Uitspraak Nº 207929 / HA ZA 17-430. Rechtbank Overijssel, 2018-06-20

ECLIECLI:NL:RBOVE:2018:2465
Date20 Junio 2018
Docket Number207929 / HA ZA 17-430
CourtRechtbank Overijssel (Neederland)

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Almelo

zaaknummer / rolnummer: 207929 / HA ZA 17-430

Vonnis van 20 juni 2018

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

BOUWONDERNEMING [A] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

hierna te noemen: [A]

eiseres,

advocaat mr. S.J.M. Masselink te Almelo,

tegen

[B] ,

handelend onder de naam [B] Installatiebedrijf

wonende te [woonplaats] ,

gedaagde,

hierna te noemen: [B]

advocaat mr. R. Kroon te Almelo.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding

  • -

    de conclusie van antwoord

  • -

    de conclusie van repliek

  • -

    de conclusie van dupliek.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

[A] heeft een aannemingsovereenkomst gesloten met woningstichting Stichting Wonen Delden om zorg te dragen voor de dakrenovatie van 24 woningen aan [het adres] (hierna: de woningen).

2.2.

[A] heeft op 24 juni 2011 een onderaannemingsovereenkomst gesloten met [B] (hierna: de onderaannemingsovereenkomst) op grond waarvan [B] de renovatie van de goten, hemelwaterafvoeren, ventilatie en rookgasafvoer zou uitvoeren (hierna: de renovatie).

2.3.

[B] heeft bij de renovatie materialen gebruikt van het merk Resitrix, geproduceerd door Carlisle Construction Materials B.V. (hierna: Carlisle).

2.4.

Op 8 februari 2012 vond de oplevering plaats aan woningstichting Stichting Wonen Delden. Bij oplevering stonden een aantal opleverpunten open. [B] heeft de opleverpunten die haar betroffen een maand na de oplevering verholpen.

2.5.

Vanaf 29 februari 2012 hebben bewoners van de woningen melding gemaakt van lekkage. [A] en [B] hebben herstelwerkzaamheden uitgevoerd.

2.6.

Eind november 2013 hebben (enkele) bewoners woningstichting Stichting Wonen Delden aansprakelijk gesteld voor de schade uit lekkages. De woningbouwstichting heeft de aansprakelijkstelling doorgelegd aan [A] . [A] heeft op haar beurt [B] aangesproken.

2.7.

[B] schrijft bij email van 9 december 2013 aan [A] het volgende:

“Zoals ook reeds telefonisch bij de lekkage van huisnummer 44 aangegeven zijn de lekkages te wijten aan het lopen door de goten.

De EPDM dakbedekking laat gaten zien op hele vlakken veroorzaakt door het lopen van derden door de goten.

Tijdens onze onderhoudswerkzaamheden zijn er ook derden met de goten bezig geweest, betreft het bladvrij maken van de goten.

Bijgaand de foto voor het herstellen van de lekkage.

Deze gaten en dus ook de lekkages zijn niet voor rekening van [B] Installatiebedrijf.

De lasnaden zijn door de dakdekker nagelopen en extra afgekit, dit zijn de werkzaamheden voortvloeiend uit het onderhoudswerk wat wij verricht hebben en hebben niets te maken met bovenstaande lekkage.”

2.8.

In de periode van december 2013 tot augustus 2016 ontving [A] geen klachten over lekkage bij de woningen. Vanaf 1 augustus 2016 ontving [A] wederom klachten over lekkage.

2.9.

Bij email van 19 oktober 2016 bericht [A] aan [B] dat wederom sprake is van lekkage bij de woningen.

2.10.

Bij email van 26 oktober 2016 reageert [B] aan [A] als volgt:

“Het bevreemd ons dat wij de afgelopen jaren geen contact hebben gehad en nu geconfronteerd worden met onderstaande situatie.

Gezien de situatie zijn wij dan ook van mening dat wij hierin geen partij meer in zijn.”

2.11.

[A] heeft onderzoek laten doen naar de lekkages door Carlisle. In het rapport van 10 januari 2017 (hierna: het onderzoeksrapport) constateert de heer [F] , technisch adviseur bij Carlisle, onder meer het volgende:

“Op diverse plaatsen is er blaasvorming geconstateerd.

De naadverbindingen zijn niet voldoende aangerold en middels een sealant op de naden gesealed. Bitumenrups uit de lasnaad is niet voldoende. De hwa’s ter plaatse van de kopschot zijn niet verdiept. (…).

Ter plaatse van de goten aan de voorzijde zijn de naden slecht gelast. De bitumenrups uit de lasnaad is onvoldoende.

Diverse delen van de ondergrond wordt niet of onvoldoende geprimeerd om een deugdelijke hechting te kunnen realiseren derhalve voldoet de verwerking niet aan de richtlijnen van Carlisle Construction Materials.

Diverse naadverbindingen zijn overlaagd met vreemd materiaal en afgedicht met kit. De naden laten los omdat de kit niet hecht op een Resitrix dakbaan, hierdoor is inwatering veroorzaakt. (…)

Diverse reparaties zijn niet goed verwerkt en laten los.

Ter plaatse van het opgaand werk laat het materiaal los.”

2.12.

Bij emailbericht van 24 februari 2017 schrijft [B] aan [A] onder meer het volgende:

“Wij hebben in goede orde het bezoekverslag van Resitrix ontvangen.

Inhoudelijk hebben wij nog geen kans gezien om het verslag te beoordelen.

Wel zijn wij van mening dat indien er verwijtbare fouten zijn gemaakt deze hersteld moeten worden.

(..)

Vooruitlopend hierop willen wij voorstellen om een plan van aanpak op te stellen welke uiterlijk 17 maart 2017 gereed zal zijn.”

2.13.

Bij brief van 19 februari 2018 informeert de heer [F] over de beloopbaarheid van de toegepaste materialen en schrijft hij dat de lekkage niet is veroorzaakt door mechanische schade maar door verwerkingsonvolkomenheden (hierna: de leveranciersverklaring). Bijgevoegd is een product keurmerk (KOMO-attest).

3 Het geschil
3.1.

[A] vordert betaling van € 64.015,16 inclusief BTW, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag overeenkomstig het overzicht in productie 22, tot aan de dag der algehele voldoening. Daarnaast vordert [A]...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT