Uitspraak Nº 200.256.098_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2020-04-28

ECLIECLI:NL:GHSHE:2020:1450
Docket Number200.256.098_01
Date28 Abril 2020
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht

zaaknummer 200.256.098/01

arrest van 28 april 2020

in de zaak van

[de vennootschap] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

appellante,

hierna aan te duiden als [appellante] ,

advocaat: mr. G.C.L. van de Corput te Breda,

tegen

1 [Financial Consultants] Financial Consultants B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,

hierna aan te duiden als [Financial Consultants] ,

advocaat: mr. D.F.C. de Groot te Amsterdam,

2. Hanzesteden Bedrijfsverzekeringen B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,

hierna aan te duiden als Hanzesteden,

advocaat: mr. S. Colsen te Amsterdam,

geïntimeerden,

op het bij exploten van dagvaarding van 1 en 5 maart 2019 ingeleide hoger beroep van het vonnis van 5 december 2018, door de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, gewezen tussen [appellante] als eiseres en [Financial Consultants] en Hanzesteden als gedaagden.

1 Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/331394 / HA ZA 17-372)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis en naar de tussenvonnissen van 27 september 2017 en 28 februari 2018.

2 Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaardingen in hoger beroep;

  • -

    de memorie van grieven met één productie;

  • -

    de memorie van antwoord van [Financial Consultants] ;

  • -

    de memorie van antwoord van Hanzesteden;

Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3 De beoordeling
3.1.

In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.

3.1.1.

[appellante] is een onderneming die voorziet in oplossingen voor mensen met voetgerelateerde klachten middels podotherapie en de levering van orthopedische schoenen.

[appellante] is de rechtsopvolger van de vennootschap onder firma [de vof] ,

(hierna “de VOF”). Vennoten van de VOF waren Podotherapie [Podotherapie] (hierna “ [Podotherapie] ”) en de heer [vennoot 2] (hierna: “ [vennoot 2] ”). Voorafgaand aan de samenwerking in de VOF voerden [Podotherapie] en [vennoot 2] ieder middels hun eigen onderneming reeds een podotherapie praktijk.

3.1.2.

[Financial Consultants] heeft in de jaren 2012 tot 2015 gefungeerd als (assurantie)tussenpersoon voor [Podotherapie] , onder andere met betrekking tot een ziekteverzuimverzekering. De assurantietussenpersoon van [vennoot 2] was [Advies] B.V. (hierna: “ [Advies] ”).

3.1.3.

Zowel [Podotherapie] als [vennoot 2] had werknemers in loondienst. De werknemers van [Podotherapie] waren via [Financial Consultants] voor ziekteverzuim verzekerd bij Nationale Nederlanden (hierna: “NN”). De werknemers van [vennoot 2] waren via [Advies] voor ziekteverzuim verzekerd bij De Goudse Verzekeringen (hierna: “De Goudse”).

3.1.4.

Met het oog op de op te richten VOF per 1 januari 2015 werden [Podotherapie] en [vennoot 2] - op het gebied van personeelszaken en verzuimbegeleiding – ondersteund door PZ Kantoor B.V. (hierna: “PZ”). Op advies van PZ is een nieuwe ziekteverzuimverzekering afgesloten via Hanzesteden bij De Amersfoortse, ingaande 1 januari 2015, en is door PZ tevens aan [Financial Consultants] verzocht om de ziekteverzuimverzekering van [Podotherapie] bij NN te beëindigen en heeft PZ aan [Advies] verzocht om de ziekteverzuimverzekering van [vennoot 2] bij De Goudse te beëindigen.

3.1.5.

Naar aanleiding van het beëindigingsverzoek van PZ heeft [Financial Consultants] gevraagd om een schriftelijke en ondertekende bevestiging hiervan van [Podotherapie] . Op 9 februari 2015 ontving [Financial Consultants] een schriftelijke bevestiging van [Podotherapie] om tot beëindiging van de ziekteverzuimverzekering over te gaan. Na ontvangst van deze brief heeft [Financial Consultants] de ziekteverzuimverzekering bij NN beëindigd.

3.1.6.

De rechten en verplichtingen uit de arbeidsovereenkomsten van de werknemers van [Podotherapie] en [vennoot 2] zijn per 1 januari 2015 op grond van de artikelen 7:662 en 7:663 BW van rechtswege overgegaan op de VOF. Dit gold ook voor de loondoorbetalings- verplichtingen van de op dat moment vier arbeidsongeschikte werknemers, te weten [de arbeidsongeschikte werknemer 1] die tot 1 januari 2015 in loondienst was bij [Podotherapie] en [de arbeidsongeschikte werknemer 2] , [de arbeidsongeschikte werknemer 3] en [de arbeidsongeschikte werknemer 4] , die tot 1 januari 2015 in loondienst waren bij [vennoot 2] .

3.1.7.

De nieuwe ziekteverzuimverzekering bij De Amersfoortse keerde geen vergoeding uit voor doorbetaalde lonen aan de vier arbeidsongeschikte werknemers, aangezien het betreffende inlooprisico niet onder dekking van de polis viel. Vanwege het inbrengen van [Podotherapie] in de VOF per 1 januari 2015 keerde NN geen vergoeding uit ter zake van de loondoorbetalingsverplichting voor werknemer [de arbeidsongeschikte werknemer 1] , die sinds 10 december 2014 arbeidsongeschikt was. De Goudse keerde aanvankelijk wel uit ten aanzien van de overige drie arbeidsongeschikte werknemers, maar heeft de uitkeringen teruggevorderd toen haar bekend werd dat de eenmanszaak van [vennoot 2] ingaande 1 januari 2015 was ingebracht in de VOF en als eenmanszaak was uitgeschreven uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

Dientengevolge zijn de lonen die de VOF tijdens ziekte van de voormelde vier werknemers heeft doorbetaald, voor haar rekening gebleven.

3.2.

[appellante] vorderde in eerste aanleg na wijziging van haar eis, de hoofdelijke veroordeling van [Financial Consultants] en Hanzesteden om aan haar een schadevergoeding te betalen van

€ 8.845,20 met wettelijke rente in verband met de loondoorbetaling aan [de arbeidsongeschikte werknemer 1] . Daarnaast vorderde zij de veroordeling van Hanzesteden om aan haar een schadevergoeding te betalen van € 33.556,68 met wettelijke rente in verband met de loondoorbetaling aan de drie overige arbeidsongeschikte werknemers.

In eerste aanleg vorderde [appellante] ook schadevergoeding van PZ en [Advies] , maar die vorderingen zijn door Hanzesteden in de loop van de procedure in eerste aanleg ingetrokken.

3.3.

Aan haar vordering jegens [Financial Consultants] heeft [appellante] ten grondslag gelegd dat [Financial Consultants] tekort is geschoten in de op haar rustende zorgplicht. [appellante] stelt daartoe, dat [Financial Consultants] is overgegaan tot opzegging van de ziekteverzuimverzekering bij NN, wetende dat [de arbeidsongeschikte werknemer 1] op dat moment arbeidsongeschikt was en dat het derhalve van belang was om de verzekering niet te beëindigen, althans niet voordat [Financial Consultants] zich ervan had vergewist dat [de arbeidsongeschikte...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT