Uitspraak Nº 201505582/1/V2. Raad van State, 2016-05-30

ECLIECLI:NL:RVS:2016:1616
Date30 Mayo 2016
Docket Number201505582/1/V2
CourtCouncil of State (Netherlands)

201505582/1/V2.

Datum uitspraak: 30 mei 2016

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, van 17 juni 2015, gerectificeerd op 7 juli 2015, in zaak nr. 14/28694 in het geding tussen:

[de vreemdeling]

en

de staatssecretaris.

Procesverloop

Bij besluit van 4 december 2014 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen. Dit besluit is aangehecht.

Bij uitspraak van 17 juni 2015 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van hetgeen in de uitspraak is overwogen. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld. Het hogerberoepschrift is aangehecht.

De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. W. Boelens, advocaat te Utrecht, heeft een verweerschrift ingediend.

Vervolgens is het onderzoek gesloten.

Overwegingen

Aanleiding

1. Aan zijn asielaanvraag heeft de vreemdeling ten grondslag gelegd dat hij homoseksueel is en dat hij in Guinee, gelet op de slechte positie die homoseksuelen daar hebben, ernstige problemen zal ondervinden als hij die gerichtheid daar uit. Hij stelt verder door een klant van de winkel waar hij werkte te zijn betrapt toen hij seksuele handelingen verrichtte met zijn partner [partner] waarna hij door die klant en toegestroomde mensen in zijn winkel is mishandeld, dat [partner] toen is gedood, dat hij vervolgens is gearresteerd en strafrechtelijk is veroordeeld vanwege het verrichten van homoseksuele handelingen, dat hij in verband daarmee problemen heeft ondervonden met zijn familie en dat zijn kennis [kennis] hem heeft geholpen de gevangenis te verlaten.

Aan de afwijzing van de aanvraag heeft de staatssecretaris ten grondslag gelegd dat hij weliswaar geloofwaardig acht dat de vreemdeling homoseksueel is, maar dat hij niet aannemelijk gemaakt acht dat hij in Guinee, zoals hij stelt, in het openbaar uiting zal geven aan zijn seksuele gerichtheid. Deze gestelde invulling past immers niet in de wijze waarop de vreemdeling tot nu toe in Nederland invulling heeft gegeven aan zijn seksuele gerichtheid. Voor zover er desondanks van moet worden uitgegaan dat de vreemdeling in Guinee in grotere mate uiting zal geven aan zijn homoseksuele gerichtheid en zijn seksuele gerichtheid bij zijn omgeving bekend is of zal worden, is niet aannemelijk dat dit zal leiden tot vervolging dan wel een behandeling in strijd met artikel 3 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: het EVRM). Volgens de staatssecretaris blijkt onder meer uit het algemeen ambtsbericht inzake Guinee van de minister van Buitenlandse Zaken van juni 2014 (hierna: het ambtsbericht) en het rapport 'Country Report on Human Rights...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT