Uitspraak Nº 202003458/3/A3. Raad van State, 2020-12-02

ECLIECLI:NL:RVS:2020:2827
Docket Number202003458/3/A3
Date02 Diciembre 2020

202003458/3/A3.

Datum uitspraak: 2 december 2020

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, hierna: Awb) hangende de hoger beroepen van onder meer:

[verzoekster], wonend te Emmen,

tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de rechtbank) van 2 juni 2020 in zaken nrs. 20/1370 en 20/1371 in het geding tussen:

[verzoekster] en [partij]

en

de burgemeester van Emmen.

Procesverloop

Bij besluit van 13 augustus 2019 heeft de burgemeester op grond van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet bevolen tot inbeslagname van Cyra, de hond van [verzoekster].

Bij besluit van 23 april 2019 heeft de burgemeester het door [verzoekster] en [partij] tegen het besluit van 13 augustus 2019 gemaakte bezwaar gegrond verklaard, dat besluit herroepen, besloten tot het in bewaring houden van hond Cyra gedurende één jaar, tot herplaatsing van de hond onder voorwaarden bij een derde en tot euthanasie van de hond indien binnen één jaar geen herplaatsing plaatsvindt.

Bij uitspraak van 2 juni 2020 heeft de rechtbank het door [verzoekster] en [partij] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 23 april 2019 vernietigd, bepaald dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven wat betreft de inbeslagname en herplaatsing en opgedragen dat de burgemeester een nieuw besluit neemt met inachtneming van de uitspraak.

Tegen deze uitspraak heeft onder meer [verzoekster] hoger beroep ingesteld.

[verzoekster] heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak (hierna: de voorzieningenrechter) opnieuw verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 26 november 2020, waar [verzoekster], vertegenwoordigd door mr. J. Biemond, advocaat te Den Haag, en de burgemeester, vertegenwoordigd door mr. J.T. Oosterhoff, zijn verschenen.

Overwegingen

1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.

Inleiding

2. Bij besluit van 9 april 2019 is Cyra als gevaarlijke hond aangewezen. Naar aanleiding van een nieuw incident op 6 augustus 2019 heeft de burgemeester de hond in beslag genomen. Voor een uitgebreider overzicht van de voorgeschiedenis verwijst de voorzieningenrechter naar...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT