Uitspraak Nº 21/1176 en 21/1288 en 21/1374. Rechtbank Oost-Brabant, 2022-10-06

ECLIECLI:NL:RBOBR:2022:4211
Date06 Octubre 2022
Docket Number21/1176 en 21/1288 en 21/1374

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch

Bestuursrecht

zaaknummers: SHE 21/1176, SHE 21/1288 en SHE 21/1374


uitspraak van de meervoudige kamer van 6 oktober 2022 in de zaak tussen

[naam] uit [woonplaats] , eiser 1,

(gemachtigde: mr. A.A.M. van Hoorn),

[naam] , [naam], [naam] en [naam] uit [woonplaats] , eisers 2,

(gemachtigde: mr. V. Wösten),

[naam] , uit [vestigingsplaats] , eiseres 3,

(gemachtigde: mr. V. Wösten),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deurne (verweerder)

(gemachtigden: [naam] , [naam] , mr. J.H. Baudoin, [naam] en
).

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: [naam] B.V. te [vestigingsplaats] ,

(vergunninghoudster), (gemachtigde: mr. J.J. de Rooij).

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eisers tegen het besluit van 6 april 2021 (bestreden besluit) waarin verweerder aan vergunninghoudster een omgevingsvergunning heeft verleend voor de uitbreiding van het bedrijf met twee nieuwe pluimveestallen op het perceel [adres] (de projectlocatie).

Het beroep van eiser 1 is geregistreerd onder zaaknummer SHE 21/1176, dat van eisers 2 onder zaaknummer SHE 21/1288 en dat van eiseres 3 onder zaaknummer SHE 21/1374.

In de zaken is een inlichtingencomparitie gehouden op 21 december 2021. Hiervan is een proces-verbaal opgemaakt. De zaken zijn vervolgens gevoegd.

De rechtbank heeft een verzoek tot beperking van de kennisneming van door vergunninghoudster overgelegde stukken (als bedoeld in artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht, Awb) afgewezen in een beschikking van 9 maart 2022.

Verweerder heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift en een aanvullend verweerschrift. Vergunninghoudster heeft ook schriftelijk gereageerd.

De rechtbank heeft de beroepen op 10 mei 2022 op zitting behandeld, gelijktijdig met de zaak 21/2717. Hieraan hebben deelgenomen:
- eiser 1, bijgestaan door zijn gemachtigde
- eisers 2, bijgestaan door hun gemachtigde
- de gemachtigde van eiseres 3
- de gemachtigden van verweerder
- [naam] namens vergunninghoudster, vergezeld door [naam] ,
en de gemachtigde.

Na de zitting hebben partijen de gelegenheid gekregen schriftelijk te reageren op nadere stukken die niet volledig waren overgelegd of niet volledig waren doorgezonden naar de andere partijen. Daarop heeft verweerder gereageerd. Geen van de partijen heeft aangegeven prijs te stellen op een tweede zitting. Daarna heeft de rechtbank het onderzoek gesloten.

Beoordeling door de rechtbank

Inleiding

1.1

Het bestreden besluit is een omgevingsvergunning waarbij toestemming is verleend voor de activiteiten “het bouwen van een bouwwerk”, “het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan” en “het wijzigen van een inrichting” als bedoeld in artikel 2.1, onder a, c en e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

1.2

Deze uitspraak is als volgt ingedeeld. De rechtbank zet eerst de feiten op een rij (rechtsoverweging 2). Daarna behandelt de rechtbank de beroepsgronden (eerst de algemene beroepsgronden in rechtsoverwegingen 3 tot en met 5, dan de beroepsgronden tegen de toestemming voor afwijken bestemmingsplan in rechtsoverwegingen 7 tot en met 18 en tot slot de beroepsgronden tegen de toestemming voor het wijzigen van de inrichting in rechtsoverwegingen 19 tot en met 32). De beroepen slagen en de rechtbank vernietigt het bestreden besluit in rechtsoverweging 33. Daarna gaat de rechtbank in op de verdere afwikkeling van de zaak. De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.

Feiten

2. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten:

  • -

    Vergunninghoudster heeft een vleeskippen- en varkenshouderij (de inrichting) op de projectlocatie.

  • -

    Op de projectlocatie is het bestemmingsplan “Derde herziening bestemmingsplan Buitengebied” van toepassing. De artikelen van dit bestemmingsplan worden verder aangeduid als de planregels. De projectlocatie heeft de bestemming “Agrarisch”, de functieaanduiding “intensieve veehouderij” en enkele gebiedsaanduidingen.

  • -

    Eiser 1 en eisers 2 wonen in de directe omgeving van de projectlocatie.

  • -

    Voor het bedrijf zijn in het verleden meerdere vergunningen verleend op basis van de Wet milieubeheer of de Wabo. Verweerder heeft voor het bepalen van de bestaande rechten als uitgangspunt genomen de omgevingsvergunning van 7 mei 2012.

  • -

    Op 1 oktober 2019heeft een informatieavond plaatsgevonden. Eisers 1 en 2 zijn hiervoor wel uitgenodigd, maar ze zijn niet naar de informatieavond gegaan.

  • -

    Op 3 oktober 2019 heeft vergunninghoudster bij het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant (GS) een aanvraag ingediend voor een vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming (Wnb) voor het project dat mede is vergund in het bestreden besluit. Op 28 september 2021 heeft GS een vergunning op grond van artikel 2.7 tweede lid, van de Wnb geweigerd vanwege het ontbreken van een vergunningplicht. Een aantal eisers, waaronder eiseres 3, heeft hiertegen beroep ingesteld (geregistreerd onder zaaknummer SHE 21/2717).

  • -

    Vergunninghoudster wil haar veehouderij wijzigen en uitbreiden. Vergunninghoudster wil in één stal (stal 5) stoppen met het houden van vleesvarkens en in die stal overschakelen op vleeskuikens. Daarvoor wordt de bestaande vleesvarkensstal 5 gesloopt. Op deze locatie wordt een nieuwe stal (stal 5) gerealiseerd voor het houden van 40.000 vleeskuikens. Verder wordt een nieuwe stal (stal 8) gerealiseerd voor het houden van 40.000 vleeskuikens. Alle acht stallen (de twee nieuwe en de zes bestaande) worden voorzien van emissiearme huisvestingssystemen en een warmtewisselaar. In totaal kunnen binnen de inrichting na inwilliging van de aanvraag 256.690 vleeskuikens worden gehouden. Jaarlijks worden ongeveer zeven rondes kippen gehouden (dus in totaal worden er jaarlijks meer dan 1.500.000 vleeskuikens gehouden).

  • -

    Op 24 oktober 2019 heeft vergunninghoudster bij verweerder een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het bouwen van twee nieuwe pluimveestallen voor de activiteiten ten behoeve van de inrichting op het perceel [adres] .

  • -

    Met ingang van 26 juni 2020 heeft het ontwerpbesluit gedurende 6 weken ter inzage gelegen evenals meerdere, door GS in oktober en november 2019 afgegeven voorlopige stalderingsbewijzen. Alle eisers hebben hiertegen zienswijzen ingediend. Een stalderingsbewijs is een bewijs dat binnen hetzelfde stalderingsgebied (een deel van de provincie Noord-Brabant) hokdierverblijven worden gesaneerd.

  • -

    Na de terinzagelegging van het ontwerpbesluit heeft GS de definitieve stalderingsbewijzen afgegeven.

  • -

    In de uitspraak van heden in de zaak SHE 21/2717 vernietigt de rechtbank het besluit van GS tot weigering van de natuurvergunning.

Algemene beroepsgronden

3.1

Eisers 2 en 3 stellen dat niet alle stukken ter inzage zijn gelegd bij de terinzagelegging van het ontwerpbesluit. Dat is volgens hen in strijd met artikel 3:11 van de Awb. Zij misten de stukken die ten grondslag hebben gelegen aan de afgifte van de voorlopige stalderingsbewijzen.

3.2

Verweerder heeft aangegeven dat hij niet beschikt over de stukken die ten grondslag hebben gelegen aan de afgifte van de voorlopige stalderingsbewijzen. Dat hoeft volgens verweerder ook niet, omdat de afgifte van de stalderingsbewijzen een bevoegdheid is van GS en niet van verweerder. Verweerder heeft de stalderingsbewijzen nodig bij de beoordeling van de aanvraag op basis van artikel 2.1, eerste lid, onder a en c, en artikel 2.10, eerste lid, onder c, van de Wabo (de toetsing aan de rechtstreeks werkende regels in de provinciale ruimtelijke verordening als bedoeld in artikel 4.1, eerste en derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening, Wro).

3.3

Vergunninghoudster heeft de stukken die ten grondslag hebben gelegen aan de afgifte van de voorlopige stalderingsbewijzen overgelegd op verzoek van de rechtbank na de inlichtingencomparitie en verzocht om geheimhouding. Dit verzoek heeft de rechtbank afgewezen.

3.4

De rechtbank stelt vast dat artikel 3.4.2, onder g, van de planregels afwijkt van de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant (IOV) zoals deze gold ten tijde van het bestreden besluit. Dat betekent dat het bestreden besluit moet worden genomen met inachtneming van het rechtstreeks werkende artikel 2.74 van de IOV over staldering. Dit is tussen partijen ook niet in geschil.

3.5

Ingevolge artikel 2.74, zesde lid, van de IOV wordt het bewijs dat wordt voldaan aan de (stalderings)voorwaarden in het tweede lid van het artikel (het stalderingsbewijs) afgegeven door GS.

3.6

Op basis van artikel 3:11, eerste lid, van de Awb legt het bevoegd gezag het ontwerp van het te nemen besluit met de daarop betrekking hebbende stukken die redelijkerwijs nodig zijn voor een beoordeling van het ontwerp ter inzage.

3.7

Verweerder moet de aanvraag toetsen aan artikel 2.74 van de IOV. Verweerder kan echter niet zelf een stalderingsbewijs afgeven of weigeren af te geven. Die bevoegdheid ligt bij GS. De rechtbank is onder deze omstandigheden van oordeel dat verweerder in dit geval kon volstaan met het ter inzage leggen van de stalderingsbewijzen zelf. Deze stukken zijn redelijkerwijze nodig voor een beoordeling van het ontwerpbesluit. De rechtbank merkt hierbij wel op dat, als een college van burgemeester en wethouders ook onderliggende stukken heeft verzameld als het zich ervan wil vergewissen dat de stalderingsbewijzen kloppen, deze onderliggende stukken ook ter inzage moeten worden gelegd. In deze zaak heeft verweerder daartoe geen aanleiding hoeven zien. Verweerder kan niet meer ter inzage leggen dan dat hij heeft verzameld. Het bestreden besluit is niet genomen in strijd met artikel...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT