Uitspraak Nº 200.262.548. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2022-10-25

ECLIECLI:NL:GHARL:2022:9111
Docket Number200.262.548
Date25 Octubre 2022
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.262.548

(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht: NL17.15126)

arrest van 25 oktober 2022

in de zaak van

[appellant] ,

wonende te [woonplaats1] ,

appellant in het principaal hoger beroep,

geïntimeerde in het incidenteel hoger beroep,

in eerste aanleg: verweerder,

hierna: [appellant] ,

advocaat: mr. G.C.L. van de Corput,

tegen:

[geïntimeerde] , in haar hoedanigheid van curator in de faillissementen van:

- de stichting Stichting Voetbal Promotie Achterberg, gevestigd te Achterberg,

- de vereniging Voetbal Vereniging Achterberg 1971, gevestigd te Achterberg,

kantoorhoudend te Utrecht,

geïntimeerde in het principaal hoger beroep,

appellante in het incidenteel hoger beroep,

in eerste aanleg: eiseres,

hierna: de curator,

advocaat: mr. W.A.A.J. Fick-Nolet.

1 Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep

Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 19 april 2022 hier over. Daarin heeft het hof geoordeeld dat [appellant] aan de curator moet vergoeden het nadeel dat is ontstaan doordat als gevolg van zijn handelen aan de Stichting en de VVA naheffingsaanslagen zijn opgelegd en is de curator in de gelegenheid gesteld zich nader uit te laten over de als productie 85 overgelegde schadeberekening. De curator heeft daarop een akte overlegging producties genomen met toelichting. [appellant] heeft een antwoordakte ingediend, waarna arrest is bepaald.

2 De verdere beoordeling
2.1

De curator heeft naar aanleiding van het oordeel van de rechtbank over de omvang van de schade het nadeel dat bij de Stichting is ontstaan berekend op een totaal van € 49.073. Uit de door de curator als productie 104 overgelegde toelichting van de belastingdienst blijkt dat dit bedrag bestaat uit de optelsom van de naheffingsaanslagen die door de belastingdienst na bezwaar uiteindelijk aan de Stichting zijn opgelegd over de jaren 2010 tot en met 2013 (2010: € 17.931, 2011: € 22.927, 2012: € 11.852, 2013: € 5.634) en dat de curator deze bedragen heeft verminderd met het bedrag dat de Stichting aan de fiscus had moeten betalen wanneer zij op juiste en correcte wijze de administratie had gevoerd en aan de fiscale voorwaarden had voldaan. De curator baseert zich daarbij op de door de belastingdienst verstrekte toelichting waarin – met verwijzing naar de paragrafen 6.1, 6.2, 6.6 en 6.7.2 van het als productie 8 overgelegde rapport boekenonderzoek bij de Stichting – is gespecificeerd dat in dat (hypothetische) geval geen hoger tarief zou zijn toegepast, de vaste kostenvergoeding onbelast zou zijn gebleven en alleen over het extra salaris een aanvullende werknemerspremie verschuldigd zou zijn geweest van € 2.885 in het jaar 2010 en € 6.386 in het jaar 2011. In de hypothetische situatie dat de administratie juist zou zijn verwerkt, zou de Stichting volgens de opgave van de belastingdienst dan (in totaal) € 9.271 extra verschuldigd zijn geweest. De schade wordt door de curator daarom berekend op het totaal van de naheffingsaanslagen na bezwaar van € 58.344 minus het bedrag van € 9.271, dus op € 49.073.

2.2

De curator heeft het nadeel dat bij de VVA is ontstaan berekend op een totaal van € 100.077. Uit de door de curator als productie 105 overgelegde toelichting van de belastingdienst blijkt dat dit bedrag bestaat uit de optelsom van de naheffingsaanslagen die door de belastingdienst na bezwaar uiteindelijk aan de VVA zijn opgelegd over de jaren 2009 tot en met 2013 (2009: € 45.724, 2010: € 10.842, 2011: € 17.229, 2012: € 22.469, 2013: € 27.832) en dat de curator deze bedragen heeft verminderd met het bedrag dat de VVA aan de fiscus had moeten betalen wanneer zij op juiste en correcte wijze de administratie had gevoerd en aan de fiscale voorwaarden had voldaan. De curator baseert zich daarbij op de door de belastingdienst verstrekte toelichting. In die toelichting wordt, met verwijzing naar de paragrafen 6.2.1, 6.2.4-6.2.5 en - naar het hof begrijpt - ook paragraaf 6.2.7 van het als productie 7 overgelegde rapport boekenonderzoek bij de Vereniging...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT