Uitspraak Nº 201904878/1/V2 en 201904878/2/V2. Raad van State, 2019-10-08

ECLIECLI:NL:RVS:2019:3369
Docket Number201904878/1/V2 en 201904878/2/V2
Date08 Octubre 2019
CourtCouncil of State (Netherlands)

201904878/1/V2 en 201904878/2/V2.

Datum uitspraak: 8 oktober 2019

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) en, met toepassing van artikel 92 van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: de Vw 2000), op het hoger beroep van:

[de vreemdelnig],

appellante,

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, van 29 mei 2019 in zaak nr. NL17.12861 in het geding tussen:

de vreemdeling

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

Procesverloop

Bij besluit van 15 maart 2018 heeft de staatssecretaris, voor zover nu van belang, een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen en ambtshalve geweigerd haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen.

Bij uitspraak van 29 mei 2019 heeft de rechtbank, voor zover nu van belang, het tegen dit besluit door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.

Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. B.W.M. Toemen, advocaat te 's-Hertogenbosch, hoger beroep ingesteld.

Voorts heeft de vreemdeling de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

Vervolgens is het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. De vreemdeling betoogt in hoger beroep onder meer dat omdat haar echtgenoot op [2019] is overleden, de overwegingen van de rechtbank en de weigering om aan haar een verblijfsvergunning asiel en verblijfsvergunning regulier te verlenen in een ander perspectief zijn komen te staan. Zij verzoekt deze omstandigheid krachtens artikel 83a van de Vw 2000 bij de beoordeling van haar hoger beroep te betrekken.

1.1. In artikel 83a van de Vw 2000 is bepaald dat de toetsing van de rechtbank een volledig en ex nunc onderzoek omvat naar zowel de feitelijke als de juridische gronden, met inbegrip van, indien van toepassing, een onderzoek naar de behoefte aan internationale bescherming.

Zoals blijkt uit deze bepaling, is hiermee een aanwijzing gegeven over de omvang van het rechterlijke onderzoek in asielzaken bij de rechtbank. Dit volgt ook uit de plaatsing van artikel 83a in paragraaf 2 van hoofdstuk 7, Afdeling 3, van de Vw 2000, die betrekking heeft op de behandeling van het beroep in asielzaken bij de rechtbank.

1.2. De omvang van het rechterlijke onderzoek in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT