Uitspraak Nº 200.286.804/01. Gerechtshof Amsterdam, 2022-06-14

ECLIECLI:NL:GHAMS:2022:1752
Docket Number200.286.804/01
Date14 Junio 2022
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)
GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummer: 200.286.804/01

zaak-/rolnummer rechtbank Amsterdam: C/13/668535 / HA ZA 19-717

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 14 juni 2022

inzake

1. KOUDIJS ANIMAL NUTRITION B.V., tevens handelend onder de naam [X] Koudijs Animal Nutrition,

gevestigd te Ede,

2. de vennootschap naar buitenlands recht [appellant sub 2],

kantoorhoudend te [plaats] ,

3. de vennootschap naar buitenlands recht [appellant sub 3],

kantoorhoudend te [plaats] ,

4. de vennootschap naar buitenlands recht [appellant sub 4] .,

kantoorhoudend te [plaats] ,

5. de vennootschap naar buitenlands recht [appellant sub 5],

kantoorhoudend te [plaats] ,

6. de vennootschap naar buitenlands recht NAKHLAN POULTRY,

kantoorhoudend te Sana'a, Jemen,

appellanten,

advocaat: mr. R. Evers te Zwolle,

tegen:

de vennootschap naar buitenlands recht AIG EUROPE S.A.,

gevestigd te Luxemburg, Luxemburg,

geïntimeerde,

advocaat: mr. V.R. Pool te Rotterdam.

Appellante sub 1 wordt hierna [X] en appellanten sub 2 tot en met 6 worden Kopers genoemd. Gezamenlijk worden appellanten met Koudijs c.s. aangeduid en geïntimeerde met AIG.

1 Het geding in hoger beroep

Koudijs c.s. zijn bij dagvaarding van 14 oktober 2020 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 15 juli 2020, onder het hierboven genoemde zaak-/rolnummer gewezen tussen hen eiseressen en AIG als gedaagde.

Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:

- memorie van grieven, met producties;

- memorie van antwoord.

Ten slotte is arrest gevraagd.

Koudijs c.s. hebben geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en - uitvoerbaar bij voorraad - alsnog hun vorderingen zal toewijzen, met beslissing over de proceskosten, vermeerderd met wettelijke rente.

AIG heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis, met veroordeling van Koudijs c.s. in de proceskosten, vermeerderd met nakosten en wettelijke rente.

Beide partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

2 Feiten

De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.13 feiten opgesomd die tussen partijen vaststaan. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil, zodat het hof daarvan als vaststaand zal uitgaan. Het gaat in deze zaak om het volgende.

2.1.

[X] is een internationaal opererende onderneming die zich richt op de productie en verkoop van diervoeder. Zij heeft onder meer aan Kopers die in Jemen zijn gevestigd vleeskuikenvoeder verkocht. Het transport van de containers met het vleeskuikenvoeder van Nederland naar Jemen vindt doorgaans plaats per zeeschip.

2.2.

Koninklijke [X] B.V. (een aan [X] gelieerde groepsonderneming) heeft per 1 januari 2010 via verzekeringsmakelaar [verzekeringsmakelaar] B.V. (hierna: [verzekeringsmakelaar] ) een doorlopende transportgoederenverzekering gesloten (hierna: de verzekeringsovereenkomst), waarvan met ingang van 1 januari 2015 het gehele risico wordt gedragen door AIG als verzekeraar.

2.3.

Op de verzekeringsovereenkomst zijn de [verzekeringsmakelaar] Transport Verzekeringsvoorwaarden 2006 (hierna: MTV 2006) van toepassing, waarin onder meer de volgende bepalingen zijn opgenomen:

3. Overschrijding verzekerde som

(…)

3.2

Verzekeraars vergoeden, zulks zonodig boven de verzekerde som – evenwel per gedekt voorval tot niet meer dan die som – de bereddingskosten als genoemd in artikel 7:957 Burgerlijk Wetboek door of ten behoeve van verzekerde gemaakte kosten.

3.3

Verzekeraars vergoeden eveneens, zulks zonodig boven de verzekerde som – evenwel per gedekt voorval tot niet meer dan die som – alle kosten van lossen, aan wal brengen en verblijf en alle kosten van opnieuw laden en doorzenden (al dan niet met hetzelfde vervoermiddel) en verdere, daarmee samenhangende extra kosten, voor zover die (extra) kosten het gevolg zijn van:

(…)

• De omstandigheid dat de verzekerde zaken ergens uit nood of in een nood- of vluchthaven of daarmede gelijk te stellen plaats geheel of gedeeltelijk zijn gelost en daar verkocht of opnieuw geladen en mits die (extra) kosten noodzakelijk geweest zijn en redelijk zijn.

(…)

23 Rente

De verzekeraars vergoeden slechts rente te rekenen van drie maanden na indiening van de schaderekening met de daartoe betrekkelijke bescheiden, mits binnen drie maanden daarna ter zake een dagvaarding aan de verzekeraars is uitgebracht.

Indien de dagvaarding later dan zes maanden na het indienen van de schaderekening wordt uitgebracht, is geen rente verschuldigd voor de dag van de dagvaarding.

(…)”

2.4.

Op enig moment hebben [verzekeringsmakelaar] en verschillende verzekeraars, waaronder AIG, een zogeheten ‘Omnibus Agreement’ ondertekend, waarin is afgesproken dat met ingang van 1 januari 2010 op bestaande transportgoederenverzekeringen (waaronder ook de verzekeringsovereenkomst) een Extra Kosten Clausule van toepassing zal zijn. Deze Extra Kosten Clausule is daarna aan de verzekeringsovereenkomst toegevoegd en luidt als volgt:

Extra kosten 2010

In geval van frustratie, onderbreking en/of beëindiging van de verzekerde reis door oorzaken buiten de macht en de wil van verzekeringnemer/verzekerde, waaronder als oorzaak mede begrepen insolvabiliteit of wanbetaling van de bij het vervoer betrokken partijen, vergoeden verzekeraars alle redelijke kosten die verzekeringnemer/verzekerde moet maken voor doorzending van de verzekerde zaken naar hun einddestinatie dan wel vervangende einddestinatie, ongeacht of er al dan niet sprake is van verlies van en/of materiële schade aan de verzekerde zaken, of de dreiging daarvan. Verzekeraars vergoeden echter nimmer meer dan EUR 25.000,00 als premier risque per gebeurtenis en als maximum...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT