Uitspraak Nº 200.265.496_01 H. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2022-02-08

ECLIECLI:NL:GHSHE:2022:297
Date08 Febrero 2022
Docket Number200.265.496_01 H
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht

zaaknummer 200265496

arrest van 8 februari 2022 strekkende tot VERBETERING in de zin van artikel 31 Rv van het arrest, gewezen op 18 januari 2022

in de procedure in hoger beroep die bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch aanhangig is geweest tussen

1 Vijver- en Groenspecialist [de V.O.F.] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,

2. [appellant] ,
wonende te [woonplaats] ,

3. [appellante] ,
wonende te [woonplaats] ,

appellanten in principaal hoger beroep,

geïntimeerden in incidenteel hoger beroep,

hierna tezamen aan te duiden als [appellanten] ,

advocaat: mr. R.A.C.J. van Kessel te Boxtel,

tegen

[geïntimeerde] ,

wonende te [woonplaats] ,

geïntimeerde in principaal hoger beroep,

appellant in incidenteel hoger beroep,

hierna aan te duiden als [geïntimeerde] ,

advocaat: mr. M.C.J. de Schepper te Eindhoven,

1 Overwegingen
1.1.

Bij brief van 20 januari 2022 heeft mr. De Schepper aan de griffier van het hof bericht dat het hem voorkomt dat het arrest van 18 januari 2022 een kennelijke fout bevat. Volgens mr. De Schepper wordt in rov. 6.25.2 van het arrest ten onrechte “vanuit het niets” het volgende overwogen:

“Over dat bedrag is de wettelijke (handels)rente als bedoeld in artikel 6:119a BW toewijsbaar vanaf de door De [de V.O.F.] gestelde datum 15 september 2017. Aangenomen kan worden dat [appellanten] op deze rente aanspraak hebben gemaakt met hun niet nader omschreven bewoordingen “wettelijke rente”.”

Voorts is het volgens mr. De Schepper onjuist dat in het dictum van het arrest onder het derde gedachtestreepje het volgende is opgenomen:

“veroordeelt [geïntimeerde] om aan [appellanten] € 18.820,17 te betalen, vermeerderd met de wettelijke (handels)rente als bedoeld in artikel 6:119a BW over dat bedrag vanaf 15 september 2017;”.

Mr. De Schepper heeft erop gewezen dat tussen partijen nooit sprake is geweest van wettelijke handelsrente, en dat er ook geen sprake kan zijn van toewijzing van wettelijke handelsrente aangezien [geïntimeerde] bij het sluiten van de in geding zijnde overeenkomst optrad als consument. Mr. De Schepper heeft geconstateerd dat er uit het arrest niet blijkt dat er een bewuste afweging ten grondslag ligt aan de toewijzing van de wettelijke handelsrente, en concludeert dat sprake is van een kennelijke fout, die door het hof moet worden hersteld.

1.2.

Bij brief van 25 januari 2022 heeft het hof mr. Van Kessel...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT