Uitspraak Nº 202103322/1/R1. Raad van State, 2022-04-06

ECLIECLI:NL:RVS:2022:1007
Date06 Abril 2022
Docket Number202103322/1/R1
CourtCouncil of State (Netherlands)

202103322/1/R1.

Datum uitspraak: 6 april 2022

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellant], wonend te Nieuw-Vennep, gemeente Haarlemmermeer,

tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland van 14 april 2021 in zaak nrs. 20/6735 en 20/6736 in het geding tussen:

[appellant]

en

het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer.

Procesverloop

Bij besluit van 26 juni 2020 heeft het college [appellant] gelast onder oplegging van een dwangsom de overtreding van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) op het adres [locatie 1] te Nieuw-Vennep te beëindigen en beëindigd te houden.

Bij besluit van 30 november 2020 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij besluit van 31 december 2020 heeft het college de begunstigingstermijn verlengd tot 6 weken na de verzending van de uitspraak van de rechtbank.

Bij uitspraak van 14 april 2021 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.

Het college heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

Bij besluit van 6 augustus 2021 heeft het college besloten over te gaan tot invordering van de volgens hem door [appellant] verbeurde dwangsom van € 18.000,-.

Bij brief van 22 augustus 2021 heeft [appellant] een reactie gegeven op het besluit van 6 augustus 2021.

[appellant] en het college hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 15 december 2021, waar [appellant], bijgestaan door [gemachtigde], is verschenen. Het college, vertegenwoordigd door mr. L.A. Mulder, advocaat te Haarlem, heeft via videoverbinding deelgenomen aan de zitting.

Overwegingen

Inleiding

1. [appellant] is sinds september 2019 eigenaar van het perceel [locatie 1] te Nieuw-Vennep (hierna: het perceel). Het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Nieuw-Vennep", zoals vastgesteld door de raad op 11 juni 2014 (hierna: het bestemmingsplan), kent aan het perceel de bestemming "Wonen" en de functieaanduiding "bedrijf aan huis" toe.

2. Op 29 oktober 2019 heeft een gemeentelijke inspecteur een controle uitgevoerd op het perceel. Hij heeft geconstateerd dat in het op het perceel aanwezige gebouw een woning is gerealiseerd. Dit gebouw betreft een houten schuur die is omgebouwd tot woning.

Op 4 november 2019 heeft de inspecteur nogmaals een controle uitgevoerd op het perceel. Tijdens deze controle heeft [appellant] aan de inspecteur bevestigd dat [persoon] en zijn gezin in de woning wonen.

3. Volgens het college handelt [appellant] in strijd met het bestemmingsplan. Op grond van de planregels behorend bij de bestemming "Wonen" worden woningen beschouwd als hoofdgebouw en moeten hoofdgebouwen binnen het bouwvlak worden gerealiseerd. Het realiseren van een woning in het gebouw is niet toegestaan, omdat het gebouw zich buiten het bouwvlak bevindt. Daarnaast wordt het gebruiken of laten gebruiken van vrijstaande bijbehorende bouwwerken op gronden met deze bestemming ten behoeve van zelfstandige bewoning en afhankelijke woonruimte op grond van de artikel 29.4.3, onder a, van de planregels aangemerkt als strijdig gebruik.

4. Op 26 juni 2020 heeft het college besloten om [appellant] onder oplegging van een dwangsom van € 18.000,- per onderdeel van de last te gelasten uiterlijk op 1 januari 2021:

1. de bewoning van het gebouw te beëindigen en beëindigd te houden;

2. alle slaapvoorzieningen, zoals bedden, matrassen en slaapbanken te verwijderen en verwijderd te houden;

3. het gebouw ongeschikt te maken voor (zelfstandige) bewoning, door de keuken, het toilet of de badkamer te verwijderen en verwijderd te houden, inclusief het leidingwerk en aansluitingen in de vloer of muur.

5. Bij besluit van 31 december 2020 heeft het college de begunstigingstermijn van het besluit van 26 juni 2020 verlengd tot zes weken na de datum van verzending van de uitspraak van de rechtbank. Op 18 juni 2021 heeft de toezichthouder een controle uitgevoerd en geconstateerd dat het gebouw op het perceel niet ongeschikt is gemaakt voor zelfstandige bewoning, omdat de keuken, het toilet en de badkamer nog in het gebouw aanwezig waren. Niet is geconstateerd dat het gebouw nog werd bewoond en ook de slaapvoorzieningen waren verwijderd. Alleen aan onderdeel 3 van de last was dus niet voldaan.

6. Op 6 augustus 2021 heeft het college vervolgens besloten over te gaan tot invordering van de verbeurde dwangsom van € 18.000,-.

Last onder dwangsom

Procedurele gronden

7. [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het college niet het besluit heeft genomen om een beroepsprocedure te voeren of voorbereidingshandelingen daarvoor te verrichten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder e, van de Gemeentewet. Volgens [appellant] is zo’n procesbesluit nodig voor het kunnen voeren van verweer in deze procedure. De rechtbank gaat er volgens hem ten onrechte van uit dat van een procesbesluit kan blijken op basis van feitelijk verrichte handelingen. Omdat het college geen procesbesluit heeft genomen, is hij niet bevoegd om verweer te voeren en moeten de door het college ingediende stukken buiten beschouwing worden gelaten, zo stelt [appellant].

Verder betoogt [appellant] dat de advocaat-gemachtigde van het college buiten haar bevoegdheid treedt. Volgens [appellant] is geen machtiging overgelegd waaruit volgt dat de advocaat mag optreden namens het college.

7.1. Artikel 160, eerste lid, van de Gemeentewet luidt:

"Het college is in ieder geval bevoegd:

[…];

e. te besluiten namens de gemeente, het college of de raad rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij de raad, voor zover het de raad aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist;

[…]."

Artikel 8:24 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) luidt:

"1. Partijen kunnen zich laten bijstaan of door een gemachtigde laten vertegenwoordigen.

2. De bestuursrechter kan van een gemachtigde een schriftelijke machtiging verlangen.

3. Het tweede lid is niet van toepassing ten aanzien van advocaten."

7.2. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de rechtbank terecht overwogen dat er geen aanleiding bestaat voor het oordeel dat het college onbevoegd heeft gehandeld. Artikel 160, eerste lid, onder e, van de Gemeentewet heeft betrekking op de situatie dat het college zelf besluit om namens de gemeente, de raad of zichzelf een rechtsgeding, bezwaarprocedure of administratief beroepsprocedure te beginnen. Met het voeren van verweer in dergelijke procedures is hier geen sprake van, zodat hiervoor geen procesbesluit nodig is.

Voor zover [appellant] erop heeft gewezen dat een schriftelijke machtiging ontbreekt waaruit volgt dat de advocaat-gemachtigde van het college als zodanig mag optreden, overweegt de Afdeling dat artikel 8:24, derde lid, van de Awb eraan in de weg staat dat de bestuursrechter van advocaten verlangt dat zij een schriftelijke machtiging tonen van hun procesvertegenwoordigingsbevoegdheid. Hieraan ligt het uitgangspunt ten grondslag dat van een advocaat mag worden verwacht, mede gelet op de disciplinaire maatregelen die de Advocatenwet mogelijk maakt, dat hij niet voor iemand optreedt zonder daartoe opdracht te hebben gekregen. Voor de rechtbank bestond evenmin aanleiding om een machtiging te verlangen (vergelijk de uitspraken van de Afdeling van 19 maart 2014, ECLI:NL:RVS:2014:916, en van 26 mei 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1113).

Het betoog faalt.

8. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte artikel 8:86, eerste lid, van de Awb heeft toegepast door onmiddellijk uitspraak in de hoofdzaak te doen. Hij voert aan dat de rechtbank niet heeft gemotiveerd waarom nader onderzoek niet kon bijdragen aan de beoordeling van de zaak. Volgens [appellant] was nader onderzoek nodig, omdat sprake was van een onvolledig dossier.

8.1. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in bijvoorbeeld de uitspraak van 24 maart 2021, ECLI:NL:RVS:2021:613, kan artikel 8:86, eerste lid, van de Awb worden toegepast indien de voorzieningenrechter van oordeel is dat na de zitting, als bedoeld in artikel 8:83, eerste lid, van de Awb, nader onderzoek redelijkerwijs niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak. Het gaat erom of de informatie die schriftelijk en ter zitting is verkregen voldoende is om te mogen aannemen dat het verrichten van nader onderzoek in dat opzicht geen relevante nieuwe gegevens zou opleveren. Daarbij mag van partijen, die in de uitnodiging van de rechtbank van 7 januari 2021 voor de zitting op 28 januari 2021 uitdrukkelijk op deze bevoegdheid zijn gewezen, worden verwacht dat zij zich hebben voorbereid op eventuele afdoening van de hoofdzaak. De Afdeling ziet geen grond voor het oordeel dat de rechtbank op basis van de haar ter beschikking staande gegevens en het resultaat van het ter zitting gehouden onderzoek geen uitspraak heeft kunnen doen in de hoofdzaak. Overigens verplicht geen rechtsregel de rechtbank om het besluit om toepassing te geven aan artikel 8:86, eerste lid, van de Awb in de uitspraak nader te motiveren. Vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 13 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3828.

Het betoog faalt.

9. [appellant] betoogt verder dat de rechtbank heeft miskend dat het besluit van 26 juni 2020 tot oplegging van de last onder dwangsom en het besluit op bezwaar van 30 november 2020 onbevoegd zijn genomen. Volgens [appellant] was de Teammanager Bouw & Milieu niet bevoegd tot oplegging van een last onder dwangsom en was de Teammanager Juridische Zaken niet bevoegd tot het nemen van een besluit op bezwaar, omdat niet is gebleken dat het college deze bevoegdheden middels een besluit aan hen heeft gemandateerd. Ter onderbouwing van dit betoog verwijst [appellant] naar eerder door hem overgelegde...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT