Uitspraak Nº 200.261.730_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2019-09-26

ECLIECLI:NL:GHSHE:2019:3514
Docket Number200.261.730_01
Date26 Septiembre 2019
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Team familie- en jeugdrecht

Uitspraak : 26 september 2019

Zaaknummer : 200.261.730/01

Zaaknummer 1e aanleg : C/02/350034 / FA RK 18-5153

in de zaak in hoger beroep van:

[de moeder] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellante,

hierna te noemen: de moeder,

advocaat: mr. M.W.A. Verhaard,

tegen

Raad voor de Kinderbescherming,

regio Zuidwest-Nederland, locatie [locatie] ,

verweerder,

hierna te noemen: de raad.

Als belanghebbenden worden aangemerkt:

- [de vader] (hierna te noemen: de vader);

- Stichting Intervence, de gecertificeerde instelling (hierna te noemen: de GI);

- [pleegouders] , (hierna te noemen: de pleegouders).

Deze beschikking gaat over de minderjarige [minderjarige] geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2009.

1 Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, van 26 maart 2019, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2 Het geding in hoger beroep
2.1.

Bij beroepschrift met productie, ingekomen ter griffie op 26 juni 2019, heeft de moeder verzocht voormelde beschikking te vernietigen en - opnieuw rechtdoende - te bepalen dat het ouderlijk gezag van de vrouw herleefd.

2.2.

Er is geen verweerschrift binnengekomen.

2.3.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 22 augustus 2019. Bij die gelegenheid zijn gehoord:

- de moeder, bijgestaan door mr. Verhaard;

- mr. [vertegenwoordiger van de raad] namens de raad;

- mevrouw [vertegenwoordiger van de GI] namens de GI;

- [pleegouders] , de pleegouders.

2.3.1.

De vader is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.

2.4.

Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:

  • -

    het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van de moeder d.d. 22 juli 2019;

  • -

    het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van de moeder d.d. 13 augustus 2019;

  • -

    de per fax op 20 augustus 2019 toegezonden informatie (waaronder de gezinsrapportage d.d. 26 maart 2019) van de GI;

  • -

    de door de advocaat van de moeder overgelegde pleitnota.

3 De beoordeling
3.1.

Uit de inmiddels verbroken relatie van de moeder en de vader is op [geboortedatum] 2009 te [geboorteplaats] [minderjarige] (hierna te noemen: [minderjarige] ) geboren.

De vader heeft [minderjarige] erkend.

Tot aan de bestreden beschikking hadden beide ouders gezamenlijk het gezag over [minderjarige] .

3.2.

[minderjarige] staat sinds 22 december 2015 onder toezicht van de GI.

[minderjarige] is op grond van een daartoe strekkende machtiging sinds 22 december 2015 uit huis geplaatst in het huidige pleeggezin.

3.3.

Bij de bestreden - uitvoerbaar bij voorraad verklaarde - beschikking heeft de rechtbank het gezag van de moeder (en van de vader) beëindigd.

3.4.

De moeder kan zich met deze beslissing niet verenigen, voor zover haar gezag over [minderjarige] is beëindigd, en zij is hiervan in hoger beroep gekomen.

3.5.

De moeder voert, kort samengevat, het volgende aan.

Zij is aan zichzelf gaan werken. Zij heeft inmiddels een eigen woning en er is schuldhulpverlening ingeschakeld. Haar medische situatie is ook verbeterd. Er is...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT