Uitspraak Nº 200.283.580. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2022-10-25

ECLIECLI:NL:GHARL:2022:9114
Docket Number200.283.580
Date25 Octubre 2022
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem, afdeling civiel

zaaknummer gerechtshof 200.283.580

(zaaknummer rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen 7703584)

arrest van 25 oktober 2022

in de zaak van

Stichting Thuiszorg SG,

die is gevestigd te Oude IJsselstreek,

die hoger beroep heeft ingesteld

en bij de kanonrechter optrad als eiser en verweerder op de tegenvordering

en die hierna “de stichting” wordt genoemd,

vertegenwoordigd door mr. B. Anik,

tegen:

[geïntimeerde] Beheer B.V.,

die is gevestigd te [vestigingsplaats] ,

die bij de kantonrechter optrad als gedaagde in conventie, eiseres in reconventie

en hier “ [geïntimeerde] ” wordt genoemd,

vertegenwoordigd door mr. T.F.J. van Oorschot.

1 Het verloop van de procedure in hoger beroep
1.1.

Naar aanleiding van het arrest van 19 april 2022 heeft op 7 september 2022 een mondelinge behandeling bij het hof plaatsgevonden. Daarvan is een proces-verbaal gemaakt dat aan het dossier is toegevoegd. Hierna hebben partijen het hof gevraagd opnieuw arrest te wijzen.

2 De kern van de zaak
2.1.

De stichting heeft een winkelruimte en appartement aan de [adres] te [vestigingsplaats] gehuurd van [geïntimeerde] . Het hof moet de vraag beantwoorden of [geïntimeerde] aansprakelijk is omdat het pand bij het aangaan van de huurovereenkomst niet langer deelnam aan een pilot, die bewoning van het appartement in afwijking van het bestemmingsplan mogelijk zou maken, terwijl [geïntimeerde] gezegd had dat het pand aan deze pilot deelnam.

2.2.

De stichting begeleidt mensen die vanwege psychosociale problemen niet zelfstandig kunnen wonen. In juli 2017 heeft het college van B&W van Doetinchem het pand aan de [adres] geselecteerd voor een pilot om achter een winkel een woning te realiseren, terwijl dit op grond van het bestemmingsplan niet mogelijk was. In oktober 2017 heeft [naam1] , [functie] van de stichting, voor de tweede maal het pand bezichtigd en daarbij ook het appartement gezien. Op 14 november 2017 heeft [geïntimeerde] aan de gemeente Doetinchem medegedeeld niet meer deel te willen nemen aan de pilot. Per 1 december 2017 heeft de stichting de winkel en het achter deze winkel op de begane grond gelegen appartement gehuurd van [geïntimeerde] . De stichting was niet op de hoogte dat [geïntimeerde] op dat moment deelname aan de pilot had opgezegd. De ondertekende huurovereenkomst bepaalt dat de winkel en het appartement als bedrijfsruimte verhuurd zijn en dat het gehuurde uitsluitend bestemd is om te worden gebruikt als bedrijfsruimte voor broodjeszaak/boulangerie/dagbesteding voor jong volwassenen met GGZ LVB achtergrond c.q. zorgindicatie. Bestemmingswijziging en, op grond van de toepasselijke algemene bepalingen, onderverhuur zijn alleen toegestaan met goedkeuring van de verhuurder. Onderaan het contract is op verzoek van de stichting ter gelegenheid van de ondertekening door [geïntimeerde] met de hand geschreven: “mits vergunning Gemeente”. De stichting heeft op 4 december 2017 een exploitatievergunning aangevraagd voor een boulangerie in de winkel en deze is op 25 april 2018 verleend.

2.3.

De Stichting heeft bij de kantonrechter, na eiswijziging en samengevat, een verklaring voor recht gevorderd dat zij de huurovereenkomst rechtsgeldig heeft vernietigd wegens dwaling, althans dat de huurovereenkomst door het niet vervuld raken van een opschortende voorwaarde van vergunning om te bewonen nooit in werking is getreden, dan wel dat de huurovereenkomst is ontbonden doordat een gelijkluidende ontbindende voorwaarde is vervuld en heeft gevorderd dat de betaalde waarborgsom (€ 6.000), huurpenningen (€ 18.890) en voorschotten voor servicekosten (€ 1.540) terugbetaald moeten worden, met buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. Ook heeft de stichting een schadevergoeding van € 8.500 gevorderd en veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten. [geïntimeerde] heeft als tegenvordering, na eiswijziging, onbetaalde huurpenningen en boetes wegens te late betaling gevorderd, die na verrekening met het betaalde voorschot in totaal € 6.610 bedragen, met wettelijke handelsrente en proceskosten.

2.4.

De kantonrechter heeft de vorderingen van de stichting afgewezen en de tegenvordering toegewezen voor €...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT