Uitspraak Nº 200.260.543/01. Gerechtshof Den Haag, 2020-12-15

ECLIECLI:NL:GHDHA:2020:2348
Date15 Diciembre 2020
Docket Number200.260.543/01
CourtGerechtshof Den Haag (Nederland)
GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht

Zaaknummer : 200.260.543/01

Zaaknummer rechtbank : C/10/526462/ HA ZA 17-449

arrest van 15 december 2020 (bij vervroeging)

inzake

[appellant] ,

wonende te [woonplaats 1] ,

appellant,

hierna te noemen: [appellant] ,

advocaat: mr. T. Roos te Capelle aan den IJssel

tegen

1. [geïntimeerde 1] , 2. [geïntimeerde 2] , 3. [geïntimeerde 3] ,

allen woonplaats kiezende te [woonplaats 2] ,

geïntimeerden,

hierna te noemen: [geïntimeerde 1] c.s.,

advocaat: mr. T. van der Valk te Rotterdam.

Waar gaat deze zaak over

Deze zaak gaat over een aanvaring tussen twee binnenvaartschepen, de [schip 1] van [appellant] en de [schip 2] van [geïntimeerde 1] c.s. De [schip 1] heeft daarbij schade opgelopen. De vraag is of de [schip 1] haar schade geheel of ten dele kan verhalen op de [schip 2] . De rechtbank heeft geoordeeld dat de [schip 2] voor 30 % aan de schade van de [schip 1] moet bijdragen. In hoger beroep is aan de orde of dit een hoger percentage moet zijn.

Het verloop van de procedure in hoger beroep

Het hof heeft de volgende stukken ontvangen:

- de processtukken die bij de rechtbank zijn ingediend;

- de dagvaarding van 28 januari 2019 waarbij [appellant] in hoger beroep is gekomen van een door de rechtbank Rotterdam tussen partijen gewezen vonnis van 7 november 2018;

- de memorie van grieven met een productie;

- de memorie van antwoord met een productie.

Op 27 oktober 2020 heeft een pleitzitting plaatsgevonden via een beeldbelverbinding. Daarvan is proces-verbaal opgemaakt. Door de advocaten van beide partijen is het woord gevoerd aan de hand van overgelegde pleitnotities. Aan het einde van de pleitzitting is een datum voor arrest bepaald.

Beoordeling van het hoger beroep

Enige vaststaande feiten

1.1

[appellant] was op 27 februari 2014 eigenaar en exploitant van het binnenvaartmotorschip [schip 1] (lengte 81,15 meter, breedte 9,50 meter, diepgang 2,80 meter, laadvermogen 1600 ton, voortstuwingsmotorvermogen 746 kW).

1.2

[geïntimeerde 1] c.s. vormden op 27 februari 2014 de vennootschap onder firma [naam VOF] en exploiteerden het motorvrachtschip [schip 2] (lengte 109,93 meter, breedte 11,40 meter, diepgang 3,43 meter, laadvermogen 3000 ton, voortstuwingsmotorvermogen 2014 pk).

1.3

Op 27 februari 2014 omstreeks 20:21 uur voeren de [schip 1] en de [schip 2] in afvaart (met de stroom mee) op het Schelde-Rijnkanaal ten noorden van de Vossemeerse brug. De [schip 2] werd bestuurd door [geïntimeerde 1] en voer, beladen met lege containers, ongeveer midvaarwaters met een snelheid van 14 km/u. De [schip 1] werd bestuurd door stuurman [naam stuurman] en voer iets achter de [schip 2] met een snelheid van 18,9 km/u. Vanuit tegenovergestelde richting kwamen de binnenvaartmotorschepen [schip 3] en de [schip 4] de [schip 1] en de [schip 2] tegemoet.

1.4

De [schip 1] liep op en was voornemens om de [schip 2] voorbij te lopen. Voorafgaand aan deze manoeuvre is er marifooncontact geweest tussen de [schip 1] , de [schip 2] , de [schip 3] en de [schip 4] . In het door de politie opgemaakte proces-verbaal zijn de volgende gesprekken opgenomen (de schepen worden hieronder bij hun voorletters aangeduid):

20:23:30 uur

J: [schip 2] , [schip 1]

V: [schip 2] luistert

J: Ja goedeavond … mijnheer, de [schip 1] achter u, ik kom u zo aan… eh .. uw bakboordzijde voorbij

V: Ik vind het helemaal prima joh.

J: Goede reis.

V: Hetzelfde hoor.

20:26:30 uur

L: Nou eh dit verdient ook niet de schoonheidsprijs, is het wel jongens?

20:26:30 uur

L: [schip 1] ?

J: ja

L: Ik geloof niet dat dit de schoonheidsprijs verdient, of wel?

J: Ik riep de buurman op … dat ik voorbij kom en eh ja eh hij eh hij zit in de midden.

L: Ja, dat is lekker makkelijk

[onverstaanbaar]

Wie je tegen komt, moet het maar zien dan.

Een instelling van lik mijn vestje.

20:27:40 uur

J: [Onverstaanbaar] Aan de kant, [schip 2] .

V: Wat zegt u mijnheer?

J: Ga eens aan de kant.

V: Volgens mij ga ik een heel eind aan de kant. Ik lig helemaal schuin in het water, dus.

20:28:00 uur

SH: Dit slaat echt totaal nergens op wat jullie hier doen, hoor.

V: Ja, er wordt geroepen en ze donderen er gewoon naast of het kan of niet. Ik bedoel eh, dat slaat helemaal nergens meer op toch.

SH: Wat ben je toch een sukkel, geef hem dan een beetje de ruimte man, idioot. Je kunt wel dom gaan lopen doen en gewoon in het midden blijven varen; hij zit er toch naast. Stopt dan een beetje af voor hem, lamzak.

V: Ik lig helemaal gestopt joh.

SH: Kijk nou wat je doet man, loempia.

20:28:30 uur

SH: Je vaart mekaar aan man, (…)

V: Man, ik doe helemaal niks joh. Je komt gewoon als een gek voorbij.

SH: Je zit er vol op man …[onverstaanbaar]

V: Wat moet ik doen dan, ik doe toch stoppen, ik kan toch niet anders.

SH: Lekker bezig ben je.

1.5

Op of omstreeks 20:28:20 uur vond een aanvaring plaats tussen de [schip 1] en de [schip 2] waarbij de [schip 1] met haar achterschip de kop van de [schip 2] heeft geraakt en daardoor is rondgeduwd. Daarbij is schade aan de [schip 1] ontstaan.

1.6

In het “Proces-verbaal van bevindingen scheepvaartongeval” van de politie staat onder het kopje “5.4 Analyse” onder meer de volgende

Naar aanleiding van de door ons verzamelde gegevens is ons, verbalisanten, het volgende gebleken:

Beide schepen waren in de afvaart. Het snelheidsverschil bedroeg ongeveer 4 à 4,5 Km/h

Het oplopen vangt aan voordat beide vaartuigen de “Vossemeerse brug” hebben gepasseerd. Tijdens de oploopmanoeuvre en passage van de genoemde brug, vaart de [schip 2] vrijwel in het midden van het vaarwater. Dit is niet nodig met betrekking tot de onderdoorvaartopening van de brug. (…)

De [schip 1] heeft de [schip 2] opgeroepen en meegedeeld dat zij de [schip 2] aan bakboord gaat oplopen.

Tijdens de oploopmanoeuvre vaart de [schip 1] op het gedeelte voor de tegemoetkomende vaart (…).

Op dat moment ligt de [schip 1] recht in lijn van het tegemoetkomende schip [schip 4] (…)

Gezien de diepte van het vaarwater, was het voor de [schip 2] mogelijk geweest verder aan stuurboord te gaan varen.

Tijdens het oplopen moet de [schip 4] voor de [schip 1] zichtbaar zijn geweest, visueel en op de elektronische kaart. Informatie afkomstig van haar elektronische kaart bevestigt dit ook.

(…)

De wind was vrij matig, kracht 3 Beaufort en kwam ongeveer 45 graden over stuurboordboeg in. Het vermeende effect van de [schip 2] , dat ze ruimte geeft aan de [schip 1] , blijkt niet uit de informatie afkomstig van de elektronische kaarten. Ze blijft nagenoeg in het midden van het vaarwater varen.

De [schip 4] kan slechts een weinig naar stuurboord uitwijken en doet dat ook. De [schip 1] , ondanks...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT