Uitspraak Nº 201805432/1/V1. Raad van State, 2020-01-31

ECLIECLI:NL:RVS:2020:329
Date31 Enero 2020
Docket Number201805432/1/V1
CourtCouncil of State (Netherlands)

201805432/1/V1.

Datum uitspraak: 31 januari 2020

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[de vreemdeling],

appellante,

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle, van 4 juni 2018 in zaak nr. 17/16280 in het geding tussen:

de vreemdeling

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

Procesverloop

Bij besluit van 22 maart 2017 heeft de staatssecretaris een aanvraag van referent om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, afgewezen.

Bij besluit van 9 november 2017 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 4 juni 2018 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.

Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 31 oktober 2019, waar referent, mede namens de vreemdeling, bijgestaan door mr. M.H. van der Linden, advocaat te Almelo, en de staatssecretaris, vertegenwoordigd door mr. C.E.S. Clerx en mr. J.E.J. ten Berg, zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1. De vreemdeling is geboren op [2002], heeft de Syrische nationaliteit en verblijft momenteel bij haar biologische moeder in Ar Rastan, Syrië. Zij beoogt via nareis verblijf bij referent, haar vader. Referent heeft bij besluit van 4 juni 2016 een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd gekregen. Hij is getrouwd met de moeder van de vreemdeling, maar ook met een andere vrouw, met wie hij drie zonen heeft. De vreemdeling woonde met hen samen in Syrië. Referent heeft eerder om nareis verzocht van zijn andere vrouw en hun zonen. Zij zijn inmiddels nagereisd. Voor de moeder van de vreemdeling is geen mvv-aanvraag ingediend. Referent heeft verklaard van de moeder te willen scheiden. Dit is echter nog niet gelukt omdat de moeder in Ar Rastan verblijft en deze stad is omsingeld door het Syrische leger.

Het hoger beroep gaat over de vraag of de staatssecretaris terecht de aanvraag van de vreemdeling heeft afgewezen, omdat sprake is van een polygame situatie en referent al gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid van nareis voor zijn andere vrouw en hun zonen.

1.1. Het wettelijk kader is opgenomen in de bijlage, die deel uitmaakt van deze uitspraak.

Uitspraak van de rechtbank

2. De rechtbank heeft overwogen dat lidstaten bij een polygame situatie de mogelijkheid hebben om de gezinshereniging van minderjarige kinderen van een andere echtgenoot met de gezinshereniger te beperken (artikel 4, vierde lid, van de Gezinsherenigingsrichtlijn (PB 2003 L 251, met rectificatie in PB 2012 L 71)). De wetgever heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. De staatssecretaris heeft in dat kader een grote mate van beleidsvrijheid bij toelating van minderjarige kinderen uit polygame huwelijken, het beleid is niet onredelijk en niet is gebleken dat de richtlijn onvolledig of onjuist is geïmplementeerd in de nationale regelgeving, aldus de rechtbank. De vreemdeling kan zich volgens de rechtbank daarom niet rechtstreeks op de richtlijn beroepen.

2.1. De rechtbank heeft verder overwogen dat artikel 29, tweede lid, van de Vw 2000 geen ruimte biedt voor een verdere afweging in het kader van artikel 8 van het EVRM dan de afweging die daarin al besloten ligt. Als de vreemdeling van mening is dat aan haar op grond van artikel 8 van het EVRM verblijf moet worden toegestaan, kan zij daarvoor een reguliere aanvraag indienen. Het beroep van de vreemdeling op de artikelen 3, 6 en 20 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind‎ kan dan vervolgens in die procedure worden beoordeeld, aldus de rechtbank.

Grieven

3. Volgens de vreemdeling heeft de rechtbank ten onrechte overwogen zoals is weergegeven in 2.1. De vreemdeling voert aan dat de richtlijn wel op haar van toepassing is, omdat lidstaten ook volgens artikel 10, tweede lid, van de richtlijn gezinshereniging kunnen toestaan met niet in artikel 4 genoemde gezinsleden en gezinshereniging daarom niet...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
5 temas prácticos
  • Uitspraak Nº NL20.3703. Rechtbank Den Haag, 2020-08-11
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 11 Agosto 2020
    ...51 van het arrest Y.Z. 5 Zie het arrest van 27 juni 2006, Parlement/Raad, ECLI:EU:C:2006:429 6 Zie de uitspraken van 31 januari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:329, 29 maart 2019, ECLI:NL:RVS:980, en 16 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2405 7 Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de funda......
  • Uitspraak Nº 202003748/1/V1. Raad van State, 2020-11-10
    • Nederland
    • 10 Noviembre 2020
    ...verzoek om gezinshereniging (zie de uitspraken van de Afdeling van 29 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:980, onder 10, en 31 januari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:329, onder 4. De staatssecretaris klaagt in de tweede grief verder terecht dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat het bezwaar nie......
  • Uitspraak Nº 202106592/1/V1. Raad van State, 2022-10-13
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 13 Octubre 2022
    ...Nederland in strijd is met de openbare orde en goede zeden. 5. Zoals de Afdeling heeft overwogen in de uitspraak van 31 januari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:329, onder 6 en 7, moet de staatssecretaris niettemin altijd een individuele beoordeling maken als hij deze beperking aan een vreemdeling te......
  • Uitspraak Nº 201902839/1/V1. Raad van State, 2020-03-05
    • Nederland
    • 5 Marzo 2020
    ...in grieven 2, 3, 4 en 5 aanvoeren gaat over een rechtsvraag die eerder door de Afdeling is beantwoord (uitspraak van 31 januari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:329). Uit die uitspraak volgt dat de vreemdelingen terecht aanvoeren dat de rechtbank niet heeft onderkend dat de staatssecretaris ten onrec......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien
5 sentencias
  • Uitspraak Nº NL20.3703. Rechtbank Den Haag, 2020-08-11
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 11 Agosto 2020
    ...51 van het arrest Y.Z. 5 Zie het arrest van 27 juni 2006, Parlement/Raad, ECLI:EU:C:2006:429 6 Zie de uitspraken van 31 januari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:329, 29 maart 2019, ECLI:NL:RVS:980, en 16 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2405 7 Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de funda......
  • Uitspraak Nº 202003748/1/V1. Raad van State, 2020-11-10
    • Nederland
    • 10 Noviembre 2020
    ...verzoek om gezinshereniging (zie de uitspraken van de Afdeling van 29 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:980, onder 10, en 31 januari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:329, onder 4. De staatssecretaris klaagt in de tweede grief verder terecht dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat het bezwaar nie......
  • Uitspraak Nº 202106592/1/V1. Raad van State, 2022-10-13
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 13 Octubre 2022
    ...Nederland in strijd is met de openbare orde en goede zeden. 5. Zoals de Afdeling heeft overwogen in de uitspraak van 31 januari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:329, onder 6 en 7, moet de staatssecretaris niettemin altijd een individuele beoordeling maken als hij deze beperking aan een vreemdeling te......
  • Uitspraak Nº 201902839/1/V1. Raad van State, 2020-03-05
    • Nederland
    • 5 Marzo 2020
    ...in grieven 2, 3, 4 en 5 aanvoeren gaat over een rechtsvraag die eerder door de Afdeling is beantwoord (uitspraak van 31 januari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:329). Uit die uitspraak volgt dat de vreemdelingen terecht aanvoeren dat de rechtbank niet heeft onderkend dat de staatssecretaris ten onrec......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT