Uitspraak Nº 201803891/1/V1. Raad van State, 2018-12-27

ECLIECLI:NL:RVS:2018:4314
Docket Number201803891/1/V1
Date27 Diciembre 2018
CourtCouncil of State (Netherlands)

201803891/1/V1.

Datum uitspraak: 27 december 2018

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het hoger beroep van:

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, van 9 april 2018 in zaak nr. 17/16215 in het geding tussen:

[de vreemdeling]

en

de staatssecretaris.

Procesverloop

Bij besluit van 2 oktober 2017 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om krachtens artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: de Vw 2000) te bepalen dat zijn uitzetting achterwege blijft, afgewezen.

Bij besluit van 9 november 2017 (hierna: het besluit) heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 9 april 2018 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit op het gemaakte bezwaar neemt met inachtneming van de uitspraak.

Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld.

De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.J. Verwers, advocaat te Wageningen, heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

Vervolgens is het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. Artikel 64 van de Vw 2000 en het toepasselijke beleid uit de Vreemdelingencirculaire 2000 (hierna: de Vc 2000) zijn opgenomen in de bijlage, die deel uitmaakt van deze uitspraak.

Inleiding

2. De vreemdeling is afkomstig uit Guinee. Omdat zijn asielaanvraag is afgewezen, moet hij terug naar Guinee. De vreemdeling heeft gevraagd zijn uitzetting op te schorten. Hij stelt, onder verwijzing naar de e-mail van 27 oktober 2017 van zijn psycholoog en psychiater (hierna: de e-mail respectievelijk de behandelaars), dat hij door de feitelijke uitzetting of de aankondiging daarvan in een medische noodsituatie zal raken.

In geschil is of uit het arrest van het Hof van Justitie van 16 februari 2017, C.K. tegen Slovenië, ECLI:EU:C:2017:127, volgt dat bij de beoordeling van een aanvraag om toepassing van artikel 64 van de Vw 2000 moet worden betrokken of de feitelijke uitzetting van een vreemdeling of de aankondiging daarvan een reëel en bewezen risico op een aanzienlijke en onomkeerbare achteruitgang van zijn gezondheidssituatie inhoudt.

Advisering

3. De staatssecretaris heeft voor de beoordeling van de aanvraag het advies van het Bureau Medische Advisering (hierna: het BMA) van 27 september 2017 (hierna: het BMA-advies) gebruikt. Op verzoek van de rechtbank heeft de staatssecretaris de e-mail aan het BMA voorgelegd. In reactie daarop heeft het BMA de nota van 21 februari 2018 (hierna: de BMA-nota) uitgebracht. De BMA-nota heeft niet geleid tot een aanvullend standpunt van de staatssecretaris.

In het BMA-advies is toegelicht dat het uitblijven van behandeling niet leidt tot een medische noodsituatie op korte termijn. Verder kan de vreemdeling volgens het BMA-advies reizen en zijn er geen aanwijzingen dat er enige medische voorziening nodig is vooraf, tijdens of direct na de reis. Wel wordt aanbevolen een schriftelijke overdracht van de medische gegevens mee te nemen, de medicatie te continueren tijdens de reis en voldoende medicatie mee te nemen om de periode van de reis te overbruggen.

In de BMA-nota is nader ingegaan op de beoordeling door het BMA van het begrip medische noodsituatie en waarom er voor het opstellen van het BMA-advies geen noodzaak is gezien de vreemdeling persoonlijk te beoordelen.

Aangevallen uitspraak

4. De rechtbank heeft de staatssecretaris niet gevolgd in zijn standpunt dat de beoordeling in het kader van artikel 64 van de Vw 2000 beperkt is tot de vraag of een vreemdeling kan reizen en of bij het uitblijven van behandeling een medische noodsituatie zal...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
16 temas prácticos
  • Uitspraak Nº AWB 18-7331 en 18-7332. Rechtbank Den Haag, 2019-01-25
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 25 januari 2019
    ...landen die illegaal op hun grondgebied verblijven. 4 ECLI:EU:C:2017:127 5 ECLI:CE:ECHR:2016:1213JUD00417381 6 ECLI:NL:RVS:2017:2629 7 ECLI:NL:RvS:2018:4314 8 ECLI:NL:RVS:2012:BY2816 9 ECLI:EU:C:2014:2431 ...
  • Uitspraak Nº NL18.24962. Rechtbank Den Haag, 2019-11-18
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 18 november 2019
    ...Uit het BMA advies blijkt niet dat dit specifiek is onderzocht, wat volgens de uitspraak van de Afdeling van 27 december 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:4314) wel is Ten aanzien van het aanvullend besluit voert eiser het volgende aan. Anders dan de eerdere Werkinstructie (WI) 2015/9 - die verweerder......
  • Uitspraak Nº Awb 17/10772. Rechtbank Den Haag, 2020-03-19
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 19 maart 2020
    ...de BMA-adviezen niet dat verweerder die elementen heeft betrokken die ingevolge de uitspraak van de Afdeling van 27 december 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:4314) en het arrest C.K. van belang zijn. Uit de uitspraak van de Afdeling en het arrest C.K. volgt dat bij de beoordeling of een vreemdeling m......
  • Uitspraak Nº NL20.6998. Rechtbank Den Haag, 2021-02-04
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 4 februari 2021
    ...Koninkrijk, ECLI:CE:ECHR:1997:0502JUD003024096. 21 Zie paragrafen 174 en 187. 22 Zie bijvoorbeeld de uitspraak van 27 december 2018, ECLI:NL:RVS:2018:4314. 23 Bensaid v. The United Kingdom, 6 mei 2001, application no. 44599/98 ECLI:CE:ECHR:2001:0206JUD004459998 24 Zie de uitspraak van de Af......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien
16 sentencias
  • Uitspraak Nº AWB 18-7331 en 18-7332. Rechtbank Den Haag, 2019-01-25
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 25 januari 2019
    ...landen die illegaal op hun grondgebied verblijven. 4 ECLI:EU:C:2017:127 5 ECLI:CE:ECHR:2016:1213JUD00417381 6 ECLI:NL:RVS:2017:2629 7 ECLI:NL:RvS:2018:4314 8 ECLI:NL:RVS:2012:BY2816 9 ECLI:EU:C:2014:2431 ...
  • Uitspraak Nº NL18.24962. Rechtbank Den Haag, 2019-11-18
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 18 november 2019
    ...Uit het BMA advies blijkt niet dat dit specifiek is onderzocht, wat volgens de uitspraak van de Afdeling van 27 december 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:4314) wel is Ten aanzien van het aanvullend besluit voert eiser het volgende aan. Anders dan de eerdere Werkinstructie (WI) 2015/9 - die verweerder......
  • Uitspraak Nº Awb 17/10772. Rechtbank Den Haag, 2020-03-19
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 19 maart 2020
    ...de BMA-adviezen niet dat verweerder die elementen heeft betrokken die ingevolge de uitspraak van de Afdeling van 27 december 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:4314) en het arrest C.K. van belang zijn. Uit de uitspraak van de Afdeling en het arrest C.K. volgt dat bij de beoordeling of een vreemdeling m......
  • Uitspraak Nº NL20.6998. Rechtbank Den Haag, 2021-02-04
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 4 februari 2021
    ...Koninkrijk, ECLI:CE:ECHR:1997:0502JUD003024096. 21 Zie paragrafen 174 en 187. 22 Zie bijvoorbeeld de uitspraak van 27 december 2018, ECLI:NL:RVS:2018:4314. 23 Bensaid v. The United Kingdom, 6 mei 2001, application no. 44599/98 ECLI:CE:ECHR:2001:0206JUD004459998 24 Zie de uitspraak van de Af......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT