Uitspraak Nº 200.278.396_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2020-09-29

ECLIECLI:NL:GHSHE:2020:2980
Date29 Septiembre 2020
Docket Number200.278.396_01
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht

zaaknummer 200.278.396/01

arrest van 29 september 2020

in de zaak van

[GGZ] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

appellante,

hierna aan te duiden als [appellante] ,

advocaat: mr. J.A. van Ham te Veenendaal,

tegen

Gemeente Nijmegen,

gevestigd te Nijmegen,

geïntimeerde,

hierna aan te duiden als de Gemeente

advocaat: mr. T. van Wijk te Arnhem,

in het geding na verwijzing door de Hoge Raad bij arrest van 24 april 2020 (nummer 19/00746), waarbij het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 8 januari 2019 (zaaknummer 200.234.029) is vernietigd, in het hoger beroep van het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem (nummer C/05/329320 / KG ZA 17-568) van 5 januari 2018 tussen [appellante] als eiseres en de Gemeente als gedaagde.

1 Het verloop van het geding in feitelijke instanties en in cassatie

Het hof verwijst naar bovengenoemd arrest van de Hoge Raad.

2 Het verloop van het geding na verwijzing
2.1.

Bij exploot van 11 mei 2020 heeft de Gemeente de zaak aanhangig gemaakt bij dit

hof. De Gemeente heeft vervolgens een memorie na verwijzing genomen. [appellante] heeft

een antwoordmemorie na verwijzing genomen, met vier producties. Zij heeft tevens

verklaard dat zij haar eis wijzigt en zij vordert thans ook een voorschot op schadevergoeding.

2.2.

Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op de stukken

in eerste aanleg en in hoger beroep, inclusief bovengenoemde memories, een en ander met

inachtneming van het arrest van de Hoge Raad van 24 april 2020.

3 De beoordeling

De feiten

3.1.

Het hof gaat bij de beoordeling uit van de feiten, zoals die ook door de Hoge Raad in

het arrest van 24 april 2020 zijn vermeld, voor zover deze nu nog van belang zijn:

(i) Regio Gemeente Nijmegen is een samenwerkingsverband van de gemeenten Berg en Dal, Beuningen, Druten, Heumen, Mook en Middelaar en Nijmegen. Dit samenwerkingsverband (hierna: de Aanbestedende dienst) heeft op 25 september 2017 een offerteaanvraag gepubliceerd voor geestelijke gezondheidszorg (hierna: ggz) in het kader van de jeugdzorg. De aanbesteding betrof de inkoop van ggz-diensten voor één jaar ingaande 1 januari 2018. Deze termijn kon driemaal met een jaar worden verlengd, dus uiterlijk tot eind 2021.

(ii) De offerteaanvraag maakt onderscheid tussen twee zogeheten dienstpercelen, te weten basis-ggz en specialistische ggz, en tussen zes zogeheten geografische percelen, overeenkomend met het grondgebied van de zes hiervoor onder (i) genoemde gemeenten. Een inschrijver aan wie een dienstperceel werd gegund, werd een raamovereenkomst aangeboden op grond waarvan hij in elk van de zes gemeenten de desbetreffende dienst kon aanbieden, ook in gemeenten die hij niet in zijn inschrijving had opgegeven.

(iii) De offerteaanvraag vermeldt het volgende:

“3.3 INDELING EN INHOUD INSCHRIJVING

De Aanbestedende dienst toetst op uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen.

(…)

Op basis van uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen moet de Inschrijver verschillende bewijsstukken overleggen.

3.3.1

AANLEVEREN BEWIJSSTUKKEN

De Inschrijving dient (op straffe van ongeldigheid) de bewijsstukken te bevatten die in deze paragraaf worden benoemd. (...).”

(iv) De toelichting op het onderdeel ervaring vermeldt het volgende:

“10. Bewijs ervaring

Inschrijver dient te beschikken over aantoonbare kennis en ervaring. De vereiste capaciteit, kennis en ervaring moet zijn opgedaan in en moet blijken uit één relevante referentieopdracht (bijlage 10), die in de afgelopen 3 jaar is uitgevoerd. De gevraagde kerncompetentie voor deze Opdracht is:

1. ZIN-referentie (1 of meerdere referenties met minimaal 5 Cliënten), of

2. PGB-referentie geanonimiseerd (1 of meerdere referenties met minimaal 5 Cliënten).

Referenties moeten per dienstperceel waarop Inschrijver zich inschrijft worden aangeleverd middels het Standaardformulier Referentie (Bijlage 10).”

( v) De nota van inlichtingen, die onderdeel uitmaakt van de aanbestedingsstukken, bevat met betrekking tot bijlage 10 het volgende antwoord op de vraag hoe de referenties moesten worden vormgegeven:

“In geval van een ZIN-referentie moet u een contractrelatie ofwel Opdrachtgever, zijnde een financier, opgeven.”

(vi) [appellante] , een ggz-instelling, heeft zich tijdig ingeschreven. Zij heeft als referentie voor beide dienstpercelen opgegeven het Regionaal Ondersteuningsbureau [plaatsnaam] (hierna: ROB [plaatsnaam] ) en daarbij de volgende toelichting verstrekt:

“In de afgelopen jaren heeft [appellante] cliënten behandeld in uw regio (ook buiten de regio).”

(vii) Op 1 november 2017 heeft de Aanbestedende dienst de voorlopige gunningsbeslissing aan de inschrijvers bekend gemaakt. Aan [appellante] is de opdracht voor basis-ggz gegund, maar de opdracht voor specialistische ggz is haar niet gegund. Bij het verifiëren van de referentie voor dat laatste dienstperceel had de Aanbestedende dienst ten aanzien van [appellante] het volgende geconstateerd:

“(…) ROB [plaatsnaam] heeft nooit een contract met u gehad voor het leveren van ‘specialistische jeugd ggz (Jw52).’ Daarom is uw referentie voor, en zodoende inschrijving op, het perceel ‘Behandeling Specialistische ggz (inclusief Observatie en Diagnostiek)’ ongeldig.”

(xiii) Naar aanleiding van de voorlopige gunningsbeslissing heeft overleg plaatsgevonden tussen een vertegenwoordiger van de Aanbestedende dienst en de bestuurder van [appellante] . Laatstgenoemde heeft naar aanleiding van dat overleg bij e-mail van 27 november 2017 het volgende aan ROB [plaatsnaam] geschreven:

“Sinds 2016 (hiervoor zorgverzekeraars) heeft [appellante] -GGZ een overeenkomst voor basis en gespecialiseerde ggz met ROB. Vorig jaar is deze overeenkomst BGZZ en SGGZ verlengd. (…)”

(ix) In reactie hierop heeft ROB [plaatsnaam] bij e-mail van 29 november 2017 geantwoord, kort gezegd, dat het standpunt van [appellante] met betrekking tot de gespecialiseerde ggz niet strookte met de administratie van ROB [plaatsnaam] .

( x) Op 6 maart 2018 is de Aanbestedende dienst overgegaan tot definitieve gunning. De specialistische ggz is definitief niet aan [appellante] gegund.

Het geding in eerste aanleg

3.2.1.

[appellante] vorderde in eerste aanleg in dit kort geding, primair (i) dat de Gemeente wordt verboden de opdracht op basis van de huidige gunningsbeslissing aan enige derde te gunnen, en (ii) dat de Gemeente wordt bevolen de opdracht te gunnen aan [appellante] , voor zover de Gemeente de opdracht nog altijd wenst te gunnen. Subsidiair vorderde [appellante] (i) dat de Gemeente wordt verboden de opdracht definitief te gunnen op basis van de huidige gunningsbeslissing aan enige derde, totdat een herbeoordeling heeft plaatsgevonden, (ii) dat de Gemeente wordt bevolen tot een herbeoordeling over te gaan nadat zij [appellante] de mogelijkheid tot herstel heeft geboden, en (iii) dat de Gemeente wordt bevolen om op basis van die herbeoordeling een nieuwe gunningsbeslissing te nemen.

[appellante] heeft aan deze vordering ten grondslag gelegd dat zij voldoet aan de in de offerteaanvraag geformuleerde ervaringseis voor specialistische ggz.

3.2.2.

De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van [appellante] afgewezen op de grond, kort gezegd, dat niet is komen vast te staan dat [appellante] in de jaren 2015, 2016 en 2017 aan ten minste vijf cliënten specialistische ggz heeft verleend.

Het geding in hoger beroep

3.3.1.

[appellante] heeft tegen het vonnis van de voorzieningenrechter hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem. Zij heeft geconcludeerd tot vernietiging van dat vonnis en tot toewijzing van haar vordering.

3.3.2.

Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft het vonnis van de voorzieningenrechter vernietigd, kort...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT