Uitspraak Nº 201807227/4/R2. Raad van State, 2020-12-23

ECLIECLI:NL:RVS:2020:3110
Date23 Diciembre 2020
Docket Number201807227/4/R2

201807227/4/R2.

Datum uitspraak: 23 december 2020

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1. [appellant sub 1], wonend te De Mortel, gemeente Gemert-Bakel,

2. [appellant sub 2], wonend te Elsendorp, gemeente Gemert-Bakel,

3. [appellante sub 3], gevestigd te Elsendorp, gemeente Gemert-Bakel,

4. [appellant sub 4A] en [appellant sub 4B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 4]), wonend te Gemert, gemeente Gemert-Bakel,

5. [appellante sub 5], gevestigd te [plaats],

appellanten,

en

de raad van de gemeente Gemert-Bakel,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 5 juli 2018 heeft de raad het bestemmingsplan "Gemert-Bakel Buitengebied 2017" vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben onder andere [appellant sub 1], [appellant sub 2], [appellante sub 3], [appellant sub 4] en [appellante sub 5] beroep ingesteld.

De raad van de gemeente Gemert-Bakel heeft een verweerschrift ingediend.

Verschillende partijen hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 12, 13 en 14 oktober 2020, waar [appellant sub 2], bijgestaan door mr. R.A.M. Verkoijen, advocaat te Deurne, [appellante sub 5], vertegenwoordigd door [gemachtigde], en de raad zijn verschenen.

Voorts is ter zitting [partij] gehoord.

De zaak is op deze zitting gevoegd behandeld met zaak nr 201807227/1/R2. Na de zitting zijn de zaken gesplitst.

Overwegingen

Inleiding

1. Het plan voorziet in een actuele planologisch-juridische regeling voor het buitengebied van de gemeente Gemert-Bakel. Het plan vervangt verschillende ter plaatse geldende en voor een deel verouderde plannen en is onder meer vastgesteld naar aanleiding van de regels uit de "Verordening ruimte Noord-Brabant", vastgesteld op 8 juli 2017 en in werking getreden op 15 juli 2017 (hierna: de Verordening).

Tegen het plan zijn 25 beroepen ingesteld. Het merendeel van de beroepen richt zich tegen de planregeling voor de eigen gronden van de betreffende appellant(en). De Afdeling heeft er in dit geval niet voor gekozen om alle beroepen in één uitspraak af te doen, maar om beroepen in een aantal afzonderlijke uitspraken op te nemen. In deze uitspraak komen vijf beroepen aan de orde.

2. De voor de zaak relevante wet- en regelgeving is opgenomen in de bijlage van deze uitspraak.

Toetsingskader

3. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. De Afdeling stelt niet zelf vast of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, maar beoordeelt aan de hand van die gronden of de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.

Het beroep van [appellant sub 1]

Inleiding

4. In het kader van de gemeentelijke ruimte-voor-ruimte-regeling zijn ter hoogte van Tereyken in het verleden drie agrarische bedrijven gesaneerd in ruil voor de realisatie van woningen, de landschappelijke inpassing van die woningen en natuurcompensatie. [appellant sub 1] woonde ten tijde van de vaststelling van het plan aan [locatie 1] in De Mortel, welk perceel thans kadastraal bekend is als gemeente Gemert-Bakel, sectie H, nr. 2885, in één van de ruimte-voor-ruimte-woningen. Hij was ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan tevens eigenaar van de gronden ten zuiden van zijn woning, alwaar ingevolge het plan, in totaal nog twee woningen gerealiseerd mogen worden. Het betreft de percelen kadastraal bekend gemeente Gemert-Bakel, sectie H, nr. 2883 en nr. 2884. Op een strook grond direct ten oosten van de gronden van [appellant sub 1] is een houtwal aanwezig, waarmee invulling is gegeven aan de eis van landschappelijke inpassing in het kader van de ruimte-voor-ruimte-regeling. Op gronden direct ten oosten daarvan zijn drie andere ruimte-voor-ruimte-woningen gerealiseerd. [partij] was de eigenaar van deze gronden en van de strook grond met de houtwal. [appellant sub 1] kan zich niet met het plan verenigen voor zover aan de strook grond, gelegen ten oosten van zijn voormalige gronden, de bestemming "Natuur" is toegekend.

Procesbelang

5. Voor zover de raad betoogt dat [appellant sub 1] geen procesbelang meer heeft bij de behandeling van zijn beroep omdat [appellant sub 1] de percelen, kadastraal bekend gemeente Gemert-Bakel, sectie H, nrs. 2883, 2884 en 2885, niet meer in eigendom heeft, overweegt de Afdeling als volgt. [appellant sub 1] heeft onweersproken gesteld dat de wijze van inrichting van het bestemmingsplan heeft geleid tot een civielrechtelijke procedure tussen hem en de koper en dat onder meer de kosten van de landschappelijke inpassing nog altijd niet zijn afgewikkeld. Gelet hierop ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat het procesbelang van [appellant sub 1] is komen te vervallen.

Bestemming "Natuur"

6. [appellant sub 1] betoogt dat aan de strook grond ten onrechte de bestemming "Natuur" is toegekend. Hij vreest dat de invulling, het onderhoud en het beheer van de groenstrook, waarover in het verleden afspraken zijn gemaakt, in strijd zijn met de natuurbestemming. Hij wenst daarom dat de bestemming "Natuur" wordt gewijzigd in de bestemming "Groen", zoals die laatste bestemming ook in het voorheen geldende plan, het bestemmingsplan "Gemert-Bakel Buitengebied herziening oktober 2010", vastgesteld op 15 december 2010, aan deze strook was toegekend. De raad spreekt zichzelf tegen door nu een andere bestemming dan de bestemming "Groen" aan de betreffende gronden toe te kennen, zo stelt [appellant sub 1]. Hij wijst in dit verband op een e-mail van een medewerker van de gemeente van 5 september 2018. Verder stelt hij dat ter plaatse geen sprake is van wezenlijke landschaps- en natuurwaarden. Volgens hem fungeert de groenstrook slechts als plantsoen, ter aankleding van de zes woonkavels. De bestemming "Natuur" is dus niet passend.

6.1. Vaststaat dat aan de strook grond de bestemming "Natuur" met de aanduiding "specifieke vorm van natuur - landschapselement" is toegekend, en dat in het hiervoor geldende plan daaraan de bestemming "Groen" was toegekend. In verband hiermee overweegt de Afdeling allereerst dat in het algemeen aan een geldend bestemmingsplan geen blijvende rechten kunnen worden ontleend. De raad kan op grond van gewijzigde planologische inzichten en na afweging van alle betrokken belangen andere bestemmingen en regels voor gronden vaststellen.

Uit de plantoelichting volgt dat de toekenning van de bestemming "Groen" in het vorige plan was gebaseerd op een inventarisatie uit 2004. In 2016 heeft een nieuwe inventarisatie plaatsgevonden, die onder andere tot doel had nieuwe natuurelementen toe te voegen op basis van de hierna te noemen criteria en onderscheid te maken tussen zandwegen, landschapselementen en bos, zo blijkt uit de plantoelichting. De criteria die zijn gehanteerd bij het beoordelen van de vraag of nieuwe landschapselementen alsnog beschermd dienen te worden zijn de volgende: cultuurhistorische waarde, landschappelijke waarde en ecologische waarde. Uit de plantoelichting volgt ook dat onder landschapselementen onder andere houtwallen, houtsingels en bomenrijen worden begrepen. Bij de vaststelling van het plan is als uitgangspunt gehanteerd landschapselementen te bestemmen als "Natuur", met de functieaanduiding "bos", "landschapselement" of "zandweg".

Vaststaat dat op de bedoelde gronden een houtwal aanwezig is. Gelet op de inventarisatie die in 2016 heeft plaatsgevonden is deze houtwal gekwalificeerd als...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT