Uitspraak Nº 202006125/1/A3. Raad van State, 2022-07-13

ECLIECLI:NL:RVS:2022:1993
Docket Number202006125/1/A3
Date13 Julio 2022
CourtCouncil of State (Netherlands)

202006125/1/A3.

Datum uitspraak: 13 juli 2022

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellant], wonend te Den Haag,

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 16 oktober 2020 in zaak nr. 19/6782 in het geding tussen:

[appellant]

en

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag.

Procesverloop

Bij besluit van 7 februari 2019 en nader besluit van 17 april 2019 heeft het college informatie aan [appellant] verstrekt over de verwerking van zijn persoonsgegevens door de gemeente Den Haag.

Bij besluit van 30 september 2019 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 16 oktober 2020 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.

Het college heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 16 augustus 2021, waar [appellant], en het college, vertegenwoordigd door mr. L. Groeneveld, advocaat te Den Haag, zijn verschenen.

Na de zitting heeft de Afdeling het onderzoek heropend en vragen gesteld aan het college.

Bij brief van 22 december 2021 heeft het college antwoorden op de gestelde vragen ingediend.

Bij besluit van 21 maart 2022 heeft het college het besluit van 30 september 2019 aangevuld en aan [appellant] alsnog informatie verstrekt over de verwerking van zijn persoonsgegevens.

Partijen hebben toestemming verleend voor het achterwege laten van een nadere zitting. Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.

Overwegingen

Juridisch kader

1. Het juridisch toetsingskader is vermeld in de bijlage, die deel van deze uitspraak uitmaakt.

Inleiding

2. [appellant] heeft het college met een beroep op artikel 15, eerste lid, van de Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: AVG), verzocht hem te informeren welke hem betreffende persoonsgegevens door de gemeente zijn verwerkt. In dit verband heeft hij onder meer genoemd de gegevens over en verbonden aan het door hem gebruikte IP-adres en de gegevens die zijn verwerkt in verband met een door de gemeente verwijderde fiets. Verder heeft hij verzocht om inzage in de e-mailcommunicatie die tussen hem en de gemeente heeft plaatsgehad.

Bij de besluiten van 7 februari 2019 en 17 april 2019 heeft het college overzichten aan [appellant] verstrekt van zijn persoonsgegevens die door de gemeente zijn verwerkt. Bij het besluit van 30 september 2019 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Aangevallen uitspraak

3. De rechtbank heeft overwogen dat het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat IP-adressen in dit geval niet als persoonsgegevens moeten worden aangemerkt.

Het college heeft meegedeeld dat de gegevens over het ophalen van een fiets bij Fietsdepot Haaglanden zijn geanonimiseerd in het systeem Perfect View en daardoor niet meer naar [appellant] herleidbaar zijn. Het college heeft hiermee volgens de rechtbank aannemelijk gemaakt dat er bij het fietsdepot geen persoonsgegevens van [appellant] (meer) worden verwerkt.

Ten...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT