Uitspraak Nº 200.302.192. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2022-10-25

ECLIECLI:NL:GHARL:2022:9121
Docket Number200.302.192
Date25 Octubre 2022
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem, afdeling civiel

zaaknummer gerechtshof 200.302.192

zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 502633

arrest van 25 oktober 2022

in de zaak van

[appellant] ,

die woont in [woonplaats1] ,

die hoger beroep heeft ingesteld en die bij de rechtbank optrad als eiser,

hierna [appellant] te noemen,

vertegenwoordigd door mr. F.J.M. Kobossen,

tegen

[geïntimeerde] ,

die woont in [woonplaats2] ,

en die bij de rechtbank optrad als gedaagde,

hierna [geïntimeerde] te noemen,

vertegenwoordigd door mrs. W.A.M. Rupert.

1 Het verloop van de procedure in hoger beroep
1.1.

Het hof heeft een mondelinge behandeling bevolen bij arrest van 28 december 2021, maar op verzoek van beide partijen heeft deze mondelinge behandeling niet plaatsgevonden. Het verdere procesverloop in hoger beroep blijkt uit:

  • -

    de memorie van grieven en

  • -

    de memorie van antwoord.

2 De kern van de zaak
2.1.

[geïntimeerde] heeft [appellant] als advocaat bijgestaan in een procedure tegen [naam1] , handelend onder de naam [naam1] Timmerwerken (hierna [naam1] te noemen). [appellant] en [naam1] hebben in die procedure (hierna de onderliggende procedure te noemen) over en weer vorderingen ingesteld over uitvoering van werkzaamheden door [naam1] aan de woonwagen (ook wel aangeduid als “chalet”) van [appellant] . [geïntimeerde] heeft namens [appellant] hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank in de onderliggende procedure maar hij heeft geen memorie van grieven ingediend, waardoor het hoger beroep van [appellant] is gestrand.

2.2.

[appellant] heeft bij de rechtbank gevorderd dat [geïntimeerde] hem € 36.003,42 betaalt ter vergoeding van de schade die hij heeft geleden door het niet indienen van een memorie van grieven en het daaruit volgende stranden van zijn hoger beroep tegen [naam1] . De rechtbank heeft deze vordering van [appellant] tegen [geïntimeerde] afgewezen. [appellant] wil met het hoger beroep bereiken dat de afgewezen vordering alsnog wordt toegewezen.

3 Het oordeel van het hof
3.1.

Het hof zal beslissen dat het oordeel van de rechtbank in stand blijft. De redenen daarvoor zijn de volgende.

Artikel 843a Rv-vordering

3.2.

[appellant] vordert van [geïntimeerde] afschrift van een (concept-)memorie van grieven in de onderliggende procedure, voor het geval [geïntimeerde] weigert om “de betreffende processtukken” in het geding te brengen. [geïntimeerde] voert aan dat hij geen memorie van grieven in de onderliggende procedure heeft opgesteld, dat hij nooit anders heeft beweerd en dat hij [appellant] geen kosten in rekening heeft gebracht inzake het opstellen van een dergelijk processtuk.

3.3.

Degene die rechtmatig belang daarbij heeft kan inzage, afschrift of uittreksel vorderen van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin hij partij is van degene die deze bescheiden onder zich heeft, aldus artikel 843a Rv. [appellant] heeft, gezien de betwisting door [geïntimeerde] , onvoldoende onderbouwd dat sprake is van een (concept-) memorie van grieven of een ander processtuk dat [geïntimeerde] te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft en waarover [appellant] niet beschikt. Het hof wijst deze (voorwaardelijke) vordering daarom af.

Schade niet aannemelijk gemaakt door [appellant]

3.4.

[geïntimeerde] betwist niet dat hij een beroepsfout heeft gemaakt doordat hij in de onderliggende procedure heeft nagelaten tijdig een memorie van grieven in te dienen. [geïntimeerde] betwist wel dat [appellant] door deze beroepsfout schade heeft geleden en stelt zich op het standpunt...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT