Uitspraak Nº 200.302.151/01. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2022-10-25
Court | Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland) |
ECLI | ECLI:NL:GHARL:2022:9164 |
Date | 25 Octubre 2022 |
Docket Number | 200.302.151/01 |
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.302.151/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 157733)
arrest van 25 oktober 2022
in de zaak van
[appellante] ,
wonende te [woonplaats1] ,
appellante,
bij de rechtbank: gedaagde en eiseres in verzet,
hierna: [appellante],
advocaat: mr. K.E. Wielenga, die kantoor houdt te Leeuwarden,
tegen
[geïntimeerde] ,
wonende te [woonplaats2] ,
geïntimeerde,
bij de rechtbank: eiser en gedaagde in verzet,
hierna: [geïntimeerde],
advocaat: mr. J.T. Fuller, die kantoor houdt te Zwolle.
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 7 juni 2022 hier over.
Na dit tussenarrest hebben beide partijen een akte (met producties) genomen.
Vervolgens hebben zij de (aanvullende) processtukken overgelegd en heeft het hof een datum voor het arrest vastgesteld.
Het tussenarrest van 7 juni 2022
2.1 Het gaat er in deze zaak om of [appellante] € 50.000,- van [geïntimeerde] heeft geleend, zoals [geïntimeerde] stelt maar [appellante] betwist. [geïntimeerde] beroept zich op een schriftelijke overeenkomst van geldlening. Volgens [appellante] is de handtekening op die overeenkomst niet van haar afkomstig, maar vervalst.
In de procedure bij de rechtbank heeft een onderzoek door een handschriftdeskundige plaatsgevonden, maar dat onderzoek heeft geen duidelijkheid gebracht, omdat de deskundige ( [de deskundige1] – hierna: [de deskundige1] ) niet kon beschikken over voldoende vergelijkingsmateriaal. Volgens de rechtbank heeft [appellante] het deskundigenonderzoek ernstig belemmerd en is dat zodanig laakbaar dat de rechtbank gebruik kan maken van haar bevoegdheid daaraan de gevolgen te verbinden die zij geraden acht. De rechtbank heeft daar het gevolg aan verbonden dat [geïntimeerde] geslaagd moet worden geacht in het bewijs dat de handtekening onder het contract door [appellante] is gezet.
2.2 Het hof heeft in het tussenarrest overwogen dat de rechtbank zonder voldoende grondslag heeft geconcludeerd dat [appellante] het deskundigenonderzoek ernstig heeft belemmerd en dat dit zodanig laakbaar is dat de rechtbank gebruik kon maken van haar bevoegdheid daaraan de gevolgen te verbinden die zij geraden acht.
Het hof heeft overwogen dat onderzocht moet worden of [de deskundige1] aanvullend onderzoek kan...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT