Uitspraak Nº 201908766/1/R1. Raad van State, 2020-08-12

ECLIECLI:NL:RVS:2020:1924
Date12 Agosto 2020
Docket Number201908766/1/R1

201908766/1/R1.

Datum uitspraak: 12 augustus 2020

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

[appellant], wonend te Tilburg,

en

het college van burgemeester en wethouders van Tilburg,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 6 augustus 2018 heeft het college ingestemd met het door BK Ingenieurs te Udenhout ingediende verslag van de bodemsanering op de locatie Albionstraat 33g te Tilburg (hierna: de locatie).

Bij besluit van 22 oktober 2019 heeft het college het door [appellant] hiertegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.

Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

[appellant] en het college hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 13 juli 2020, waar [appellant], bijgestaan door mr. D.P.W.H. Cremers, advocaat te Tilburg, en het college, vertegenwoordigd door mr. A.M.J. van den Biggelaar, zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1. In opdracht van [opdrachtgever] is op 18 mei 2018 door BK Ingenieurs een tijdelijke uitname van grond uitgevoerd op de locatie. De aanleiding hiervoor werd gevormd door werkzaamheden aan het riool tussen het hoofdriool in de Albionstraat en de locatie.

Het besluit van 6 augustus 2018 behelst de instemming van het college met het door BK Ingenieurs ingediende verslag "Evaluatierapport tijdelijke uitname Albionstraat 33G te Tilburg Wbb-code AA085517898" (hierna: het saneringsverslag) van 23 mei 2018, als bedoeld in artikel 39c, eerste lid, van de Wet bodembescherming (hierna: Wbb).

2. [appellant] woont op het perceel [locatie] en heeft bij brief van 20 september 2018 bezwaar gemaakt tegen dit besluit. Het college heeft [appellant] bij besluit van 22 oktober 2019 niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar. Volgens het college kan [appellant] niet worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb), omdat hij bij zijn perceel, gelet op de afstand van zijn perceel tot aan de locatie, geen feitelijke gevolgen kan ondervinden van het tijdelijk uitnemen van grond en het daarna terugplaatsen van die grond op de locatie waar het bestreden besluit op ziet.

Beoordeling

3. [appellant] betoogt dat het college hem ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn bezwaar. [appellant] stelt dat het college ter vaststelling van zijn belanghebbendheid verschillende factoren in onderlinge samenhang dient te bezien. Hierbij wijst...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT