Uitspraak Nº 201508334/1/A1. Raad van State, 2017-05-03

ECLIECLI:NL:RVS:2017:1194
Date03 Mayo 2017
Docket Number201508334/1/A1
CourtCouncil of State (Netherlands)

201508334/1/A1.

Datum uitspraak: 3 mei 2017

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellant], wonend te Eindhoven,

appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 2 oktober 2015 in zaak nr. 15/1794 in het geding tussen:

[appellant]

en

het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven.

Procesverloop

Bij besluit van 22 januari 2015 heeft het college aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van de omgevingsvergunning voor het bouwen van een berging en het dichtmaken van een carport ten behoeve van woonruimte aan de [locatie] te Eindhoven (hierna: het perceel).

Bij besluit van 18 mei 2015 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 2 oktober 2015 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

Daartoe in de gelegenheid gesteld hebben [vergunninghouder] en P.J.W. Olislaegers een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.

Bij uitspraak van 25 april 2016 heeft de Afdeling, na vereenvoudigde behandeling, het hoger beroep van [appellant] kennelijk ongegrond geacht en de aangevallen uitspraak bevestigd.

Tegen deze uitspraak heeft [appellant] verzet gedaan.

Bij uitspraak van 24 augustus 2016 heeft de Afdeling dit verzet gegrond verklaard, zodat de uitspraak van 25 april 2016 is vervallen. Het onderzoek is voortgezet in de stand waarin het zich bevond.

Het college heeft naar aanleiding van de uitspraak in verzet opnieuw een verweerschrift ingediend.

[appellant] heeft nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 20 december 2016, waar [appellant], samen met [persoon A], en het college, vertegenwoordigd door mr. T.J.A. Peels, zijn verschenen. Voorts zijn daar [vergunninghouder] en [persoon B], bijgestaan door mr. A.G. van Keulen, als partij gehoord.

Overwegingen

1. Op 26 juni 2014 heeft [vergunninghouder] een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend voor het bouwen van een berging en het dichtmaken van een carport ten behoeve van woonruimte op het perceel.

De aangevraagde vergunning is op 1 september 2014 verleend. Het daartegen ingediende bezwaar van [appellant] is bij besluit, verzonden op 24 november 2014, niet-ontvankelijk verklaard omdat [appellant] niet tijdig bezwaar had gemaakt tegen deze vergunning. De verleende omgevingsvergunning van 1 september 2014 staat in rechte vast.

Bij besluit van 22...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT