Uitspraak Nº 201903393/1/R1. Raad van State, 2020-04-01
ECLI | ECLI:NL:RVS:2020:932 |
Date | 01 Abril 2020 |
Docket Number | 201903393/1/R1 |
201903393/1/R1.
Datum uitspraak: 1 april 2020
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], waarvan de vennoten zijn [vennoot] en Capra Gannita B.V., gevestigd te Gendt, gemeente Lingewaard,
en
het college van burgemeester en wethouders van Lingewaard,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 20 september 2018 heeft het college afwijzend beslist op het verzoek van [appellant] om met toepassing van een wijzigingsbevoegdheid uit het bestemmingsplan "Buitengebied Lingenwaard" het bouwvlak op het perceel [locatie] in Gendt te wijzigen.
Bij besluit van 12 maart 2019 heeft het college het door [appellant] hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
[appellant] heeft een nader stuk ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 20 januari 2020, waar [appellant], vertegenwoordigd door [vennoot], [gemachtigde], en mr. J.T.A.M. van Mierlo, advocaat te Zwolle, en het college, vertegenwoordigd door E.P.H. Weijde-Leenders, zijn verschenen.
Overwegingen
Inleiding
1. [appellant] exploiteert op het perceel [locatie] de melkgeitenhouderij "[bedrijf]". Aan dit perceel is in het bestemmingsplan "Buitengebied Lingewaard" de bestemming "Agrarisch met waarden - Oeverwallen" toegekend met onder meer de aanduidingen "bouwvlak" en "intensieve veehouderij". Het bestemmingsplan voorziet voor de gronden met de bestemming "Agrarisch met waarden - Oeverwallen" met artikel 6, lid 6.7.1, in de bevoegdheid van het college tot een wijziging van het bouwvlak en/of vergroten van de oppervlakte van het bouwvlak van agrarische bedrijven als wordt voldaan aan de in dat artikellid genoemde voorwaarden.
2. Relevante wettelijke bepalingen en planregels zijn opgenomen in bijlage 1 bij deze uitspraak. Deze bijlage maakt deel uit van deze uitspraak.
Het verzoek van [appellant]
3. [appellant] heeft het college verzocht toepassing te geven aan die wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van een vormwijziging van het bestaande agrarische bouwvlak op het perceel [locatie]. Hiermee wenst [appellant] drie bestaande sleufsilo’s voor de opslag van ruwvoeders aan de achterzijde van het bedrijf binnen het bouwvlak te brengen en zodoende te legaliseren. Indien de silo’s binnen het bouwvlak worden gebracht, is volgens [appellant] op grond van artikel 3, aanhef, zesde onderdeel, aanhef en onder a, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht namelijk niet langer een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen vereist. De verzochte wijziging van het bouwvlak vergt enerzijds een vergroting van het bouwvlak aan de oostkant. Anderzijds impliceert het verzoek een verkleining van het bouwvlak aan de zuidkant. De huidige omvang van het bouwvlak bedraagt ongeveer 1,45 hectare en zal bij een inwilliging van de wensen van [appellant] niet meer dan de maximaal toegestane 1,5 hectare bedragen.
Het geschil
4. Het college heeft aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd dat zolang gezondheidsrisico’s van geitenhouderijen niet kunnen worden ingeschat, niet kan worden gesteld dat de gevraagde wijziging van het bouwvlak niet leidt tot een onevenredige aantasting van in de omgeving aanwezige functies en waarden en/of van belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden. Daarbij...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT