieve pensioenregeling. De voorwaarden van deze regeling zijn opgenomen in het Pensioenreglement, dat onderdeel uitmaakt van de Personeelsgids (hierna: de pensioenregeling).

2.4

In artikel 8 van de arbeidsovereenkomst van [appellanten] is, voor zover van belang, het volgende bepaald:

“1. De Werknemer heeft kennis genomen van het bepaalde in de Personeelsgids en verklaart daarmee akkoord te gaan. De inhoud van de Personeelsgids wordt geacht onderdeel van deze arbeidsovereenkomst uit te maken.”

2.5

In artikel 10 van de arbeidsovereenkomst van [appellanten] is het volgende bepaald:

“1. De Werkgever kan éen of meer artikelen van deze arbeidsovereenkomst eenzijdig wijzigen, indien hij daarbij een zwaarwichtig belang heeft.

2. (….).

3. De Werknemer aanvaardt dat de voorwaarden respectievelijk regelingen genoemd in artikel 8 van deze overeenkomst van tijd tot tijd kunnen wijzigen, in welk geval de gewijzigde voorwaarden van toepassing zullen zijn.”

2.6

In artikel 25 van de pensioenregeling, zoals die gold tot 1 januari 2016 (hierna Pensioenregeling 2014), is het volgende wijzigingsbeding opgenomen:

“1. Indien in de toekomst de bestaande sociale wetten worden gewijzigd of andere maatregelen met betrekking tot ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen worden ingevoerd, heeft de werkgever zich het recht voorbehouden om, indien en voor zover dat door de wet wordt afgedwongen, de pensioenregeling aan te passen aan de gewijzigde omstandigheden.

2. Indien uit de wijziging van de pensioenregeling als bedoeld in het eerste lid een vermindering van de pensioenaanspraken voortvloeit, dan zal deze niet meer bedragen dan het bedrag voortvloeiende uit de nieuwe wettelijke voorziening dan wel het bedrag waarmee een reeds bestaande wettelijke voorziening wordt verhoogd, met dien verstande dat deze vermindering slechts dan op de opgebouwde pensioenaanspraken betrekking mag hebben indien en voor zover de nieuwe wettelijke voorziening daarop betrekking heeft en de Pw vermindering van aanspraken toelaat. Opgebouwde pensioenaanspraken worden niet verminderd tenzij dat door de wet wordt afgedwongen. Daarnaast kunnen verminderingen wel plaatsvinden indien de financiële toestand van de stichting daartoe dwingt.

3. Ingeval van een vermindering van aanspraken als bedoeld in lid 2, zullen de hiervoor eventueel geldende wettelijke beperkingen en voorwaarden in acht worden genomen. De vermindering moet plaatsvinden binnen een jaar na de datum van invoeren of verhoging van de wettelijke voorziening.

4. Aan de deelnemers wordt opgave gedaan van de gewijzigde pensioenbedragen. Aanspraken op pensioen, verkregen door eigen bijdragen van deelnemers, zijn onaantastbaar.

5. Wanneer de werkgever het voornemen heeft gebruik te maken van het recht om de premiebetaling te verminderen of te beëindigen in geval van ingrijpende wijziging van omstandigheden zoals bepaald in artikel 12 Pw, deelt hij dit onverwijld schriftelijk mee aan het bestuur en aan degenen wier aanspraak op pensioen of recht op pensioen daardoor wordt getroffen. Het bestuur past dit reglement vervolgens aan aan de gewijzigde omstandigheden. De opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten kunnen in dat geval uit hoofde van de omstandigheid zoals beschreven in dit lid niet worden gewijzigd.”

2.7

Van april 2015 tot en met december 2015 heeft het bestuur van AFM met de ondernemingsraad (OR) en de pensioencommissie van de OR overlegd over de voorgenomen wijziging van de arbeidsvoorwaarden, in het bijzonder de pensioenregeling.

2.8

Met een e‑mail van 30 april 2015 heeft de Projectleider Herijking Arbeidsvoorwaarden AFM aan de pensioencommissie van de OR een memo gestuurd met als titel “Pensioenlasten in relatie tot begroting”. Daarin wordt de noodzaak tot het herzien van de pensioenafspraken vanuit het begrotingsperspectief uitgelegd.

2.9

Met een memo van 15 juni 2015 heeft de OR van AFM het eerste voorstel Herijking arbeidsvoorwaarden per 1 januari 2016 ontvangen. Over de vernieuwing van de pensioenregeling heeft AFM onder meer het volgende geschreven:

“Vernieuwing van de pensioenregeling heeft vooral prioriteit in verband met de acute financieringsproblematiek en de onbeheersbaarheid van de kosten van de pensioenregeling. Autonome effecten zoals de ontwikkeling van de rente of nieuwe sterftetafels leiden binnen de huidige pensioenregeling en financieringsafspraken tot een zeer ongewenste volatiliteit in de begroting. Daarnaast vormt de marktconformiteit van de huidige regeling aanleiding om de pensioenregeling te vernieuwen.
(…)
Vanuit de bijzondere positie van de AFM als toezichthouder is...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT