Uitspraak Nº 202105892/1/R3. Raad van State, 2022-09-21

ECLIECLI:NL:RVS:2022:2754
Docket Number202105892/1/R3
Date21 Septiembre 2022
CourtCouncil of State (Netherlands)

202105892/1/R3.

Datum uitspraak: 21 september 2022

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1. [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B], beiden wonend te Den Hoorn, gemeente Midden-Delfland (hierna samen in enkelvoud: [appellant sub 1]),

2. [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B], beiden wonend te Den Hoorn, gemeente Midden-Delfland (hierna samen in enkelvoud: [appellant sub 2]),

3. [appellant sub 3A] en [appellant sub 3B], beiden wonend te Den Hoorn, gemeente Midden-Delfland (hierna samen in enkelvoud: [appellant sub 3]),

4. [appellant sub 4], wonend te Wateringen, gemeente Westland,

5. [appellant sub 5A] en [appellant sub 5B], beiden wonend te Den Hoorn, gemeente Midden-Delfland (hierna samen in enkelvoud [appellant sub 5]),

appellanten,

en

het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 14 juli 2021 heeft het college ter voorbereiding van de reconstructie van een deel van de N211 voor 29 woningen hogere waarden als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder (hierna: de Wgh) vastgesteld en de eerder vastgestelde hogere waarden voor 7 van die woningen ingetrokken.

Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1], [appellant sub 2], [appellant sub 3], [appellant sub 4] en [appellant sub 5] beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

Het college, [appellant sub 3] en [appellant sub 2] hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak op een zitting behandeld op 11 augustus 2022, waar zijn verschenen:

- [appellant sub 1], bijgestaan door mr. T. de Beet, rechtsbijstandverlener te Amsterdam,

- [appellant sub 2], bijgestaan door mr. V.C.T. Verkroost, advocaat te Rotterdam,

- [appellant sub 3], vertegenwoordigd door mr. V.C.T. Verkroost, advocaat te Rotterdam

- [appellant sub 4] en [appellant sub 5], beiden bijgestaan door mr. M.C. Jonkman, advocaat te Zaandam, en

- het college, vertegenwoordigd door mr. E.C.M. Schippers, advocaat te Den Haag.

Aan de zijde van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] is ook verschenen ing. E. Roelofsen. Aan de zijde van het college is verschenen ing. R.J.M. Pellegrom, ing. G.H. Lutje Schipholt, mr. T. van Ooijen en W.J. Rietbroek.

Overwegingen

Inleiding

1. Om de doorstroming van het verkeer te verbeteren, zal de N211 (Wippolderlaan) worden gereconstrueerd tussen de aansluiting rijksweg A4/Knooppunt Harnaschpolder en de N222.

In de bij het besluit behorende 'Nota van Beantwoording zienswijzen ontwerpbesluit' (hierna: de Zienswijzennota) staat dat een uitvoerig participatietraject ten grondslag ligt aan de voorgenomen ontwikkeling. Een eerste ontwerp, dat ook wel de Bestemmingsplanvariant wordt genoemd, ging onder meer uit van de toevoeging van een extra rijbaan en twee bovengrondse ongelijkvloerse kruisingen. Omwonenden hebben evenwel een alternatief plan uitgewerkt en ingediend, dat de Westlandvariant wordt genoemd. Deze variant ging ook uit van de toevoeging van een extra rijbaan, maar van twee verdiepte, ongelijkvloerse kruisingen. Beide varianten zijn vervolgens vergeleken. In de planologische procedure is gekozen voor een derde variant, de zogeheten Wippoldervariant. Bij deze variant zullen de kruisingen bovengronds worden uitgevoerd. Deze kruisingen komen ter hoogte van de aansluiting van de N211 met de N222 en de Wateringveldseweg en ter hoogte van de aansluiting van de N211 met de Laan van Wateringse Veld. Voor de reconstructie van de N211 in deze vorm heeft het college van burgemeester en wethouders van Westland bij besluit van 19 juli 2021 een omgevingsvergunning verleend.

In de procedure die nu aan de orde is, is het uitgangspunt de variant waarvoor een omgevingsvergunning is verleend, zoals op de zitting aan [appellant sub 1], [appellant sub 2], [appellant sub 3], [appellant sub 4] en [appellant sub 5] is uitgelegd. Zij kunnen de bezwaren die zij hebben tegen die variant aanvoeren in de procedure over de omgevingsvergunning, wat zij ook hebben gedaan.

2. Het college heeft voor 29 woningen het hogere-waardenbesluit genomen. Aan dit besluit ligt het rapport "Reconstructie N211 Wippolderlaan in de gemeente Westland en Midden-Delfland" van 17 mei 2021 van Antea Group (hierna: het akoestische rapport) ten grondslag.

3. [appellant sub 1], [appellant sub 2], [appellant sub 3], [appellant sub 4] en [appellant sub 5] wonen ten zuiden van de N211. Zij wonen allen in een woning waarvoor bij het besluit een hogere waarde is vastgesteld. Zij vrezen voor geluidhinder vanwege de reconstructie van de weg.

Relevante regelgeving

4. De relevante regelgeving is opgenomen in de bijlage die onderdeel uitmaakt van deze uitspraak.

Beoordeling van de beroepen

De uitgangspunten van het akoestisch onderzoek

5. [appellant sub 2] en [appellant sub 3] betogen dat het akoestisch rapport is onderbouwd met verouderde gegevens. Zij voeren in dit verband aan dat het gebruikte verkeersmodel dateert van 2015-2016. De daarin opgenomen prognoses zijn verouderd. Zij wijzen erop dat er geen dan wel onvoldoende rekening is gehouden met de toekomstige uitbreiding van de A4 en de verwachte groei van het aantal woningen in de Haagse regio.

5.1. Het is vaste rechtspraak van de Afdeling dat verkeersmodellen noodzakelijkerwijs uit de aard van de zaak altijd een abstractie van de te verwachten werkelijkheid weergeven. De geldigheid van een model wordt pas aangetast wanneer de uitkomsten te zeer afwijken van de redelijkerwijs te verwachten werkelijkheid.

5.2. Uit het akoestisch rapport, de door het college overgelegde memo van Antea van 8 november 2021 en de op de zitting gegeven toelichting blijkt het volgende. De verkeerscijfers die in het akoestisch rapport zijn gebruikt, zijn afkomstig uit het regionale verkeersmodel voor de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Het model bestaat uit een basisjaar, 2016, en een aantal prognosejaren. In het model is rekening gehouden met verschillende autonome ontwikkelingen, zoals de doortrekking van de A4 en de A16, en met de uitbreiding van het aantal woningen en bedrijven. Voordat het akoestisch onderzoek is uitgevoerd, zijn gegevens die nog niet in het model zijn opgenomen daaraan toegevoegd, zoals, op basis van gegevens van Rijkswaterstaat, de verbreding van de A4.

5.3. Het door Antea gebruikte model gaat, zoals [appellant sub 2] en [appellant sub 3] aanvoeren, weliswaar uit van 2016 als basisjaar, maar in het model wordt daarnaast ook rekening gehouden met verschillende autonome ontwikkelingen. Aangezien verder ook de gegevens van de reconstructie van de A4 bij het onderzoek door Antea zijn betrokken, ziet de Afdeling geen grond voor het oordeel dat het rapport, door gebruikmaking van het model, niet zorgvuldig tot stand is gekomen en het college het daarom niet aan zijn besluit ten grondslag heeft mogen leggen.

Het betoog slaagt niet.

Geluidmaatregelen

6. [appellant sub 1], [appellant sub 2], [appellant sub 3], [appellant sub 4] en [appellant sub 5] betogen dat er onvoldoende maatregelen worden getroffen om de geluidsbelasting op hun woningen te reduceren. Volgens hen hebben financiële motieven aan het besluit ten grondslag gelegen, waardoor verschillende maatregelen niet in overweging zijn genomen.

Zij voeren in dit verband aan dat niet is gekeken naar het aanleggen van een verdiepte ligging van de kruising van de N211 met de Laan van Wateringseveld en het plaatsen van een geluidsscherm vanaf de brug over de Zweth tot aan de A4.

[appellant sub 1], [appellant sub 2] en [appellant sub 3] voeren in dit verband onder verwijzing naar de in hun opdracht opgestelde notities van de Nederlandse Stichting Geluidshinder (hierna: NSG) van 7 januari 2021, 19 maart 2021, 3 februari 2022 en 27 juli 2022 aan dat het overal aanleggen van een geluidreducerend wegdek en het verhogen van geluidschermen- en wallen kan leiden tot een verbetering in de geluidsituatie.

6.1. Ingevolge artikel 110a van de Wgh mag pas een hogere waarde worden vastgesteld, indien toepassing van maatregelen, gericht op het terugbrengen van de geluidsbelasting vanwege de weg tot de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting onvoldoende doeltreffend zal zijn dan wel overwegende bezwaren ontmoet van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard.

6.2. In het besluit is uiteengezet welke maatregelen worden getroffen om de geluidsbelasting terug te brengen. Het college heeft zich, onder verwijzing naar het akoestisch rapport, op het standpunt gesteld dat verdergaande maatregelen ter reductie van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT