Uitspraak Nº 202006339/1/R1. Raad van State, 2022-08-24

ECLIECLI:NL:RVS:2022:2481
Docket Number202006339/1/R1
Date24 Agosto 2022
CourtCouncil of State (Netherlands)

202006339/1/R1.

Datum uitspraak: 24 augustus 2022

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1. [appellant sub 1] en anderen, allen wonend te Egmond aan den Hoef, gemeente Bergen,

2. [appellante sub 2], gevestigd te Egmond aan den Hoef, gemeente Bergen, waarvan de vennoten zijn [vennoot 1] en [vennoot 2], beiden wonend te Egmond aan den Hoef, gemeente Bergen (hierna: [appellante sub 2] en anderen),

3. LTO Noord, gevestigd te Zwolle,

appellanten,

en

de raad van de gemeente Bergen (Noord-Holland),

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 29 september 2020 heeft de raad het bestemmingsplan "Voetbalcomplex Egmond aan Den Hoef en vrijkomende locaties" vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] en anderen, [appellante sub 2] en anderen en LTO Noord beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening (hierna: STAB) heeft op verzoek van de Afdeling een deskundigenbericht uitgebracht. Alle partijen hebben hun zienswijzen daarop naar voren gebracht.

[appellant sub 1] en anderen, [appellante sub 2] en anderen, LTO Noord en de raad hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 6 april 2022, waar [appellant sub 1] en anderen, bij monde van [appellant sub 1], [gemachtigde A] en [gemachtigde B], bijgestaan door mr. J.E. Hamann, advocaat te Den Haag, en [gemachtigde C], [appellante sub 2] en anderen, vertegenwoordigd door [gemachtigde D], [gemachtigde E] en [vennoot 1], bijgestaan door mr. S. Smit, advocaat te Alkmaar, LTO Noord, vertegenwoordigd door [gemachtigde E], en de raad, vertegenwoordigd door J.G.K.H. Wildschut, I. de Feijter, drs. M. van der Meulen, Z. Hussain en drs. L. Lindeman, bijgestaan door mr. Y. Kliphuis, advocaat te Hoofddorp, zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1. Het plan voorziet in een nieuw voetbalterrein ten zuiden van de Egmonderstraatweg in Egmond aan den Hoef. Het terrein is bedoeld als centrale fusielocatie voor de drie Egmondse voetbalverenigingen. Het terrein biedt ruimte voor vijf velden, een kantine met kleedruimtes en een tribune. De gronden voor het nieuwe complex zijn nu in gebruik voor bollenteelt. De huidige speelvelden van de drie verenigingen zullen worden opgegeven en als compensatie voor de op te geven bollenteeltgronden en voor de aanleg van natuur worden gebruikt. Die gronden maken eveneens deel uit van het plangebied en hebben bestemmingen gekregen om bollenteelt of natuur mogelijk te maken. Verder voorziet het plan in het gebruik van het parkeerterrein bij het nieuwe voetbalcomplex als transferium. Volgens de plantoelichting is het de bedoeling dat op warme dagen, als er geen trainingen of wedstrijden zijn, strandbezoekers de auto op het parkeerterrein parkeren en dan te voet of met een bus naar het strand gaan.

[appellant sub 1] en anderen wonen in de omgeving van het nieuwe voetbalterrein. [appellante sub 2] en anderen exploiteren een bollenteeltbedrijf aan de [locatie], ten zuiden van het nieuwe terrein.

Toetsingskader

2. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling oordeelt niet zelf of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. Daarbij kan aan de orde komen of de nadelige gevolgen van het plan onevenredig zijn in verhouding tot de met het plan te dienen doelen.

3. Bij uitspraak van 11 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3119, heeft de Afdeling een besluit tot vaststelling van een eerder plan dat voorzag in dezelfde ontwikkelingen vernietigd. Het voorliggende plan beoogt de door de Afdeling geconstateerde gebreken te herstellen. Daartoe heeft de raad nieuwe onderzoeken naar de bescherming van natuurwaarden en de verspreiding van gewasbeschermingsmiddelen laten uitvoeren. Ook is de berekening van de veldbehoefte geactualiseerd en zijn enkele planregels gewijzigd.

In de nu voorliggende procedure hebben appellanten gronden aangevoerd die goeddeels overeenkomen met de gronden die zij naar voren hebben gebracht in de procedure die heeft geleid tot de uitspraak van 11 september 2019. De Afdeling zal bij de behandeling van deze beroepsgronden verwijzen naar de uitspraak van 11 september 2019 als de planologische regeling niet gewijzigd is en er - voor zover van belang - op het betreffende punt geen nieuw onderzoek aan het plan ten grondslag is gelegd. De Afdeling zal in deze uitspraak geen inhoudelijk oordeel geven over de beroepsgronden die zien op een ongewijzigde planregeling en die niet in het kader van de vorige procedure naar voren zijn gebracht.

Procedurele bezwaren

Toepassing afdeling 3.4 Awb

4. [appellant sub 1] en anderen, [appellante sub 2] en anderen en LTO Noord betogen dat de raad het plan niet had kunnen vaststellen zonder de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) genoemde procedure opnieuw te doorlopen. [appellante sub 2] en anderen betogen in dat verband dat het besluit van 14 december 2017 geheel is vernietigd door de Afdeling. LTO Noord betoogt dat de raad het plan ingrijpend heeft gewijzigd ten opzichte van het ontwerp. Zo is een haag voorgeschreven voor het plandeel dat bij het tennispark ligt en mogen delen van agrarische gronden niet meer worden bemest. Ook is de onderbouwing van de behoefte gewijzigd en wijken de ledenaantallen waarvan de raad is uitgegaan af van de getallen die in het ontwerp waren opgenomen.

Daarnaast betogen zij dat het plan niet had kunnen worden vastgesteld onder de nieuwe Omgevingsverordening Noord-Holland. In die verordening is het plangebied aangewezen als een Bijzonder Provinciaal Landschap (hierna: BPL) en het plan had daar dan niet in verstedelijking of verdichting kunnen voorzien. Volgens [appellant sub 1] en anderen en [appellante sub 2] en anderen probeert de raad deze verordening te omzeilen door het plan aan te merken als een niet wezenlijk ander plan waarvoor geen nieuw ontwerp hoeft te worden opgesteld.

Voorts betogen [appellante sub 2] en anderen dat de raad bij het opnieuw vaststellen van het bestemmingsplan "De Zeven Dorpelingen" wel de procedure van afdeling 3.4 van de Awb geheel heeft toegepast. Daarnaast stellen zij dat de Afdeling in de uitspraak van 11 september 2019 onder meer tot een vernietiging is gekomen omdat geen passende beoordeling was opgesteld. Om die reden moet het nu voorliggende besluit vernietigd worden. Zij wijzen in dat verband op de uitspraak van de Afdeling van 29 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1603, onder 39.8. Verder betogen [appellante sub 2] en anderen dat als de gebreken in het vernietigde plan niet zo ernstig waren geweest, de Afdeling had gekozen voor een zogeheten bestuurlijke lus.

4.1. De raad kan bij de vaststelling van het plan wijzigingen aanbrengen ten opzichte van het ontwerp daarvan. Als de afwijkingen van het ontwerp naar aard en omvang zo groot zijn dat een wezenlijk ander plan is vastgesteld, moet de wettelijke procedure opnieuw worden doorlopen. De raad heeft in dit geval het plan vastgesteld met een aantal wijzigingen. Deze wijzigingen zijn naar aard en omvang echter niet zo groot dat een wezenlijk ander plan voorligt. Het plan voorziet immers op dezelfde locaties als in het ontwerp in een nieuw voetbalcomplex en in bollenteelt dan wel natuur ter plaatse van de op te heffen voetbalterreinen en in een transferium. Het voorschrijven van een haag bij het tenniscomplex en het niet toestaan van bemesten zijn ten opzichte van het ontwerp ondergeschikte punten. Er bestond daarom geen verplichting om een nieuw ontwerp op te stellen.

Over de Omgevingsverordening overweegt de Afdeling dat deze is vastgesteld nadat het plan is vastgesteld. Reeds om die reden kan het betoog dat de raad in strijd handelt met de Omgevingsverordening niet slagen. Ook de omstandigheid dat de raad na een vernietiging van een ander bestemmingsplan besloten heeft om afdeling 3.4 toe te passen, maakt niet dat de raad in deze procedure verplicht is dat ook te doen.

Over de door de appellanten aangehaalde uitspraak van 29 mei 2019 overweegt de Afdeling dat daarin is overwogen dat in geval van vernietiging van een besluit door de bestuursrechter het bevoegd gezag in beginsel vrij is om bij het nemen van een nieuw besluit terug te vallen op de al gevoerde procedure die aan het vernietigde besluit ten grondslag lag, dan wel de gehele procedure van afdeling 3.4 van de Awb opnieuw te doorlopen. Er kunnen zich echter omstandigheden voordoen waarin het uit een oogpunt van zorgvuldige voorbereiding van een besluit, mede gelet op de aard en ernst van de gebreken die tot vernietiging hebben geleid en het verhandelde in die eerste procedure, niet passend moet worden geoordeeld indien het bevoegd gezag ermee volstaat terug te vallen op de eerdere procedure en niet een nieuw ontwerpbesluit opstelt en ter inzage legt. Die situatie deed zich in de zaak waarover die uitspraak ging voor. De gevolgen van de aangevraagde activiteit moesten in die zaak opnieuw in kaart worden gebracht en bovendien diende alsnog te worden beoordeeld of een passende beoordeling is vereist en als dat het geval was diende die alsnog te worden opgesteld. Uit deze uitspraak volgt niet dat wanneer sprake is van een vernietiging van een bestemmingsplan (mede) vanwege een op de PAS gegronde passende beoordeling een nieuw vaststellingsbesluit steeds met afdeling 3.4. van de Awb moet worden voorbereid.

Tot slot overweegt de Afdeling dat zij in haar uitspraak van 11 september 2019 de raad niet heeft opgedragen om de gehele procedure van afdeling 3.4 van de Awb opnieuw te doorlopen. Dat betekent dat zij de raad vrij heeft gelaten om te kiezen of hij afdeling 3.4 van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT