Uitspraak Nº 21/00603. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2022-10-25
ECLI | ECLI:NL:GHARL:2022:9074 |
Docket Number | 21/00603 |
Date | 25 Octubre 2022 |
Court | Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland) |
Issuer | Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland) |
locatie Arnhem
nummer BK-ARN 21/00603
uitspraakdatum: 25 oktober 2022
Tussenuitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer (geheimhoudingskamer)
In het hoger beroep van
[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 13 april 2021, nummer AWB 20/379, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur)
betreffende een verzoek om beperkte kennisneming in de zin van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb).
Aan belanghebbende is een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) voor het jaar 2016 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 42.150. Daarbij is bij beschikking belastingrente berekend van € 252.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 8 november 2019 de aanslag verminderd tot een aanslag naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 40.907. De beschikking belastingrente is dienovereenkomstig verminderd tot een bedrag van € 218.
Belanghebbende is tegen die uitspraak op bezwaar in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft bij uitspraak van 13 april 2021, nummer AWB 20/379, ECLI:NL:RBGEL:2021:2129, het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft op 25 mei 2021 tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
De Inspecteur heeft op 9 november 2021 een verweerschrift ingediend.
De Inspecteur heeft op 6 december 2021 en 4 mei 2022 nadere stukken ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 mei 2022 te Arnhem door de vierde meervoudige belastingkamer van het Hof. Belanghebbende is verschenen. Namens de Inspecteur zijn verschenen [naam1] en [naam2] .
Het Hof heeft het onderzoek ter zitting geschorst en bepaald dat het vooronderzoek zal worden hervat en dat de Inspecteur schriftelijke inlichtingen moet geven. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat op 2 juni 2022 aan partijen is toegezonden.
De Inspecteur heeft bij brief van 14 juni 2022 inlichtingen gegeven waarbij een geschoonde bijlage is meegezonden. Bij brief van 17 juni 2022 heeft de Inspecteur ter zake van de bijlage verzocht om een beperkte kennisneming als bedoeld in artikel 8:29 Awb.
De griffier heeft voornoemde brief van de Inspecteur van 14 juni 2022 met de geschoonde bijlage aan belanghebbende gestuurd.
Voor het nemen van een beslissing over de vraag of een beperkte kennisneming gerechtvaardigd is, heeft de vierde meervoudige belastingkamer de behandeling van de zaak verwezen naar de tweede meervoudige belastingkamer van het Hof (hierna: de geheimhoudingskamer). Daarbij zijn voornoemde brieven van 14 en 17 juni 2022 met de ongeschoonde bijlage en...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT