Uitspraak Nº 200.277.012/01. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2020-12-01

ECLIECLI:NL:GHARL:2020:9988
Date01 Diciembre 2020
Docket Number200.277.012/01
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.277.012/01

(zaaknummer rechtbank Overijssel C/08/242779 KG ZA 20-9)

arrest in kort geding van 1 december 2020

in de zaak van

[appellant] ,

wonende te [A] ,

appellant,

bij de rechtbank: eiser,

hierna: [appellant],

advocaat: mr. F.J.M. Kobossen, kantoorhoudend te Twello,

tegen

Gemeente Deventer,

gevestigd te Deventer,

geïntimeerde,

bij de rechtbank: gedaagde,

hierna: de gemeente,

advocaat: mr. M. Ichoh, kantoorhoudend te Almelo.

1 Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van het vonnis van

21 januari 2020 dat de voorzieningenrechter van de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, heeft gewezen.

2 Het geding in hoger beroep
2.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding in hoger beroep van 12 februari 2020;

- de memorie van grieven (met bijlagen) van 2 juni 2020;

- de memorie van antwoord (met bijlagen) van 14 juli 2020;

- een akte van [appellant] met een reactie op de bijlagen van de gemeente van 28 juli 2020.

2.2

Vervolgens heeft [appellant] de stukken voor het wijzen van arrest overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

Het overgelegde dossier

2.3

Het hof heeft in het door [appellant] overgelegde dossier niet de producties aangetroffen waarnaar wordt verwezen in de pleitnota in eerste aanleg van de gemeente van 20 januari 2020. De griffie van het hof heeft deze stukken bij mr. Kobossen opgevraagd en toen deze niet werden toegezonden is navraag gedaan bij mr. Ichoh. Die deelde mee dat deze producties opnieuw zijn overgelegd bij de memorie van antwoord.

3 Waar gaat het in deze procedure om?

Tussen partijen lopen veel procedures. In dit kort geding gaat het om de executieverkoop van een woonwagen vanwege een openstaande schuld aan de gemeente omdat volgens de gemeente ten onrechte een bijstandsuitkering aan [appellant] was uitgekeerd. De executieverkoop is door de rechtbank toegestaan, maar uiteindelijk is de woonwagen afgevoerd (vernietigd) op grond van een vonnis in een andere procedure die te maken had met een huurschuld van [appellant] en het zich niet houden aan de huurvoorwaarden.

Het hof oordeelt dat [appellant] geen spoedeisend belang meer heeft bij zijn vordering tot schorsing van de executie. In hoger beroep vordert hij ook voorschot van door hem geleden schade. Die vordering wordt afgewezen omdat daarvoor geen deugdelijke grondslag is gesteld. Het hof motiveert hieronder waarom.

4 De vaststaande feiten

Het hof gaat in hoger beroep uit van de volgende feiten

4.1

[appellant] huurde van de gemeente de standplaats gelegen aan de [a-straat 1] te [A] . De op deze standplaats geplaatste woonwagen (verder: de woonwagen) behoorde hem toe.

4.2

[appellant] heeft een bijstandsuitkering op grond van Participatiewet van de gemeente ontvangen.

4.3

Op 1 januari 2019 heeft de politie een inval gedaan in de woonwagen alsook op het adres [b-straat 2] te [A] waar de vriendin van [appellant] was ingeschreven. [appellant] is op dat adres aangehouden en is vervolgens in voorlopige hechtenis genomen op verdenking van betrokkenheid bij ‘Marktplaatsfraude’. Deze voorlopige hechtenis heeft geduurd tot en met 10 mei 2019.

4.4

De gemeente heeft bij brief, met besluitdatum 11 april 2019, aan [appellant] bericht dat zij zijn bijstandsuitkering herziet en € 33.822,40 van hem terugvordert omdat hij met een derde een gezamenlijke huishouding voert op het aders [b-straat 2] (verder: het terugvorderingsbesluit). Deze brief is verzonden naar het adres [a-straat 1] .

4.5

[appellant] heeft tegen dat besluit bezwaar aangetekend op 13 mei 2019.

4.6

Op 21 mei 2019 heeft de gemeente aan [appellant] bericht dat zij zijn woonadres met ingang van 11 april 2019 heeft gewijzigd in [b-straat 2] . [appellant] was het daar niet mee eens.

4.7

Op 12 november 2019 heeft de gemeente een dwangbevel uitgevaardigd voor het bedrag van het terugvorderingsbesluit. vermeerderd met invorderingskosten. Daarop staat [b-straat 2] als adres.

4.8

De deurwaarder heeft dit dwangbevel op 22 november 2019 openbaar betekend omdat de gemeente bij het GBA-adres van [appellant] had aangetekend dat dat in onderzoek was.

4.9

Op 19 december 2019 heeft de deurwaarder op grond van dit dwangbevel beslag gelegd op de woonwagen. Ook het proces-verbaal van beslaglegging is openbaar betekend.

4.10

[in] 2020 heeft de door de gemeente in geschakelde deurwaarder in het dagblad “de Stentor” aangekondigd dat [in] 2020 een executieverkoop zal plaatsvinden van de woonwagen op de standplaats [a-straat 1] .

4.11

De gemeente had ook een procedure tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de standplaats tegen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT