Uitspraak Nº 200.261.326_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2019-09-24

ECLIECLI:NL:GHSHE:2019:3492
Docket Number200.261.326_01
Date24 Septiembre 2019
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht

zaaknummer 200.261.326/01

arrest van 24 september 2019

in de zaak van

Crescendo Inkomens- en Vermogensbeheer B.V.,

gevestigd en kantoorhoudende te [vestigings- en kantoorplaats] ,

in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van de heer [de rechthebbende] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellante,

hierna aan te duiden als de bewindvoerder,

advocaat: mr. B. Kaya te Eindhoven,

tegen

Stichting Sint Trudo,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

geïntimeerde,

hierna aan te duiden als Trudo,

advocaat: mr. B. Poort te Eindhoven,

op het bij exploot van dagvaarding van 14 juni 2019 ingeleide hoger beroep van het vonnis in kort geding van 17 mei 2019, door de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, gewezen tussen de bewindvoerder als gedaagde en Trudo als eiseres.

1 Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/344618 / KG ZA 19-161)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld kortgedingvonnis.

2 Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding in hoger beroep met grieven en incidentele vordering op de voet van artikel 351 Rv;

  • -

    de memorie van antwoord in de hoofzaak, tevens memorie van antwoord in het incident op de voet van artikel 351 Rv.

Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald in de hoofdzaak en in het incident. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3 De beoordeling
3.1.

De voorzieningenrechter heeft in de rechtsoverwegingen 2.1 tot en met 2.8 van het bestreden vonnis enkele feiten vastgesteld. Tegen die feitenvaststelling zijn in hoger beroep geen bezwaren aangevoerd, zodat het hof die feitenvaststelling tot uitgangspunt kan nemen. Het hof zal de betreffende feiten hieronder weergeven (voorzien van de letteraanduiding a tot en met h).

  • -

    a. Op 8 september 2006 hebben Trudo en [de rechthebbende] een huurovereenkomst gesloten, waarbij [de rechthebbende] van Trudo huurt, gelijk Trudo aan [de rechthebbende] verhuurt, de zelfstandige woonruimte inclusief de eventueel bijbehorende tuin, garage, berging of schuur en inclusief een parkeervoorziening aan het adres [adres] te [woonplaats] (hierna: de woning). De maandelijkse kale huurprijs bedroeg bij aanvang van de huurovereenkomst € 474,88 (productie 2 bij de dagvaarding).

  • -

    b. In de op de huurovereenkomst van toepassing zijnde algemene huurvoorwaarden (productie 4 bij de dagvaarding), staat onder meer het volgende vermeld.

‘ARTIKEL 6 BESTEMMING

(…)

6.1

Huurder zal het gehuurde en de gemeenschappelijke ruimten gebruiken en onderhouden zoals het een goed huurder betaamt, uitsluitend overeenkomstig de in de huurovereenkomst aangegeven bestemming en met inachtneming van de eventuele mondelinge dan wel schriftelijke aanwijzingen van verhuurster.

(…)

6.4

Het is huurder niet toegestaan om het gehuurde, dan wel een deel van het gehuurde of de eventuele gemeenschappelijke ruimten, voor bedrijfsmatige activiteiten te gebruiken.

(…)

ARTIKEL 7 GEBRUIK

Het is huurder niet toegestaan in (een deel van) het gehuurde of de gemeenschappelijke ruimten of directe omgeving daarvan, hennep te kweken of te verhandelen of het gehuurde in te richten als hennepkwekerij. Huurder is ermee bekend dat het hebben van een hennepkwekerij leidt tot schade aan het gehuurde, overlast veroorzaakt, alsmede een gevaar oplevert voor de veiligheid van huurder en omwonenden.

7.3

Het is huurder niet toegestaan om soft drugs, hard drugs of (andere) verboden middelen in (een deel van) het gehuurde, de gemeenschappelijke ruimten of directe omgeving daarvan, te verhandelen, produceren of in groepsverband te (laten) gebruiken. Het is huurder bekend dat het handelen in strijd met het voormelde, gepaard kan gaan met overlast zoals vervuiling, vandalisme etc.

(…)’

  • -

    c. Per 4 december 2006 staat [de rechthebbende] onder beschermingsbewind van de bewindvoerder (productie 1 bij de dagvaarding).

  • -

    d. Op 5 maart 2019 heeft de politie een inval in de woning gedaan. De politie heeft van deze inval op 7 maart 2019 een zogeheten “Hennepbericht Oost-Brabant” opgemaakt (productie 5 bij de dagvaarding). Daarbij is gebruik gemaakt van de op ambtseed c.q. -belofte opgemaakte schriftelijke bescheiden opgenomen in de politieregistratie “Aantreffen hennepkwekerij” nummer [nummer] met bijlagen. De politie heeft dit hennepbericht op 8 maart 2019 verstrekt aan Trudo. In het hennepbericht staat –voor zover in dit geding van belang- het volgende vermeld:

“(…)

Informatie:

Op 5 maart 2019 werd een hennepdrogerij aangetroffen op het adres [adres] te [woonplaats] . Een nader onderzoek werd ingesteld. Tijdens dit onderzoek is de hierna beschreven situatie aangetroffen:

1 Duiding Hennepdrogerij welke in werking was, met aanwezige henneptoppen.
2 Hoeveelheid strafbare materie

- Aantal: 77 kilo henneptoppen, welke daar gelegen waren ter droging

(…)

3 Inrichting

(…)

In het pand werd 1 ruimte aangetroffen ingericht als hennepdrogerij.

De eerste ruimte betrof een hennepdrogerij. In de ruimte werd 77 kilo natte hennep aangetroffen.

(…)”

  • -

    e. Bij brief van 11 maart 2019 heeft Trudo [de rechthebbende] uitgenodigd voor een gesprek op 14 maart 2019 te 11.00 uur ten kantore van Trudo. Deze brief is ook naar de bewindvoerder verzonden (productie 6 bij de dagvaarding).

  • -

    f. Op 14 maart 2019 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen Trudo en [de rechthebbende] . Trudo heeft [de rechthebbende] tijdens dit gesprek verzocht om de huurovereenkomst vrijwillig op te zeggen waarop [de rechthebbende] heeft laten weten dit niet te zullen doen.

  • -

    g. Bij brief van 15 maart 2019 heeft Trudo de bewindvoerder in de gelegenheid gesteld om de huurovereenkomst namens [de rechthebbende] uiterlijk op 19 maart 2019 vrijwillig op te zeggen tegen 19 april 2019 (productie 7 bij de dagvaarding).

  • -

    h. De bewindvoerder is niet overgegaan tot opzegging van de huurovereenkomst namens [de rechthebbende] .

3.2.1.

In de onderhavige kortgedingprocedure vordert Trudo als onmiddellijke...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT