Uitspraak Nº 200.278.298_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2021-02-09

ECLIECLI:NL:GHSHE:2021:368
Docket Number200.278.298_01
Date09 Febrero 2021
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht

zaaknummer 200.278.298/01

arrest van 9 februari 2021

in de zaak van

1 [appellante 1] ,
en

2. [appellante 2],

beiden wonende te [woonplaats] ,

appellanten,

hierna aan te duiden als [appellanten] ,

advocaat: mr. J. Ossewaarde te Middelburg,

tegen

1 [geïntimeerde 1] ,
en

2. [geïntimeerde 2],

beiden wonende te [woonplaats] ,

geïntimeerden,

hierna aan te duiden als [geïntimeerden] ,

niet verschenen.

op het bij exploot van dagvaarding van 30 maart 2020 ingeleide hoger beroep van het vonnis van 31 december 2019, door de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, gewezen tussen [appellanten] als eisers en [geïntimeerden] als gedaagden.

1 Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 7561652 / CV EXPL 19-916)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2 Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding in hoger beroep

  • -

    het verleende verstek tegen [geïntimeerden]

  • -

    de memorie van grieven met productie 19

Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3 De feiten

In dit hoger beroep gaat het hof uit van de volgende feiten die tussen partijen vaststaan.

3.1.

In de duinen nabij [plaats] heeft een pompstation gelegen van een waterleidingbedrijf. Het pompstation en het landgoed daaromheen waren in eigendom van N.V. Delta Nutsbedrijven (later Delta N.V. genaamd, hierna: Delta). Wijlen de echtgenoot van [appellante 1] , [wijlen echtgenoot van appellante 1] , was werkzaam bij het waterleidingbedrijf en bewoonde met [appellante 1] vanaf 1966 de naastgelegen dienstwoning aan [adres 1] (en oud [adres 2] ). [straatnaam] was de naam van de toegangsweg naar het pompstation, dat ligt aan [adres 3] . De toegangsweg is ongeveer 800 m lang en is geasfalteerd. [wijlen echtgenoot van appellante 1] en [appellante 1] en hun dochter [appellante 2] hebben de dienstwoning op 1 maart 1995 in eigendom verkregen, tezamen met een erfdienstbaarheid van overpad over de toegangsweg.

3.2.

[geïntimeerden] hebben in september 2005 een zogenoemde samenwerkings-overeenkomst gesloten met de gemeente Veere met het oog op de koop door [geïntimeerden] van het pompstation met het landgoed. De samenwerkingsovereenkomst luidt onder meer:

Artikel 4.

De wederpartij draagt zorg voor een zodanig onderhoud van de thans tot het perceel

[adres 4] behorende paden, dat die paden geschikt zijn voor het beoogde doel, te weten

voor het publiek openbare paden (waaronder ook behoort het gebruik als toegang, voorzover de gronden in eigendom behoren, naar het perceel [adres 5] ) en als toegangsweg naar het perceel [adres 1] .

De toegang tot het perceel [adres 1] is in de vorm van een vestiging erfdienstbaarheid

geregeld in een op 1 maart 1995 opgestelde notariële akte.

3.3.

[geïntimeerden] hebben vervolgens op 14 december 2005 het pompstation aan [adres 3] met het landgoed (van bijna 6 ha) in eigendom verkregen. Het pompstation is verbouwd tot woning.

3.4.

[appellanten] hebben nadien bij [geïntimeerden] geklaagd over de toestand van de toegangsweg.

3.5.

[appellanten] hebben [geïntimeerden] op 7 april 2014 gedagvaard voor de kantonrechter en gevorderd dat [geïntimeerden] zouden worden veroordeeld om een dubbele slijtlaag op de toegangsweg aan te brengen. Op 22 september 2014 heeft een gerechtelijke plaatsopneming plaatsgevonden. Op 3 december 2014 heeft de kantonrechter uitspraak gedaan. In het vonnis is onder meer het volgende overwogen:

‘2.4. Bij de gerechtelijke plaatsopneming d.d. 22 september 2014 is vastgesteld dat de toegangsweg op dat moment in goede staat was. Aan het begin van de toegangsweg bij de woonhuizen van partijen waren er wel enkele kuilen, maar daar was geen wateroverlast, omdat de weg daar iets hoger ligt. Verder waren alle kuilen opgevuld. De zijkanten van de weg waren afgegraven en het midden van de weg was hoger dan de zijkanten.

Het bleek dat de toegangsweg kort voor de gerechtelijke plaatsopneming was hersteld door de organisatie van het Zeeland Nazomer Festival. Deze organisatie had in de buurt een evenement georganiseerd, waardoor de toestand van de weg was verslechterd. [geïntimeerde 1] had vooraf bedongen dat de organisatie van het Zeeland Nazomer Festival de toegangsweg na het evenement zou herstellen. Dit is kort voor de gerechtelijke plaatsopneming uitgevoerd.

[geïntimeerde 1] heeft meegedeeld dat in het verleden de kuilen met puin werden opgevuld, maar dat dit puin inderdaad wegspoelde. [geïntimeerde 1] heeft voorts meegedeeld dat hij op advies van een loonbedrijf de kuilen heeft laten opvullen met Duomix en dat Duomix uithardt, zodat dat niet zo snel kapot wordt gereden. [geïntimeerde 1] schat dat de kuilen eens in de twee jaren opnieuw opgevuld moeten worden met Duomix.

[appellante 2] is het niet eens met de door [geïntimeerde 1] gekozen oplossing en houdt vast aan vervanging van het asfalt van de toegangsweg door een dubbele slijtlaag. Volgens [appellante 2] is van de huidige asfaltweg weinig meer over en moet die vervangen worden.

3.1.

[appellante 2] heeft jegens [geïntimeerde 1] recht op onderhoud van de toegangsweg, zodanig dat deze geschikt is als toegangsweg. De gemeente Veere heeft dat recht bij de samenwerkingsovereenkomst ten behoeve van [appellante 2] bedongen en [appellante 2] heeft dat derdenbeding aanvaard. [geïntimeerde 1] heeft overigens niet betwist dat hij jegens [appellante 2] verplicht is de toegangsweg te onderhouden.

3.2.

[geïntimeerde 1] is verplicht de toegangsweg zodanig te onderhouden dat deze als toegangsweg geschikt is. Dat brengt niet noodzakelijk mee dat het asfalt van de toegangsweg moet worden vervangen door een dubbele slijtlaag. Hiervoor baseert [appellante 2] zich op de toezegging van [geïntimeerde 1] bij diens brief d.d. 16 januari 2011. In deze brief heeft [geïntimeerde 1] echter niet het vervangen van het asfalt beloofd, maar “een milieuvriendelijke dubbele slijtlaag over het asfalt heen”. Dat mag eventueel worden opgevat als het aanbrengen van een nieuwe (dubbele) laag asfalt over het oude asfalt heen. [geïntimeerde 1] is op deze toezegging teruggekomen en heeft daartoe aangevoerd dat hem later is geadviseerd om geen dubbele slijtlaag aan te brengen.

3.3.

[appellante 2] kan [geïntimeerde 1] niet houden aan deze toezegging. Zowel de erfdienstbaarheid als het derdenbeding heeft [appellante 2] om niet verkregen. Ook tegenover de toezegging van [geïntimeerde 1] staat geen tegenprestatie. [geïntimeerde 1] is jegens [appellante 2] verplicht de toegangsweg te onderhouden, maar mag die verplichting naar eigen inzicht nakomen, mits de weg als toegangsweg geschikt is en blijft. Indien [geïntimeerde 1] later blijkt dat een dubbele slijtlaag minder effectief is dan een slijtlaag met Duomix, zoals recent aangebracht, dan mag [geïntimeerde 1] volgens dat nieuwe inzicht handelen.

4.1.

Omdat [appellante 2] is overvallen door het herstel van de toegangsweg met Duomix kort voor de gerechtelijke plaatsopneming, is [appellante 2] toegestaan nog een akte te nemen. [appellante 2] heeft onder meer aangevoerd:

[geïntimeerde 1] heeft gesteld dat de weg nu weer twee jaar mee kan. Dat is onjuist. De Duomix is eerder ook al aangebracht en is uiteindelijk ook al binnen één jaar weer uitgespoeld. Ook is er geen enkele zekerheid dat [geïntimeerde 1] tot herstel zal overgaan, zodra kuilen eerder dan twee jaar uitspoelen. Het verleden heeft bewezen dat van [appellante 2] jarenlang geduld werd gevergd. Uiteindelijk bleek dagvaarding noodzakelijk.

Het losse opvulmiddel zorgt voor grindvorming. Dit is voor fietsers nog steeds gevaarlijk.

[appellante 2] meent dat zij herstel met asfalt mag verwacht, omdat de weg van asfalt was, temeer nu daaromtrent door [geïntimeerde 1] de toezegging is gedaan.

4.2.

Hierin volgt de kantonrechter [appellante 2] niet. Een asfaltweg behoeft niet noodzakelijk te worden onderhouden met een nieuwe asfaltlaag. Zoals reeds overwogen mag [geïntimeerde 1] zijn onderhoudsplicht naar eigen inzicht nakomen en daarbij terugkomen op zijn toezegging, mits de weg als toegangsweg geschikt blijft. Bij de gerechtelijke plaatsopneming is vastgesteld dat de toegangsweg in goede staat was. Het opvulmiddel Duomix zorgt voor een wegoppervlak met kleine steentjes. Dat oppervlak heeft wellicht een wat groter risico van slippen en uitglijden dan een asfaltoppervlak, maar met dat vrij geringe risico kunnen en moeten fietsers rekening houden. De huidige toestand van het wegdek is niet gevaarlijk voor fietsers. De kuilen zijn opgevuld en het profiel van de weg is in orde gebracht, waardoor wateroverlast wordt tegengegaan.

4.3.

[appellante 2] heeft gelet op het voorgaande geen recht op het aanbrengen van een dubbele slijtlaag...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT