Uitspraak Nº 200.261.864-01. Gerechtshof Den Haag, 2020-07-14

ECLIECLI:NL:GHDHA:2020:1166
Docket Number200.261.864-01
Date14 Julio 2020
CourtGerechtshof Den Haag (Nederland)
GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht

Zaaknummer : 200.261.864/01

Zaak/rolnummer rechtbank : C/09/560716 / HA ZA 18-1015

arrest van 14 juli 2020

inzake

Basic Car Fix B.V.,

gevestigd te Heinenoord, gemeente Hoeksche Waard,

appellante,

hierna te noemen: BCF,

advocaat: mr. M.M. de Jong te Goirle,

tegen

De Staat der Nederlanden,
(Ministerie van Financiën, Directoraat-Generaal Belastingdienst),

zetelend te Den Haag,

geïntimeerde,

hierna te noemen: de Staat,

advocaat: mr. W.I. Wisman te Den Haag.

Het geding

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken, waarvan het hof kennis heeft genomen:

  • -

    het procesdossier van eerste aanleg, waaronder het proces-verbaal van het tussen partijen gewezen (mondelinge) vonnis van de rechtbank Den Haag van 18 april 2019 (hierna ook: het bestreden vonnis);

  • -

    de dagvaarding in hoger beroep van 25 juni 2019;

  • -

    de memorie van grieven;

  • -

    de memorie van antwoord;

  • -

    de akte van BCF;

  • -

    de antwoordakte van de Staat.

Beoordeling van het hoger beroep
De feiten
  1. De feiten die de rechtbank in overweging 3.2 van het bestreden vonnis heeft weergegeven zijn tussen partijen niet in geschil zodat ook het hof hiervan uitgaat.

  2. Samengevat gaat het om het volgende. BCF verleent hulp aan belastingplichtigen bij het doen van aangifte en het berekenen van de Bpm (belasting van personenauto’s en motorrijwielen). Tussen BCF en de Staat is over verschillende aspecten van de heffing van de Bpm verschil van mening ontstaan. Dit heeft geleid tot tal van bezwaar- en beroepsprocedures. Daarbij werd BCF bijgestaan door haar gemachtigde, [gemachtigde BCF] (hierna: [gemachtigde BCF]).

  3. Op 13 juni 2014 zijn 523 (Bpm) zaken in hoger beroep behandeld door (het Team Belastingrecht van) het gerechtshof Den Haag. Ter zitting hebben partijen, respectievelijk bij monde van [gemachtigde BCF] (als gemachtigde van de belanghebbenden) en bij monde van de betrokken Inspecteur van de Belastingdienst (namens de Staat), een vaststellingsovereenkomst (hierna: VSO) gesloten. Deze heeft als strekking dat er twee clusters voorbeeldzaken worden gevormd (een cluster van 78 zaken en een cluster van 445 zaken). Uit elk cluster wordt een voorbeeldzaak genomen waarin verder wordt geprocedeerd. De zaken uit de beide clusters zullen uiteindelijk door de Inspecteur worden afgedaan analoog aan de onherroepelijke uitspraak in de voorbeeldzaken. De overige zaken zullen worden ingetrokken. De VSO is, voor zover thans van belang, als volgt in het proces-verbaal van de zitting opgenomen:
    de gemachtigde van de belanghebbenden:
    De Inspecteur en ik zijn het erover eens geworden dat de geschilpunten in de voorbeeldzaken model kunnen en zullen staan voor de geschilpunten die in de andere zaken spelen. De Inspecteur heeft toegezegd dat hij de op deze zitting behandelde zaken analoog aan de onherroepelijke uitkomst van de voorbeeldzaken af zal doen en daarbij bereid is over kleinigheden heen te stappen. (…) Net als de Inspecteur behoud ik mij het recht voor tegen een of meer uitspraken van het hof in de voorbeeldzaken beroep in cassatie in te stellen. (…)
    de Inspecteur:
    [gemachtigde belanghebbenden] en ik zijn het erover eens geworden dat de geschilpunten in de voorbeeldzaken model kunnen en zullen staan voor de geschilpunten die in de ‘andere zaken’ spelen. Ik zeg toe dat ik de op deze zitting behandelde andere zaken (….) analoog aan de onherroepelijke uitkomst van de voorbeeldzaken af zal doen en daarbij ben ik bereid over kleinigheden heen te stappen. Net als [gemachtigde belanghebbenden] behoud ik mij wel het recht voor tegen een of meer uitspraken van het Hof in de voorbeeldzaken beroep in cassatie in te stellen. (…)

  4. Uit de cluster van 445 zaken (hierna cluster I) is zaaknummer 13/00719 als voorbeeldzaak gekozen. Uit de cluster van 78 zaken (hierna cluster II) is zaaknummer 13/006/50 als voorbeeldzaak gekozen. In deze twee voorbeeldzaken heeft het gerechtshof op 25 juli 2014 uitspraak gedaan, waarna in beide zaken beroep in cassatie is ingesteld.
    Cluster I zaken

  5. In de zaak uit cluster I heeft de Hoge Raad bij arrest van 18 december 2015 geoordeeld: “Uit de hiervoor vermelde arresten volgt dat de stelling dat een rechtsmiddelenclausule ontbrak onder omstandigheden verschoonbaarheid van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT