Uitspraak Nº 201705508/1/A3. Raad van State, 2019-01-02

ECLIECLI:NL:RVS:2019:13
Date02 Enero 2019
Docket Number201705508/1/A3
CourtCouncil of State (Netherlands)

201705508/1/A3.

Datum uitspraak: 2 januari 2019

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellante], gevestigd te Haarlem, waarvan de vennoten zijn [vennoot A], wonend te Spaarndam, [vennoot B] en [vennoot C], beiden wonend te Haarlem,

appellante,

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 30 mei 2017 in zaken nrs. 16/5215 en 17/448 in het geding tussen:

[appellante]

en

de burgemeester van Haarlem.

Procesverloop

Bij besluit van 18 mei 2016 heeft de burgemeester het verzoek van [appellante] tot wijziging van de tenaamstelling van de terrasvergunning die op 13 september 2006 aan de vorige exploitant van horecagelegenheid [appellante] was verleend, afgewezen. Bij datzelfde besluit heeft de burgemeester de aanvraag van [appellante] voor een terrasvergunning afgewezen.

Bij besluit van 5 oktober 2016 heeft de burgemeester het door [appellante] gemaakte bezwaar, voor zover dat ziet op de weigering om de tenaamstelling van de op 13 september 2006 verleende terrasvergunning te wijzigen, niet-ontvankelijk verklaard. Hij heeft de bezwaren, voor zover deze zien op de afwijzing van de aanvraag voor een terrasvergunning en de weigering van toestemming voor parasolputten met bijbehorende parasols, ongegrond verklaard.

Tegen het besluit van 5 oktober 2016 heeft [appellante] beroep ingesteld.

[appellante] heeft daarnaast overeenkomstig artikel 8:55f van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) beroep ingesteld tegen het uitblijven van de bekendmaking van een van rechtswege gegeven beschikking.

Bij uitspraak van 30 mei 2017 heeft de rechtbank het door [appellante] ingestelde beroep tegen het uitblijven van de bekendmaking van een van rechtswege gegeven beschikking niet-ontvankelijk verklaard. Zij heeft het beroep gericht tegen het besluit van 5 oktober 2016 gegrond verklaard. De rechtbank heeft dat besluit vernietigd voor zover daarbij het bezwaar over de weigering om de tenaamstelling van de op 13 september 2006 verleende terrasvergunning te wijzigen, niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank heeft het bezwaar in zoverre alsnog ongegrond verklaard en bepaald dat haar uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van het besluit van 5 oktober 2016. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld.

De burgemeester heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

[appellante] en de burgemeester hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 19 november 2018, waar [appellante], vertegenwoordigd door mr. J. de Graaf, advocaat te Amsterdam, vergezeld door [vennoot B] en de burgemeester, vertegenwoordigd door mr. M.R. Botman, advocaat te Den Haag, vergezeld door R. de Vries, zijn verschenen.

Overwegingen

1. Het relevante juridische kader, waaronder de bepalingen uit Richtlijn 2006/123 betreffende diensten op de interne markt (hierna: de Dienstenrichtlijn) en de Dienstenwet, is opgenomen in een bijlage. De bijlage is onderdeel van de uitspraak.

Voorgeschiedenis en besluitvorming

2. [appellante] is een horecagelegenheid die door de vennoten van de vennootschap onder firma [appellante] wordt geëxploiteerd. De vennoten hebben de exploitatie van deze horecagelegenheid overgenomen van de [vorige exploitant]. Bij de horecagelegenheid exploiteert [appellante] een terras aan de gevel en een terras aan de overzijde van de weg aan de waterkant. De vorige exploitant exploiteerde ook een terras op de middenberm ter plaatse van [appellante] met een oppervlakte van 18 m². De eerdere terrasvergunning, die ook zag op het terras op de middenberm, is verleend op 13 september 2006.

2.1. Op 8 december 2011 heeft [appellante] een aanvraag ingediend ter verkrijging van een terrasvergunning voor een terras op de middenberm. Een latere aanvraag van 3 september 2015 heeft zij ingetrokken. Omdat een besluit op de aanvraag van 8 december 2011 uitbleef, heeft [appellante] de burgemeester verzocht de aan de vorige exploitant verleende terrasvergunning die ook zag op een terras op de middenberm, op haar naam te zetten. In het geval dat de burgemeester niet aan een wijziging van de tenaamstelling zou meewerken, heeft zij verzocht de aanvraag van 8 december 2011 in te willigen. Zij heeft de burgemeester daarbij ook verzocht toestemming te verlenen voor het plaatsen van drie parasolputten met bijbehorende parasols.

2.2. De burgemeester heeft het verzoek tot wijziging van de tenaamstelling van de aan de vorige exploitant verleende terrasvergunning bij besluit van 18 mei 2016 afgewezen. Bij datzelfde besluit heeft de burgemeester ook de aanvraag van 8 december 2011 afgewezen, onder verwijzing naar de ambtelijke adviezen die zijn uitgebracht naar aanleiding van de aanvraag uit 2015.

2.3. Bij het besluit op bezwaar van 5 oktober 2016 heeft de burgemeester het bezwaar voor zover dat ziet op de weigering om de tenaamstelling van de eerdere terrasvergunning te wijzigen niet-ontvankelijk verklaard. Hij heeft de bezwaren tegen de afwijzing van de aanvraag van 8 december 2011 en de weigering van de toestemming voor de drie parasolputten met bijbehorende parasols ongegrond verklaard. De burgemeester heeft over de afwijzing van de aanvraag voor de terrasvergunning het standpunt ingenomen dat ter plaatse een gevaarlijke verkeerssituatie bestaat. Bovendien is het volgens de burgemeester lastig om de geringe terrasafmetingen na te leven en zorgt de beperkte ruimte en de plaatsing van het terras op de middenberm voor een onoverzichtelijke situatie voor weggebruikers. De burgemeester heeft de toestemming voor het plaatsen van de drie parasolputten met bijbehorende parasols ook vanwege de verkeerssituatie ter plaatse geweigerd.

2.4. Tegen dit besluit heeft [appellante] beroep bij de rechtbank ingesteld. Verder heeft [appellante] bij brief van 20 januari 2017 beroep overeenkomstig artikel 8:55f van de Awb ingesteld wegens het uitblijven van de bekendmaking van een van rechtswege gegeven beschikking. Zij heeft zich, kort gezegd, op het standpunt gesteld dat de burgemeester niet tijdig op de aanvraag van 8 december 2011 voor een terras op de middenberm heeft beslist en dat om die reden van rechtswege een terrasvergunning is gegeven.

Aangevallen uitspraak

3. Volgens de rechtbank heeft de burgemeester het bezwaar tegen de weigering om de tenaamstelling van de eerdere terrasvergunning te wijzigen ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Zij heeft, zelf in de zaak voorziend, het bezwaar in zoverre alsnog ongegrond verklaard.

Verder heeft de rechtbank vastgesteld dat de burgemeester niet binnen de daarvoor geldende termijn van 8 weken op de aanvraag van 8 december 2011 heeft beslist. Een terrasvergunning voor een terras op de middenberm is echter, anders dan [appellante] betoogt, niet van rechtswege gegeven. De rechtbank heeft overwogen dat artikel 28, eerste lid, van de Dienstenwet op 1 januari 2012 in werking is getreden, maar dat deze bepaling niet geldt voor aanvragen die vóór die datum zijn ingediend. Zij heeft het beroep tegen het uitblijven van de bekendmaking van een van rechtswege gegeven beschikking niet-ontvankelijk verklaard.

De rechtbank heeft ten slotte geoordeeld dat de burgemeester de op 8 december 2011 aangevraagde terrasvergunning en de toestemming voor de drie parasolputten met bijbehorende parasols op goede gronden heeft geweigerd in het belang van de verkeersveiligheid.

Het geschil in hoger beroep

4. [appellante] heeft geen hogerberoepsgronden aangevoerd tegen het oordeel van de rechtbank over de afwijzing van het verzoek om de tenaamstelling van de op 13 september 2006 aan de vorige exploitant verleende terrasvergunning te wijzigen.

4.1. Wel voert [appellante] hogerberoepsgronden aan tegen het oordeel van de rechtbank dat de terrasvergunning voor een terras op de middenberm niet van rechtswege is gegeven. Verder voert zij gronden aan tegen het oordeel van de rechtbank over de afwijzing van de aanvraag van 8 december 2011 en over de weigering om toestemming te verlenen voor de drie parasolputten met bijbehorende parasols. Omdat de gronden tegen het oordeel van de rechtbank dat de terrasvergunning niet van rechtswege is gegeven het meest verstrekkend zijn, zal de Afdeling die gronden als eerste beoordelen. Daarna zal zij, voor zover nog nodig, de gronden beoordelen tegen de weigering van de terrasvergunning voor de middenberm en de weigering van de toestemming voor de drie parasolputten met bijbehorende parasols.

4.2. Bij de beoordeling van de hogerberoepsgronden geldt als uitgangspunt dat de situatie van [appellante], gelet op het arrest van het Hof van Justitie van 30 januari 2018 in gevoegde zaken C-360/15 en C-31/16, X, ECLI:EU:C:2018:44, punt 110, binnen de werkingssfeer van de Dienstenrichtlijn valt. Daarnaast dient het vergunningstelsel voor de plaatsing van terrassen te worden gekwalificeerd als een vergunningstelsel als bedoeld in artikel 4, punt 6, van de Dienstenrichtlijn.

I. Is de terrasvergunning van rechtswege gegeven?

5. [appellante] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de verzochte terrasvergunning voor een terras op de middenberm niet van rechtswege is gegeven. In de eerste plaats voert zij aan dat artikel 13, vierde lid, van de Dienstenrichtlijn rechtstreekse werking heeft en dat rechtstreekse toepassing van deze bepaling al leidt tot een vergunning van rechtswege. Ten tweede voert zij aan dat het oordeel van de rechtbank dat artikel 28, eerste lid, van de Dienstenwet niet geldt voor aanvragen ingediend vóór 1 januari 2012 onjuist is. Reden daarvoor is volgens [appellante] dat artikel 28, gelezen in samenhang met artikel 65 van de Dienstenwet voorziet in een uitgestelde werking. Die uitgestelde werking is in strijd met de omzettingsplicht uit het Unierecht. Het is volgens [appellante] niet mogelijk om in een nationale wet tot omzetting van een richtlijn een overgangsregeling op te nemen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT