Uitspraak Nº 21-001705-19. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2020-09-22
ECLI | ECLI:NL:GHARL:2020:7673 |
Date | 22 Septiembre 2020 |
Docket Number | 21-001705-19 |
Court | Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland) |
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-001705-19
Uitspraak d.d.: 22 september 2020
TEGENSPRAAK
Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland van 28 maart 2019 met parketnummer 96-096654-18 in de strafzaak tegen
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984,
wonende te [woonadres] .
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 8 september 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte tot een taakstraf voor de duur van 50 uren, subsidiair 25 dagen hechtenis en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 1 jaar. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman,
mr. K.E. Wielenga, naar voren is gebracht.
De politierechter heeft verdachte bij voornoemd vonnis veroordeeld ter zake van overtreding van artikel 8, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 tot een taakstraf voor de duur van 50 uren, subsidiair 25 dagen hechtenis en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 1 jaar.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep om proceseconomische redenen vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij, op of omstreeks 25 januari 2018, te [plaats] , gemeente [gemeente] , een voertuig, te weten een motorfiets heeft bestuurd of als bestuurder heeft doen besturen, na gebruik van een of meer in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stoffen als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten amfetamine en/of GHB, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van de WVW94 het gehalte in zijn bloed van de bij die aangewezen stoffen vermelde meetbare stoffen tenminste 700 microgram amfetamine per liter bloed en/of 78 milligram GHB per liter bloed bedroeg, in elk geval (telkens) zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die stoffen afzonderlijk vermelde grenswaarde.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Door de raadsman van verdachte is vrijspraak van het tenlastegelegde bepleit. Daartoe is door de raadsman - kort gezegd - aangevoerd dat is verzuimd om aan verdachte bij de insluitingsfouillering de cautie te geven. Dit had wel gemoeten, aldus de raadsman, gelet op de context van de vragen. De voor verdachte...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT