Uitspraak Nº 201903285/1/V2. Raad van State, 2020-01-09

ECLIECLI:NL:RVS:2020:42
Docket Number201903285/1/V2
Date09 Enero 2020
CourtCouncil of State (Netherlands)

201903285/1/V2.

Datum uitspraak: 9 januari 2020

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 29 maart 2019 in zaak nr. NL18.17648 in het geding tussen:

[de vreemdeling]

en

de staatssecretaris.

Procesverloop

Bij besluit van 24 september 2018 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.

Bij uitspraak van 29 maart 2019 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris met inachtneming van de uitspraak een nieuw besluit op de aanvraag neemt.

Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld.

De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.R. van der Linde, advocaat te Amsterdam, heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

Overwegingen

1. De vreemdeling is afkomstig uit Mazar-Sharif in Afghanistan en heeft aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat hij bij terugkeer naar dat land vreest dat door een gebeurtenis in het verleden zijn oom hem wegens bloedwraak om het leven zal brengen. De staatssecretaris vindt de vrees voor bloedwraak door deze oom geloofwaardig, maar heeft de vreemdeling tegengeworpen dat hij een vestigingsalternatief heeft in Kaboel.

2. De rechtbank heeft overwogen dat de staatssecretaris dit vestigingsalternatief ten onrechte heeft tegenworpen. Omdat bloedwraak ook een sluimerende vete kan betreffen die pas na generaties wordt gewroken, kan pas van een veilig vestigingsalternatief worden gesproken als de vreemdeling zich daar jarenlang verborgen kan houden, aldus de rechtbank. Zij acht het niet aannemelijk dat de vreemdeling er in zal slagen in Kaboel zijn identiteit en herkomst verborgen te houden, omdat hij zal opvallen door zijn spraak. Daaraan is te horen dat hij uit Mazar-Sharif komt. Als zijn spraak eenmaal is opgevallen, kan de oom van de vreemdeling te horen krijgen dat een jongeman van dezelfde leeftijd en afkomstig uit dezelfde streek als de vreemdeling zich in Kaboel heeft gevestigd. Daardoor wordt de geloofwaardig geachte bloedwraak voor de vreemdeling een reëel risico. Het standpunt van de staatssecretaris, dat de vreemdeling niet te vrezen heeft voor zijn oom...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
3 temas prácticos
3 sentencias

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT