Uitspraak Nº 200.301.949_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2022-10-20

ECLIECLI:NL:GHSHE:2022:3624
Docket Number200.301.949_01
Date20 Octubre 2022
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht

Uitspraak : 20 oktober 2022

Zaaknummer : 200.301.949/01

Zaaknummer eerste aanleg : 9356146 \ AZ VERZ 21-111

in de zaak in hoger beroep van:

[de werknemer] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellant,

hierna aan te duiden als [de werknemer] ,

advocaat: mr. W.J.F. Geertsen te Maastricht,

tegen

mr. [curator] q.q. in zijn hoedanigheid van curator van [B.V.] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

verweerder,

hierna aan te duiden als de curator q.q.,

advocaat in eerste aanleg: mr. J.J.F. van de Voort te Doorn.

1 Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beschikking van de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 10 september 2021.

2 Het geding in hoger beroep
2.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het beroepschrift met het procesdossier van de eerste aanleg en producties, ingekomen ter griffie op 1 november 2021;

  • -

    het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg van 30 augustus 2021, ingekomen ter griffie op 15 december 2021;

  • -

    het bericht van de advocaat van de curator q.q. van 21 december 2021 plus bijlage, inhoudende dat hij geen verweer zal voeren vanwege opheffing van het faillissement per 14 december 2021, ingekomen ter griffie op 21 december 2021;

  • -

    de akte houdende uitlating voortzetting hoger beroep van [de werknemer] , ingekomen ter griffie op 4 januari 2022;

  • -

    het bericht van het hof van 6 januari 2022 dat de mondelinge behandeling als gepland op 10 maart 2022 geen doorgang zal vinden en dat de zaak schriftelijk zal worden afgedaan.

2.2.

Het hof heeft daarna een datum voor beschikking bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken.

3 De beoordeling
3.1.

In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.

i. [de werknemer] , geboren op [geboortedatum] 1987, is op 1 december 2016 bij [B.V.] BV in dienst getreden en vervulde laatstelijk de functie van deskundig inventariseerder asbest (DIA)/ adviseur tegen een loon van € 3.331,25 bruto per maand, exclusief vakantiebijslag en overige emolumenten.

ii. [B.V.] BV hield zich onder andere bezig met bodemonderzoek, bodemsanering, asbestinventarisatie, bouwkundige opnames en het begeleiden van bouwprojecten. [B.V.] BV had de beschikking over het "Certificaat voor de Procescertificaten, Asbestinventarisatie en Asbestverwijdering', hierna te noemen het certificaat.

Om te bezien of de werkzaamheden door een DIA conform de normen verband houdende met een dergelijk certificaat worden uitgevoerd vinden er controles (audits) plaats.

iii. Op 24 juni 2021 was voor [de werknemer] een asbestinventarisatie gepland ter plaatse van de woning aan de [adres] te [plaats 1] . De opdracht is door de heer [auditor] als auditor beoordeeld. Er is asbest geconstateerd en [de werknemer] heeft daarvan foto's gemaakt, monsters genomen en deze in zakjes gestopt en die met ducttape verpakt. De heer [auditor] is niet aanwezig geweest bij de werkzaamheden van [de werknemer] in de kruipruimte.

Na het verlaten van de woning heeft de heer [auditor] gevraagd om de monsters te bekijken omdat hij eraan twijfelde dat [de werknemer] daadwerkelijk vier materiaalmonsters in de kruipruimte had genomen. [de werknemer] heeft dit geweigerd, naar eigen zeggen omdat hij en de heer [auditor] geen beschermende kleding droegen.

iv. De heer [auditor] heeft de door hem geconstateerde afwijkingen in de afwijkingsformulieren verwerkt. In het afwijkingsformulier met afwijkingsnummer [nummer] (betreffende het geen medewerking verlenen aan beoordelingen van de certificerende instelling) is de soort afwijking benoemd als “CAT I – Onvoorwaardelijke intrekking” (onderdeel productie 11 bij het verzoek in eerste aanleg). In andere afwijkingsformulieren is sprake van “CAT II -voorwaardelijke schorsingen”, waarbij de afwijkingen voor 22 juli 2021 moesten worden opgelost en “CAT III -een formele waarschuwing“, waarbij de afwijking voor 4 september 2021 moest worden opgelost.

v. Op 25 juni 2021 heeft een gesprek tussen [de werknemer] en de heren Bessems en Kessels van [B.V.] plaatsgevonden. In dit gesprek is [de werknemer] op staande voet ontslagen.
Het ontslag op staande voet is per brief van 25 juni 2021 schriftelijk bevestigd. Deze brief vermeldt onder meer het volgende:


"( .. ) Naar aanleiding van het gesprek van hedenochtend ten kantore van [B.V.] in [plaats 2] bevestig ik hierbij dat wij jou per direct hebben...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT