Uitspraak Nº 200.348.307/01. Gerechtshof Den Haag, 2019-10-09

ECLIECLI:NL:GHDHA:2019:3011
Date09 Octubre 2019
Docket Number200.348.307/01
CourtGerechtshof Den Haag (Nederland)

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling civiel recht

zaaknummer : 200.248.307/01

zaaknummer rechtbank : C/09/545762 FA RK 17-9982

beschikking van de meervoudige kamer van 9 oktober 2019

inzake

[verzoekster] ,

wonende te [woonplaats] , België,

verzoekster in hoger beroep,

hierna te noemen: de vrouw,

advocaat mr. H. Dreesmann-Bruijntjes te Den Haag,

tegen

[verweerder] ,

wonende te [woonplaats] ,

verweerder in hoger beroep,

hierna te noemen: de man,

advocaat mr. E.J. Kim-Meijer te Den Haag.

1 Het verloop van het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Den Haag van 25 juli 2018, hersteld bij beschikking van 2 augustus 2018, uitgesproken onder voormeld zaaknummer (hierna: de bestreden beschikking) en voorts naar de tussenbeschikkingen van de rechtbank Den Haag van 22 december 2017, 11 januari 2018 en 16 mei 2018.

2 Het geding in hoger beroep
2.1

De vrouw is op 19 oktober 2018 in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking.

2.2

De man heeft op 3 december 2018 een verweerschrift ingediend.

2.3

Bij het hof zijn voorts de volgende stukken ingekomen:

- een journaalbericht van de zijde van de man van 30 augustus 2019 met bijlagen, ingekomen op 2 september 2019;

- een journaalbericht van de zijde van de vrouw van 3 september 2019 met bijlagen, ingekomen op 4 september 2019;

- een journaalbericht van de zijde van de vrouw van 9 september 2019 met bijlagen, ingekomen op diezelfde datum;

- een journaalbericht van de zijde van de man van 12 september 2019 met bijlagen, ingekomen op diezelfde datum.

2.4

De mondelinge behandeling heeft op 13 september 2019 plaatsgevonden. Partijen zijn in persoon verschenen, bijgestaan door hun advocaten.

2.5

Na de mondelinge behandeling zijn met toestemming van het hof ingekomen een journaalbericht van de zijde van de man van 20 september 2019 met bijlage, ingekomen bij het hof op diezelfde datum, en een journaalbericht van de zijde van de vrouw van 19 september 2019 met bijlage, ingekomen bij het hof op 23 september 2019.

3 De feiten
3.1

Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten voor zover daartegen in hoger beroep niet is opgekomen. Onder meer staat het volgende vast.

3.2

Partijen hebben tot eind oktober 2017 een relatie met elkaar gehad.

3.3

Partijen zijn de ouders van [naam minderjarige 2] , geboren […] 2016 te [geboorteplaats] (hierna: [minderjarige] ).

4 De omvang van het geschil
4.1

Bij de beschikking van 22 december 2017 heeft de rechtbank Den Haag beslist dat de Nederlandse rechter internationale bevoegdheid toekomt wat betreft de verzoeken ten aanzien van het gezag en de omgangsregeling c.q. zorgregeling. Iedere verdere beslissing ten aanzien van het gezag, de omgangsregeling c.q. de zorgregeling en de kinderalimentatie is door de rechtbank aangehouden.

4.2

Bij beschikking van 11 januari 2018 van de rechtbank Den Haag zijn, voor zover van belang, de beslissingen ten aanzien van het gezag en de zorgregeling c.q. omgangsregeling betreffende [minderjarige] aangehouden in afwachting van de resultaten van de crossborder mediation. Het verzoek van de vrouw om kinderalimentatie is afgesplitst.

4.3

Bij beschikking van 16 mei 2018 van de rechtbank Den Haag is, voor zover van belang:

  • -

    voor recht verklaard dat de man samen met de vrouw met het gezag over [minderjarige] is belast;

  • -

    het verzoek van de man om hem met het eenhoofdig gezag over [minderjarige] te belasten afgewezen;

  • -

    het verzoek van de vrouw tot vervangende toestemming tot verhuizing met [minderjarige] en tot inschrijving van [minderjarige] op een school in België afgewezen;

  • -

    bepaald dat [minderjarige] haar hoofdverblijfplaats zal hebben:

 bij de vrouw, indien de vrouw binnen vier maanden na de datum van deze beschikking in de gemeentelijke basisregistratie van de gemeente [gemeente] is ingeschreven;

 bij de man, indien de vrouw niet binnen vier maanden na de datum van deze beschikking in de gemeentelijke basisregistratie van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT