Uitspraak Nº 202106410/1/R1. Raad van State, 2022-10-19

ECLIECLI:NL:RVS:2022:3003
Docket Number202106410/1/R1
Date19 Octubre 2022
CourtCouncil of State (Netherlands)

202106410/1/R1.

Datum uitspraak: 19 oktober 2022

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het verzoek van:

[verzoeker], wonend te [woonplaats] [land),

om herziening (artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) van 12 november 2014, ECLI:NL:RVS:2014:4074. 

Procesverloop

Bij uitspraak van 12 november 2014, ECLI:NL:RVS:2014:4074, heeft de Afdeling het beroep van onder meer [verzoeker] ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

[verzoeker] heeft de Afdeling bij brief van 7 oktober 2021 verzocht die uitspraak te herzien.

De minister van Natuur en Stikstof en anderen, de Vlaamse Waterweg N.V. en het Vlaams Gewest hebben een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

[verzoeker], de minister en het Vlaams Gewest hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft het verzoek op zitting behandeld op 14 september 2022, waar [verzoeker], bijgestaan door mr. R. van der Hulle en mr. R.G. Bloemberg, beiden advocaat te Amsterdam, vergezeld door [gemachtigde], de minister voor Natuur en Stikstof en anderen, vertegenwoordigd door mr. R.D. Reinders, advocaat te Den Haag, vergezeld door E.E.M.J. Haverkorn-van Rijswijk, L.T. Runia, M.R.A. Verheul en M.J. van de Waardt, De Vlaamse Waterweg N.V., vertegenwoordigd door mr. S. Vernaillen en mr. M. van den Nieuwenhuijzen, beiden advocaat te Antwerpen (België), en het Vlaams Gewest, vertegenwoordigd door mr. T. Swerts, advocaat te Mechelen (België), en mr. W. Ingels, advocaat te Antwerpen (België), zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1. [verzoeker] heeft de Afdeling verzocht om herziening van de uitspraak van 12 november 2014, ECLI:NL:RVS:2014:4074, waarin onder meer zijn beroep tegen het rijksinpassingsplan "Hertogin Hedwigepolder" (hierna: het RIP) en de daarmee samenhangende uitvoeringsbesluiten ongegrond is verklaard. Die besluiten staan door die uitspraak in rechte vast. Het RIP, vastgesteld door de minister van Infrastructuur en Milieu als rechtsvoorganger van de minister voor Natuur en Stikstof, en de staatssecretaris van Economische Zaken, en de uitvoeringsbesluiten, vastgesteld door onder meer het college van gedeputeerde staten van Zeeland (hierna: de minister en anderen), voorzien in de realisatie van 295 hectare "estuariene natuur" in de Hertogin Hedwigepolder. Dat is volgens de minister en anderen nodig als instandhoudingsmaatregel voor het Natura 2000-gebied "Westerschelde en Saeftinghe". De ontpoldering van de Hertogin Hedwigepolder levert een belangrijke bijdrage aan de 600 hectare "estuariene natuur" die Nederland op basis van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest betreffende de uitvoering van de ontwikkelingsschets 2010 Schelde-Estuarium moet realiseren. De ontwikkeling van "estuariene natuur" gold als voorwaarde bij het Verdrag ter compensatie van het uitdiepen van de Westerschelde, waardoor grotere schepen de haven van Antwerpen kunnen blijven bereiken. Het Vlaams Gewest heeft De Vlaamse Waterweg - de Vlaamse waterwegbeheerder - de opdracht gegeven om de werken uit te voeren. De Vlaamse Waterweg werkt hiervoor samen met de provincie. De bedoeling is om niet alleen de Hedwigepolder, maar ook de aangrenzende, op Belgisch grondgebied gelegen Prosperpolder te ontpolderen. De ontpoldering zal volgens planning worden uitgevoerd door het zodanig verlagen van omliggende dijken dat water instroomt vanuit de Schelde en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT