Uitspraak Nº 201507458/1/A2. Raad van State, 2017-11-22

ECLIECLI:NL:RVS:2017:3187
Docket Number201507458/1/A2
Date22 Noviembre 2017
CourtCouncil of State (Netherlands)

201507458/1/A2.

Datum uitspraak: 22 november 2017

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellant], wonend te Hindeloopen, gemeente Súdwest-Fryslân,

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 18 augustus 2015 in zaak nr. 10/2469 in het geding tussen:

[appellant]

en

het college van burgemeester en wethouders van Súdwest-Fryslân.

Procesverloop

Bij uitspraak van 18 augustus 2015 heeft de rechtbank, voor zover thans van belang, een verzoek van [appellant] om het college te veroordelen tot schadevergoeding afgewezen. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.

Het college heeft gebruik gemaakt van de geboden gelegenheid een schriftelijke uiteenzetting te geven naar aanleiding van het hoger beroep van [appellant]. Het college heeft tevens incidenteel hoger beroep ingesteld.

[appellant] heeft gebruik gemaakt van de geboden gelegenheid een schriftelijke uiteenzetting te geven naar aanleiding van het incidenteel hoger beroep van het college.

[appellant] heeft een nader stuk ingediend.

Het college heeft eveneens een nader stuk ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 24 maart 2017, waar [appellant], bijgestaan door mr. K.A. Faber, advocaat te Heerenveen, en het college, vertegenwoordigd door mr. E.F. van der Goot, advocaat te Leeuwarden, zijn verschenen. Voorts is drs. T.J. Wiersma aan de zijde van [appellant] als deskundige verschenen.

Bij brief van 30 maart 2017 heeft het college het incidenteel hoger beroep ingetrokken.

Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek heropend en [appellant] en het college in de gelegenheid gesteld nadere inlichtingen te geven. [appellant] en het college hebben van deze gelegenheid gebruik gemaakt.

[appellant] heeft een nader stuk ingediend.

De Afdeling heeft de behandeling van de zaak voortgezet ter zitting van 1 november 2017, waar [appellant], bijgestaan door mr. K.A. Faber, advocaat te Heerenveen, en het college, vertegenwoordigd door mr. E.F. van der Goot, advocaat te Leeuwarden, en door mr. H. Gutman, zijn verschenen. Voorts is drs. T.J. Wiersma aan de zijde van [appellant] als deskundige verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1. In geschil is of [appellant] schade heeft geleden als gevolg van een in bezwaar gehandhaafde weigering om handhavend op te treden tegen een derde.

Voorgeschiedenis

2. Bij besluit van 27 februari 2004 heeft de raad van de toenmalige gemeente Nijefurd de Algemene Plaatselijke Verordening Nijefurd (hierna: de APV) vastgesteld. In artikel 5.2.3, eerste lid, aanhef en onder a, van de APV is bepaald dat het verboden is zonder vergunning van burgemeester en wethouders op of aan de weg of aan een openbaar water dan wel op een andere - al dan niet met enige beperking - voor publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats met een voertuig, een kraam, een tafel of enig ander middel een standplaats in te nemen of te hebben ten einde in de uitoefening van de handel goederen te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken, dan wel diensten aan te bieden. In artikel 5 van de APV, voor zover thans van belang, is bepaald dat de vergunning persoonsgebonden is, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.

3. Volgens het door het college gevoerde beleid zijn maximaal twee standplaatsen voor de verkoop van vis en snacks op de Havenkade te...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT