Uitspraak Nº 201902290/1/R3. Raad van State, 2020-12-23

ECLIECLI:NL:RVS:2020:3071
Docket Number201902290/1/R3
Date23 Diciembre 2020

201902290/1/R3.

Datum uitspraak: 23 december 2020

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

Koninklijke Smals N.V. en Smals IJsselmeer B.V., beide gevestigd te Katwijk (NB) (hierna tezamen en in enkelvoud: Smals),

appellanten,

en

de raad van de gemeente De Fryske Marren,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 13 februari 2019 heeft de raad besloten om het bestemmingsplan "IJsselmeer-Industriezandwinning" niet vast te stellen.

Bij besluit van 1 april 2019 heeft de raad opnieuw besloten om het bestemmingsplan "IJsselmeer-Industriezandwinning" niet vast te stellen.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

IJsselmeervereniging en anderen en [partij] en anderen hebben een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

Smals, de raad, IJsselmeervereniging en anderen en [partij] en anderen hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 november 2020, waar Smals, vertegenwoordigd door [gemachtigde A], [gemachtigde B], [gemachtigde C] en [gemachtigde D], bijgestaan door mr. J.J. Molenaar en mr. B de Haan, beiden advocaat te Arnhem, en de raad, vertegenwoordigd door P. Loonstra, G. Woutersen en M. Noordmans, bijgestaan door mr. R. Benhadi, advocaat te Nijmegen, zijn verschenen. Verder zijn ter zitting IJsselmeervereniging en anderen, vertegenwoordigd door [gemachtigde E] en [gemachtigde F], en [partij] en anderen, vertegenwoordigd door mr. Chr. P. van Eeghen, advocaat te Amsterdam, en [gemachtigde G], verschenen.

Overwegingen

Omvang van het beroep

1. Smals heeft op 19 maart 2019 beroep ingesteld tegen het besluit van de raad van 13 februari 2019 om geen bestemmingsplan vast te stellen. Zij heeft dit gedaan, omdat het besluit van 13 februari 2019 niet tijdig bekend werd gemaakt en omdat het besluit niet was gemotiveerd.

1.1. Bij besluit van 1 april 2019 heeft de raad opnieuw besloten om het bestemmingsplan niet vast te stellen. Hij heeft dit besluit ook gemotiveerd. Ook is het besluit om het bestemmingsplan niet vast te stellen alsnog bekendgemaakt.

1.2. Smals heeft ter zitting de hiervoor onder 1 genoemde beroepsgronden ingetrokken. Op de zitting heeft Smals desgevraagd aangegeven dat zij haar beroep van 19 maart 2019 intrekt met een verzoek om proceskostenveroordeling. Omdat de raad gedeeltelijk aan Smals is tegemoetgekomen als bedoeld in artikel 8:75a, van de Awb, komt dit verzoek voor inwilliging in aanmerking. De Afdeling bespreekt hierna het beroep tegen het besluit van 1 april 2019.

Inleiding

2. Smals wil industriezand gaan produceren uit specie, dat wordt gewonnen in het IJsselmeer nabij Lemmer. De projectlocatie is ongeveer 250 ha groot en ligt bijna geheel in het Natura 2000-gebied "IJsselmeer". Voor de voorgenomen zandwinning voorziet het project onder andere in de aanleg van een kunstmatig werkeiland met bijbehorende installaties, gebouwen en overige bouwwerken in/op het IJsselmeer. Op het eiland moet onder andere een zandveredelingsinstallatie worden gebouwd voor de verwerking van het zand. Ten behoeve van de energievoorziening moet een stroomkabel naar het werkeiland worden aangelegd. Het gewonnen zand moet vanaf het werkeiland met schepen naar de verschillende eindafnemers worden afgevoerd. Er wordt gestreefd naar een volle productie gedurende 6 dagen per week en 45 weken per jaar en het op de markt brengen van 2 miljoen ton industriezand en 700.000 m³ ophoogzand per jaar. Er wordt gerekend op een totale winperiode van 30 jaar of meer.

3. Om het project planologisch mogelijk te maken heeft Smals de gemeente verzocht om een bestemmingsplan vast stellen. In verband hiermee is door Smals een overeenkomst gesloten met de voorgangster van de gemeente De Fryske Marren op 18 mei 2011. In deze overeenkomst zijn afspraken gemaakt over het voorgenomen project en daarmee samenhangende zaken. Het college van burgemeester en wethouders heeft een ontwerpbestemmingsplan in procedure gebracht dat voorziet in een planologische inpassing van de door Smals gewenste ruimtelijke ontwikkeling. Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 2 maart 2018 tot en met 12 april 2018 ter inzage gelegen. Tegen het ontwerpbestemmingsplan zijn verschillende zienswijzen ingediend.

De raad heeft kennisgenomen van de met Smals gesloten overeenkomst, het ontwerpbestemmingsplan en de daaraan ten grondslag gelegde onderzoeken en overige stukken, de verschillende ingediende zienswijzen en de beantwoording daarvan door het college van burgemeester en wethouders. Na kennisneming van de hiervoor genoemde stukken heeft de raad in zijn vergadering van 13 februari 2019 besloten om het bestemmingsplan niet vast te stellen. Op 1 april 2019 heeft de raad opnieuw besloten om het bestemmingsplan niet vast te stellen. De raad heeft dit besluit voorzien van een motivering.

Procesbelang

4. De raad stelt dat Smals geen procesbelang meer heeft bij de uitkomst van de beroepsprocedure. Hij stelt dat het ontwerpbestemmingsplan "IJsselmeer - Industriezandwinning" berust op het Programma Aanpak Stikstof (hierna: het PAS) en de daaraan ten grondslag gelegde passende beoordeling. Omdat in de uitspraak van de Afdeling van 29 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1603, is geoordeeld dat het PAS en de daaraan ten grondslag gelegde passende beoordeling niet verenigbaar zijn met de Habitatrichtlijn, stelt de raad dat vaststaat dat het ontwerpplan in strijd is met artikel 6, derde lid, van de Habitatrichtlijn, de artikelen 2.7 en 2.8 van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) en artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro). De raad stelt dat een vernietiging van de aan de orde zijnde weigering tot gevolg heeft dat de bestemmingsplanprocedure hoe dan ook opnieuw moet worden doorlopen. Dit volgt uit overweging 39.8 van de uitspraak van de Afdeling van 29 mei 2019, zo stelt de raad.

4.1. Smals bestrijdt dat bij een vernietiging van de weigering de gehele bestemmingsplanprocedure opnieuw moet worden doorlopen. Maar ook als de bestemmingsplanprocedure opnieuw zou moeten worden doorlopen, stelt zij belang te hebben bij een beoordeling van de rechtmatigheid van de weigering. Hiertoe stelt zij dat niet zeker is dat de stikstofeffecten van het project zullen leiden tot de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT